20 JULI 2022. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 22 november 2021 betreffende het elektronisch toezicht in het kader van de strafuitvoering
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,
Gelet op het decreet van 22 november 2021 betreffende het elektronisch toezicht in het kader van de strafuitvoering, artikel 5, § 1, tweede lid, artikel 9, tweede lid, artikel 11, tweede lid, artikel 14, tweede lid, en artikel 24, gewijzigd bij het decreet van 23 mei 2022;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 25 februari 2022;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 3 maart 2022;
Gelet op advies 71.256/1 van de Raad van State, gegeven op 19 april 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Definities
Naast de definities vermeld in artikel 2 van het decreet wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder:
-
decreet: het decreet van 22 november 2021 betreffende het elektronisch toezicht in het kader van de strafuitvoering;
-
dagelijkse tijdsbezetting: de periode waarin betrokkene werkt of een opleiding volgt met het oog op herinschakeling op de arbeidsmarkt;
-
werkdag: elke dag die geen zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is.
Art. 2. Bevoegde dienst
De dienst die verantwoordelijk is voor de uitvoering en de opvolging van het elektronisch toezicht is het departement Justitiehuis van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.
HOOFDSTUK 2. - Capaciteit
Art. 3. Informatie over de capaciteit
De bevoegde dienst deelt de stand van zijn capaciteit ten minste één keer per maand, en telkens wanneer hij dit nodig acht, elektronisch mee aan de opdrachtgevende overheden om ze op de hoogte te houden van de context van de uitvoering van de opdrachten.
HOOFDSTUK 3. - Standaardtijdschema en incidenten
Afdeling 1. - Vastlegging van het standaardtijdschema
Art. 4. Standaardtijdschema
§ 1 - Het standaardtijdschema vermeld in artikel 11 van het decreet bestaat uit een ononderbroken periode die bezet is met de dagelijkse bezigheden, de verplaatsingen en de vrijetijdsbesteding van betrokkene.
Het aantal uren van het standaardtijdschema is afhankelijk van de dagelijkse tijdsbezetting van betrokkene.
Op dagen waarop betrokkene geen dagelijkse bezigheden heeft, wordt hem een ononderbroken periode van vier uur toegekend, van acht uur 's morgens tot twaalf uur 's morgens. Die periode is in het bijzonder bedoeld om werk te...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI