2 JULI 2020. - Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 5 maart 2020 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval (1)

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

Enig artikel. Het samenwerkingsakkoord van 5 maart 2020 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval dat bij dit decreet wordt gevoegd, wordt goedgekeurd.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 2 juli 2020.

De Minister-President,

E. DI RUPO

De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie,

Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra,

W. BORSUS

De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie en Mobiliteit,

Ph. HENRY

De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie,

Gelijke Kansen en Vrouwenrechten,

C. MORREALE

De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren,

J.-L. CRUCKE

De Minister van Huisvesting, de Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid,

P.-Y. DERMAGNE

De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag,

Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid,

V. DE BUE

De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn,

C. TELLIER

_______

Nota

(1) Zitting 2019-2020.

Stukken van het Waalse Parlement, 126 (2019-2020) Nrs. 1 tot 4.

Volledig verslag, openbare vergadering van 1 juli 2020.

Bespreking.

Stemming.

Bijlage

Samenwerkingsakkoord van 5 maart 2020 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval

Gelet op Richtlijn (EU) 2015/720 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende de vermindering van het verbruik van lichte plastic draagtassen;

Gelet op Richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen;

Gelet op Richtlijn (EU) 2018/852 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1998 en de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, inzonderheid op artikel 92bis, § 1 en artikel 6, § 1, II; 2°;

Gelet op het decreet van het Waals Parlement van 16 februari 2017 houdende ontbinding van de "Office wallon des déchets" (Waalse dienst voor afvalstoffen) en tot wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, het decreet van 19 december 2002 houdende invoering van een financiële centralisatie van de thesaurieën van de Waalse instellingen van openbaar nut, Boek I van het Milieuwetboek en het fiscaal decreet van 22 maart 2007 tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en houdende wijziging van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 april 2019 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2018 betreffende de organieke personeelsformatie van de Waalse Overheidsdienst;

Overwegende dat in Richtlijn (EU) 2018/852 de definitie van "hergebruik" is geschrapt en een nieuwe definitie van "herbruikbare verpakking" is toegevoegd; overwegende dat deze definitie moet worden teruggenomen;

Overwegende dat de elektronische handel, namelijk de verkoop van producten via het internet, een steeds groter marktaandeel vertegenwoordigt;

Overwegende dat volgens de bepalingen van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008, de verkopers in het kader van de elektronische handel in feite verpakkingsverantwoordelijken in de zin van de wet zijn; dat in het samenwerkingsakkoord echter nog niet uitdrukkelijk wordt verwezen naar de mogelijkheid van elektronische handel;

Overwegende dat met name buitenlandse ondernemingen op het gebied van de elektronische handel zich daarom afvragen of zij onder de bepalingen van het samenwerkingsakkoord vallen; dat dit gebrek aan duidelijkheid moet worden weggenomen; dat de definitie van "verpakkingsverantwoordelijke" derhalve moet worden verduidelijkt om mogelijke marktverstoringen te voorkomen;

Overwegende dat buitenlandse ondernemingen die verpakkingsverantwoordelijken zijn, door middel van een controle door de bevoegde ambtenaren op dezelfde wijze als Belgische ondernemingen verantwoording moeten afleggen; dat het daarom noodzakelijk is een beroep te doen op een in België gevestigde mandataris; dat deze mandataris er ook voor kan zorgen dat deze ondernemingen gemakkelijker toegang krijgen tot de Belgische markt;

Overwegende dat het raadzaam is de voor het beheer van verpakkingsafval erkende organismen toe te staan om in voorkomend geval op te treden als in België gevestigde mandatarissen;

Overwegende dat de definitie van "bevoegde gewestelijke Administratie" moet worden gewijzigd ingevolge het decreet van het Waals Parlement van 16 februari 2017, dat de "Office wallon des déchets" (Waalse Dienst voor Afvalstoffen) heeft ontbonden; dat de verwijzing naar "IBGE" ook moet worden geschrapt na "Leefmilieu Brussel";

Overwegende dat het noodzakelijk is de algemene doelstellingen van het samenwerkingsakkoord in overeenstemming te brengen met artikel 5 van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval, zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/852, en met het beleid van de Gewesten om de gerecycleerde inhoud van verpakkingen te ondersteunen;

Overwegende dat het noodzakelijk is de recyclingdoelstellingen van het samenwerkingsakkoord aan te passen aan de in Richtlijn (EU) 2018/852 opgelegde minimumrecyclingdoelstellingen per materiaal, die iets hoger liggen dan de in het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 opgelegde recyclingdoelstellingen per materiaal;

Overwegende dat de nieuwe recyclingdoelstellingen per materiaal moeten worden beoordeeld in het licht van de resultaten die reeds zijn behaald door de erkende organismen en door de verpakkingsverantwoordelijken die individueel voldoen aan de terugnameplicht;

Overwegende dat de nieuwe recyclingdoelstellingen per materiaal al voor alle materialen behalve kunststoffen zijn bereikt en daarom zeer realistisch zijn; dat de juridische doelstelling daarom in de eerste plaats gericht is op het behoud van het huidige hoge niveau van milieubescherming;

Overwegende dat wegens de invoering van de selectieve inzameling van huishoudelijke restkunststoffen via de uitgebreide inzameling van PMD's, zeer ambitieuze, maar toch realistische doelstellingen kunnen worden vastgesteld voor huishoudelijke kunststoffen;

Overwegende dat voor industriële kunststoffen, ambitieuze doelstellingen de feitelijke situatie inzake industrieel (verpakkings)afval moet weergeven;

Overwegende dat één van de redenen voor het verhogen van de recyclingdoelstellingen het strategische belang is van de "circulaire economie", namelijk om zeldzame en waardevolle materialen zoveel mogelijk in het systeem te houden;

Overwegende dat de bepalingen ook een verankering vormen van de vrijwillige verbintenissen van de ondernemingen;

Overwegende dat sommige voedsel- en drankverpakkingen specifiek worden aangepast aan de "meeneemconsumptie" en om die reden een deel van deze verpakkingen in het zwerfvuil terechtkomen, wat een bijzonder hoge maatschappelijke kostprijs met zich meebrengt;

Overwegende dat het percentage van de selectieve inzameling en recycling van verpakkingen die thuis worden verbruikt al bijzonder hoog is;

Overwegende dat het percentage van de selectieve inzameling en recycling van verpakkingen die "out-of-home", d.w.z. buitenshuis, worden verbruikt, moet worden verhoogd; dat een deel van deze consumptie uit "meeneemconsumptie" bestaat;

Overwegende dat een specifieke en bijzonder ambitieuze doelstelling van 90 % voor de selectieve inzameling en de recycling van drankverpakkingen geschikt is om de aanwezigheid van drankverpakkingen in het zwerfvuil tegen te gaan; dat deze doelstelling desalniettemin realistisch blijft;

Overwegende dat de inzameling en recycling van 95 % van de huishoudelijke verpakkingen ook bijzonder ambitieus, maar realistisch is; dat deze doelstelling essentieel is om het aandeel van de huishoudelijke verpakkingen, met uitzondering van drankverpakkingen, in het zwerfvuil te beperken;

...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT