2 SEPTEMBER 2018. - Koninklijk Besluit tot vastlegging van het stelsel en de werkingsregels van toepassing op de opvangstructuren en de modaliteiten betreffende de kamercontroles

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

De wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen (hierna "de wet") geeft de asielzoekers en bepaalde andere categorieën begunstigden een recht op opvang dat hen in staat moet stellen om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. De wet zet de essentie van richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (herschikking).

Artikel 19, § 1, van de wet, waarvan de tekst die U ter ondertekening wordt voorgelegd de gedeeltelijke uitvoering is, luidt aldus:

De Koning bepaalt het stelsel en de werkingsregels die van toepassing zijn op de opvangstructuren. De uitvoeringsmodaliteiten worden vastgelegd in een huishoudelijk reglement dat door de minister wordt opgesteld. Er wordt over gewaakt dat de begunstigde van de opvang hiervan een goed en volledig begrip heeft

Indien het ontwerp van besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd slechts de gedeeltelijke uitvoering van artikel 19 van de wet is, is dat omdat deze bepaling een andere autoriteit machtigt om een aanvullend regelgevend instrument in te voeren. De Minister die bevoegd is voor asiel en migratie waaronder het Agentschap ressorteert, is immers belast met de redactie van een huishoudelijk reglement dat de uitoefeningsmodaliteiten van onderhavige tekst bepaalt. Wat deze opdracht van de Minister betreft, verduidelijken de voorbereidende werkzaamheden van de wet wat volgt:

"Met het oog op de goede werking en de ordehandhaving binnen deze structuren, wordt er door de Minister een huishoudelijk reglement aangenomen dat de leefregels bevat waaraan de bewoners zich moeten houden, evenals de modaliteiten van de uitoefening van hun rechten. De leefregels hebben betrekking op het leven van de bewoners in de opvangstructuren en hun bijgebouwen. Het huishoudelijk reglement vermeldt ook de ordemaatregelen en de sancties die genomen kunnen worden overeenkomstig de artikelen 44 en 45

Er wordt een exemplaar van het huishoudelijk reglement aan de begunstigde van de opvang overhandigd bij diens aankomst in de opvangstructuur. Er wordt over gewaakt dat de begunstigde van de opvang hiervan een goed en volledig begrip heeft." (Doc., Kamer, zitting 2006-2007, nr.51-2565/01, p. 29).

Het ontwerp van besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd is van toepassing op de collectieve opvangstructuren alsook op de individuele opvangstructuren, in de zin van artikel 2, 10° van de wet.

Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd omvat meerdere types bepalingen: werkingsregels die krachtens onderhavige tekst rechtstreeks van toepassing zijn op de bewoners van collectieve en individuele opvangstructuren; die de regelgeving betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen aanvullen; specifieke regels die worden opgelegd aan de Minister voor de vaststelling van het huishoudelijke reglement van de collectieve opvangstructuren om de concrete omzetting van sommige bepalingen van de wet in het huishoudelijke reglement te verzekeren of nog regels die het mogelijk maken om in het huishoudelijke reglement rekening te houden met de specifieke situatie van bepaalde categorieën bewoners. Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd omvat zes hoofdstukken.

Artikel 19 § 2 van de wet, waarvan de tekst die U ter ondertekening wordt voorgelegd ook in de uitvoering voorziet, luidt als volgt:

§ 2. In het kader van de uitvoering van de opdracht bedoeld in paragraaf 1, bepaalt de Koning de concrete nadere regels die de directeur of de verantwoordelijke van de opvangstructuur of de hiertoe door hen aangeduide personen moeten toelaten om de kamers te controleren van de begunstigden die er verblijven.

Een dergelijke controle mag enkel worden uitgevoerd ten einde de preventie inzake veiligheid en brandbestrijding, het behoud van de hygiëne en het toezicht op de naleving van de bepalingen van het huishoudelijke reglement bedoeld in paragraaf 1 die de bescherming van de rechten en de vrijheden van de andere begunstigden van de opvangstructuur en zijn personeelsleden verzekeren, te garanderen.

Een dergelijke controle mag in geen geval een beledigend karakter hebben voor de betrokken begunstigde van de opvang en moet verlopen met respect voor de goederen die hij bezit.

In de toepassing van de bevoegdheid die het eerste lid Hem toekent, voorziet de Koning de strikte beperking van het aantal personen dat de directeur of de verantwoordelijke van de opvangstructuur kan aanduiden om de controle uit te voeren en preciseert hij duidelijk en limitatief de nadere regels van de controles, ondermeer voor wat betreft de frequentie. Ten uitzonderlijke titel, kan de controle van de kamers van de begunstigden van de opvang buiten de door de Koning vastgelegde frequentiemodaliteiten worden georganiseerd, maar enkel wanneer ze wordt verantwoord door specifieke eisen van preventie inzake veiligheid, brandbestrijding, hygiëne of bij ernstige tekortkoming op het huishoudelijke reglement. .

Artikel 15 van onderhavig besluit voert 19, § 2, van de wet uit dat de uitvoeringsmodaliteiten van de controle van de kamers vastlegt.

Hoofdstuk 1 geeft de definities van de fundamentele begrippen in het besluit en legt de algemene bepalingen vast.

Artikel 1 voldoet aan de formele plicht van artikel 26, § 1, alinea 2, van de richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming. Observatie- en oriëntatiecentra zoals bedoeld in artikelen 40 en 41 van de wet zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van onderhavig besluit.

Artikel 2 definieert de belangrijkste begrippen die in het ontwerpbesluit worden gebruikt.

Hoofdstuk 2 van het besluit dat u ter ondertekening wordt voorgelegd, is een rechtstreekse verlenging van de bepalingen van de wet en kondigt diverse rechten en plichten van de bewoners van de opvangstructuren af.

Artikel 3 betreft het respect van een privé- en een gezinsleven. De bewoners hebben recht op de naleving ervan in de opvangstructuur (alinea 1), maar ze zijn dit respect ook verschuldigd aan de andere medebewoners, meer bepaald door bij te dragen tot het behoud van een kalme atmosfeer in de opvangstructuur (alinea 3). Omdat het meer bepaald om het gezinsleven gaat, wordt in het besluit voorzien dat leden van eenzelfde gezin samen dienen te worden ondergebracht, indien dit niet verhinderd wordt door bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld in geval van intrafamiliaal geweld). Indien de inrichting van de lokalen of de beschikbaarheid van de kamers dit niet toelaat, dient de familie ondergebracht te worden met respect van een maximale naburigheid (alinea 2).

Artikel 4 voorziet er in dat eenieder in de opvangstructuur, bewoners en personeelsleden, er moet op toezien dat de regels inzake de afwezigheid van elke vorm van discriminatie gerespecteerd worden. De personeelsleden moeten elke bewoner gelijk, correct en respectvol behandelen, maar ook de bewoners hebben een gelijkaardige plicht in hun betrekkingen met hun 'medebewoners en de personeelsleden.

Artikel 5 voorziet dat de bewoners recht hebben op drie maaltijden per dag. Deze kunnen onder verschillende vormen worden verstrekt, in functie van onder andere de inrichting van de lokalen van de opvangstructuur. In sommige opvangstructuren kunnen bewoners hun maaltijden zelf bereiden, en krijgen ze hiertoe de nodige middelen.

Overeenkomstig het principe dat in artikel 21 van de wet is ingeschreven, wordt het bezoekrecht verzekerd aan de bewoners van de opvangstructuren, zoals artikel 6 van onderhavig koninklijk besluit herinnert. Dit recht kan worden uitgeoefend in overeenstemming met de organisatiemodaliteiten die de opvangstructuur voorziet en die in het huishoudelijke reglement worden verduidelijkt.

Na de rechten en plichten van de bewoners van de opvangstructuren en in het verlengde daarvan, legt hoofdstuk 3 van het besluit de leef- en werkingsregels in de opvangstructuur concreet vast.

Artikel 7 organiseert de aankomstfase van de begunstigde van de opvang in een opvangstructuur: voorstelling van de structuur, daadwerkelijke communicatie van de volledige informatie over de rechten en plichten die inherent zijn aan de toekenning van materiële hulp en specifieke uitleg over de belangrijkste regels inzake brandpreventie en -veiligheid. Bij zijn aankomst in de opvangstructuur en om elk gezondheidsprobleem te voorkomen, wordt er trouwens voor gezorgd dat de begunstigde van de opvang toegang krijgt tot een medische dienst.

Artikel 8 legt de algemene principes vast van het respect van de gebouwen en het materiaal in de opvangstructuur. Deze bepaling herinnert meer bepaald aan de 'mogelijkheid van strafrechtelijke of burgerlijke vervolgingen in geval van agressie waarbij opzettelijk schade wordt berokkend aan personen of goederen. Zo kan een klacht worden neergelegd bij de autoriteiten, maar kan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT