2 JANUARI 2023. - Besluit van de administrateur-generaal houdende de organisatie van het intern verzelfstandigd agentschap Wonen in Vlaanderen en houdende delegatie van bevoegdheden aan personeelsleden van het agentschap

Omgeving

Rechtsgronden

- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

- het decreet Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.4 en III.5;

- de Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 4.8 en 4.9;

- het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2022;

- het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen in Vlaanderen, artikel 7, derde lid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 mei 2019;

- het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2017;

- het Ministerieel besluit van 27 juli 2016 houdende delegatie van specifieke en aanvullende bevoegdheden aan de administrateur-generaal van het intern verzelfstandigd agentschap Wonen-Vlaanderen.

Motivering

Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven:

- de personeelsleden van de strategische adviesraad, de Vlaamse Woonraad, zijn vanaf 1 januari 2016 naar het agentschap Wonen in Vlaanderen overgedragen;

- de opdrachten die de afdeling Toezicht en de Vlaamse Wooninspectie binnen het agentschap Inspectie RWO uitoefenen zijn vanaf 1 september 2016 in het agentschap Wonen in Vlaanderen geïntegreerd;

- een aantal bevoegdheden en alle personeelsleden van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) zijn vanaf 1 januari 2023 aan het agentschap Wonen in Vlaanderen overgedragen;

- dit vergt een aanpassing van het besluit van 5 september 2016 van de administrateur-generaal houdende de organisatie van het intern verzelfstandigd agentschap Wonen-Vlaanderen en houdende delegatie van bevoegdheden aan personeelsleden van het agentschap.

DE ADMINISTRATEUR-GENERAAL VAN HET AGENTSCHAP WONEN IN VLAANDEREN BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Organisatie van het agentschap

Afdeling 1. - Structuur en taken

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het intern verzelfstandigd agentschap Wonen in Vlaanderen, hierna het agentschap te noemen.

Het agentschap bestaat uit de volgende entiteiten:

  1. de afdeling Financiën, geleid door een afdelingshoofd;

  2. de afdeling Klantenondersteuning, geleid door een afdelingshoofd;

  3. de afdeling Organisatieondersteuning, geleid door een afdelingshoofd;

  4. de afdeling Premies en Woningkwaliteit, geleid door een afdelingshoofd;

  5. de afdeling Sociale Woonprojecten, geleid door een afdelingshoofd;

  6. de afdeling Toezicht, geleid door een afdelingshoofd;

  7. de afdeling Woonbeleid, geleid door een afdelingshoofd;

  8. een staf bij de administrateur-generaal, die onder meer bestaat uit een senior adviseur.

    Art. 2. Het organogram van het agentschap Wonen in Vlaanderen is vastgesteld in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

    Afdeling 2. - Continuïteit en onafhankelijkheid van de werking van de entiteiten

    Art. 3. § 1. De personeelsleden aangesteld als wooninspecteur en de personeelsleden aangesteld op basis van artikel 8, tweede lid, 3°, c) tot en met g) van het Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen in Vlaanderen voor de toepassing van de handhavingsmaatregelen, vermeld in artikel 1.8, § 1, en boek 3, deel 9 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, handelen autonoom en onafhankelijk binnen de hen toegewezen bevoegdheden. Ze oefenen deze bevoegdheden uit op een neutrale, onpartijdige en objectieve manier, met inachtneming van de deontologische code en zonder inmenging van of beoordelingen door andere geledingen van de administratieve overheid, ook niet van binnen het agentschap. Als waarborg past het agentschap het principe van de functiescheiding toe tussen de aan de strafrechtelijke handhaving op vlak van woningkwaliteit verbonden functies en andere functies binnen het agentschap.

    De autonome en onafhankelijke werking breidt zich uit tot bevoegdheden die voormelde personen toegewezen krijgen op basis van andere regelgeving of protocollen.

    De wooninspecteurs en agenten van gerechtelijke politie, aangewezen voor de handhaving van boek 3, deel 9 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 staan voor de uitoefening van hun strafrechtelijke bevoegdheden onder het gezag van het openbaar ministerie. Zij zijn dan ook gehouden de instructies van het openbaar ministerie te volgen en op te treden volgens de regels van het Wetboek van Strafvordering.

    Inspecties worden uitgevoerd door minstens 1 wooninspecteur en 1 woningcontroleur. In uitzonderlijke gevallen, mits toestemming van de wooninspecteur, kan van dit principe afgeweken worden.

    De Vlaamse Wooninspectie brengt het afdelingshoofd en de administrateur-generaal ervan op de hoogte als bepaalde acties een impact kunnen hebben op de werking van het agentschap of mogelijke politieke gevolgen met zich kunnen meebrengen. Dit mag het uitvoeren van de specifieke acties echter niet verhinderen of een schending betekenen van het geheim van het onderzoek.

    § 2. De Vlaams Wooninspectie is via de afdeling Premies en Woningkwaliteit structureel betrokken bij het uittekenen van het beleid van en door het agentschap.

    De Vlaamse Wooninspectie werkt eveneens mee aan de uittekening van het beleid en de ontwikkeling van regelgeving met betrekking tot woningkwaliteit en de strafrechtelijke handhaving in het bijzonder. Dat gebeurt onder meer door het signaleren van vastgestelde knelpunten, tekortkomingen en leemten in de regelgeving.

    § 3. De Vlaamse Wooninspectie wordt operationeel en inhoudelijk aangestuurd door het hoofd van de Vlaamse Wooninspectie. De administrateur-generaal en het afdelingshoofd van de afdeling Premies en Woningkwaliteit oefenen geen bevoegdheden uit in het kader van het opsporen en vaststellen van de misdrijven vermeld in artikel 3.34 tot en met 3.36 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

    Het hoofd van de Vlaamse Wooninspectie wordt geëvalueerd door het afdelingshoofd van de afdeling Premies en Woningkwaliteit als eerste evaluator. De administrateur-generaal is tweede evaluator. De personeelsleden van de Vlaamse Wooninspectie worden geëvalueerd door het Hoofd van de Vlaamse Wooninspectie. Het afdelingshoofd is tweede evaluator.

    § 4. De Vlaamse Wooninspectie stelt de handhavingsprioriteiten voor inspecties en beslissingsbomen in het kader van bestuurlijke beboeting vast na overleg en in onderling akkoord met de administrateur-generaal.

    Art. 4. § 1. De personeelsleden, aangesteld als toezichthouder voor de sociale huisvesting krachtens artikel 4.80 Vlaamse Codex Wonen handelen autonoom en onafhankelijk binnen de hen toegewezen bevoegdheden. Ze oefenen deze bevoegdheden uit op een neutrale, onpartijdige en objectieve manier, met inachtneming van de deontologische code en zonder inmenging van of beoordelingen door andere geledingen van de administratieve overheid, ook niet van binnen het agentschap. Als waarborg past het agentschap het principe van de functiescheiding toe tussen de toezichthouder en andere functies binnen het agentschap.

    Het afdelingshoofd van de afdeling Toezicht brengt de administrateur generaal ervan op de hoogte als bepaalde toezicht-acties een impact kunnen hebben op de werking van het agentschap of mogelijke politieke gevolgen met zich kunnen meebrengen.

    § 2 De afdeling Toezicht is structureel betrokken bij het uittekenen van het beleid van en door het agentschap.

    De afdeling Toezicht werkt eveneens mee aan de uittekening van het beleid en de ontwikkeling van regelgeving met betrekking tot toezicht. Dat gebeurt onder meer door het signaleren van vastgestelde knelpunten, tekortkomingen en leemten in de regelgeving.

    § 3 De administrateur-generaal is zelf geen toezichthouder. De administrateur generaal is eerste en enige evaluator van het afdelingshoofd van de afdeling Toezicht en tweede evaluator van de diensthoofden.

    § 4 De werking en prioriteiten van de afdeling worden periodiek afgestemd met de administrateur-generaal.

    De administrateur-generaal beschikt over een positief injunctierecht. Hij kan opdrachten geven aan het afdelingshoofd en/of de toezichthouder, al dan niet op verzoek van de bevoegde minister.

    Opdrachten aan een toezichthouder worden steeds schriftelijk gegeven met minstens kennisgeving aan en zo nodig in overleg met het afdelingshoofd-toezichthouder.

    Afdeling 3. - Oprichting, samenstelling en opdrachten van het directiecomité

    Art. 5. § 1 Het agentschap Wonen in Vlaanderen beschikt over een directiecomité.

    Met behoud van de toepassing van de eventuele bevoegdheden van het directiecomité die voortvloeien uit de rechtspositieregeling van het personeel en van de bevoegdheden van de administrateur-generaal, is het directiecomité belast met de algemene werking en de organisatie van het agentschap.

    § 2 Het directiecomité wordt voorgezeten door de administrateur-generaal en is samengesteld uit de afdelingshoofden van de afdelingen, vermeld in artikel 1, tweede lid, 1° tot en met 7°.

    Het directiecomité wordt met raadgevende stem bijgewoond door de senior adviseur van de administrateur-generaal, vermeld in artikel 1, tweede lid, punt 8°.

    § 3 Het directiecomité stelt een huishoudelijk reglement op.

    ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT