19 DECEMBER 2014. - Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (1)
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Opheffing van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis
Art. 2. De wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis wordt opgeheven.
Art. 3. Dit hoofdstuk treedt in werking op 31 december 2014.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van verschillende bepalingen teneinde de bepalingen inzake de vereenvoudigde manieren tot aantekening van hoger beroep in strafzaken van toepassing te maken op uithandengegeven minderjarigen
Afdeling 1. - Wijziging van artikel 645 van het Wetboek van strafvordering
Art. 4. In artikel 645 van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij de wet van 24 juli 2008, worden de woorden "de directeurs van de gemeenschapscentra voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en hun vertegenwoordigers" ingevoegd tussen de woorden "de directeurs van de penitentiaire inrichtingen," en de woorden "kunnen, net als de gerechtsdeurwaarders,".
Afdeling 2. - Wijziging van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen
Art. 5. In artikel 1 van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 236 van 20 januari 1936, worden de woorden ", de gemeenschapscentra voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd" ingevoegd tussen de woorden "de huizen van arrest" en de woorden "en de inrichtingen voorzien".
Afdeling 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit nr. 236 van 20 januari 1936 tot vereenvoudiging van sommige vormen van de strafvordering ten opzichte van de gedetineerden
Art. 6. In artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 236 van 20 januari 1936 tot vereenvoudiging van sommige vormen van de strafvordering ten opzichte van de gedetineerden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 december 2006, worden de woorden "of adviseur-gevangenisdirecteur van de strafinrichting, of zijn gemachtigde" vervangen door de woorden "of adviseur-gevangenisdirecteur van de strafinrichting of de directeur van een gemeenschapscentrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, of hun respectieve gemachtigde".
Art. 7. In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
-
in het eerste lid worden de woorden "of adviseur-gevangenisdirecteur van de strafinrichting, of zijn gemachtigde" vervangen door de woorden "of adviseur-gevangenisdirecteur van de strafinrichting of de directeur van een gemeenschapscentrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, of hun respectieve gemachtigde";
-
in het derde lid worden...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI