12 JANUARI 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, tot invoering van een regeling van conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, tot invoering van een regeling van conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden.

Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 januari 2011.

ALBERT

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,

Mevr. J. MILQUET

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf

Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2010

Invoering van een regeling van conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 2010 onder het nummer 99914/CO/109)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeid(st)ers met inbegrip van de huisarbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

HOOFDSTUK II. - Draagwijdte en duur

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de sectorale toepassing van een stelsel van conventioneel brugpensioen ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers indien zij worden ontslagen, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 96 van de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen, ter uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2008 en van hoofdstuk III van de wet van 21 december 2007 betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008, gedurende de periode tot 31 december 2010.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt met ingang van 1 april 2010 de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010 tot invoering van een regeling van conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden en is van toepassing tot 31 december 2010.

Art. 3. In uitvoering van artikel 3, 3° van de statuten, vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor het kleding- en confectienijverheid", wordt aan de arbeid(st)ers, bedoeld in artikel 4, een aanvullende vergoeding - waarvan het bedrag en de wijzen van toekenning en uitkering hierna zijn vastgesteld - toegekend ten laste van genoemd fonds voor de arbeid(st)ers die in het systeem van het brugpensioen treden tijdens de periode van 1 april 2010 tot 31 december 2010.

HOOFDSTUK III

Voorwaarden om recht te hebben op de aanvullende vergoeding

Art. 4. De in artikel 3 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het toekennen van gelijkaardige voordelen, als voorzien bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 en laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006.

Deze aanvullende vergoeding wordt toegekend aan de ontslagen arbeid(st)ers die tussen 1 april 2010 en 31 december 2010 56 jaar en ouder zijn op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, indien zij aantonen dat zij voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 3, § 7bis en 4, § 8, eerste lid van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact.

Voor de toepassing van het vorig lid wordt geen rekening gehouden met de verlenging van de opzeggingstermijn doorgevoerd in toepassing van de artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst.

Art. 5. De arbeid(st)ers die voldoen aan de door artikel 4 vereiste voorwaarden komen in aanmerking voor de in hetzelfde artikel 4 vermelde aanvullende vergoeding...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT