19 APRIL 2024. - Decreet tot wijziging van het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters en het decreet van 3 mei 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:
Decreet tot wijziging van het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters en het decreet van 3 mei 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet van 20 april 2012
houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters
Art. 2. In artikel 2, eerste lid, van het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, gewijzigd bij de decreten van 19 juni 2015, 19 januari 2018 en 21 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een punt 1° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"1° /1 algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;";
2° in punt 2° wordt tussen de zinsnede "kinderopvang van baby's en peuters," en het woord "namelijk" de zinsnede "buiten de gezinswoning van het kind," ingevoegd;
3° er worden een punt 19° en 20° toegevoegd, die luiden als volgt:
"19° de beginselen van voorzorg, preventie en zorgvuldigheid, hierna voorzorgsbeginsel genoemd: de mogelijkheid om, los van de vaststelling van een inbreuk op de bepalingen, bestuurlijke maatregelen te nemen als er in het kader van kinderopvang als vermeld in dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan:
-
een risico is op een schending van de fysieke of psychische integriteit van de kinderen;
-
een vaststelling is van een ernstige gebeurtenis waarbij de fysieke of psychische integriteit van de kinderen is geschonden;
20° beleidsvoerend vermogen: de mate waarin de organisator in staat is om een zelfstandig beleid te voeren, rekening houdend met de beschikbare beleidsruimte, met de eigen doelstellingen en met de lokale context, en de mate waarin de activiteiten van de verantwoordelijke en van de medewerkers op elkaar zijn afgestemd in functie van het bijdragen aan de ontplooiing van het kind.".
Art. 3. In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid wordt de zin "De Vlaamse Gemeenschap beoogt tegen 2016 een aanbod voor minstens de helft van de kinderen jonger dan drie jaar, en vanaf 2020 voor alle gezinnen met een behoefte aan kinderopvang, binnen een afgesproken budgettair kader." opgeheven;
2° tussen het derde en het vierde lid worden twee leden ingevoegd, die luiden als volgt:
"De Vlaamse Gemeenschap ontwikkelt een financieringskader met het oog op een duurzame uitbouw van de kinderopvang, zowel kwalitatief als kwantitatief.
De uitbouw van bovenstaande aspecten binnen de kinderopvang gebeurt binnen een afgesproken budgettair kader.".
Art. 4. In artikel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 juli 2016 en 21 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt:
"Een organisator moet over een vergunning van het agentschap beschikken om kinderopvang te kunnen organiseren.";
2° aan het derde lid wordt de zin "Het passend onderzoek heeft minstens betrekking op de aanwezigheid van het beleidsvoerend vermogen, vermeld in artikel 6, § 1." toegevoegd;
3° aan het zesde lid wordt de zin "De Vlaamse Regering kan bij de nadere voorwaarden tot vergunning of subsidie onderscheid maken naargelang het aantal vergunde kinderopvangplaatsen." toegevoegd.
Art. 5. In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "De vergunning voor groepsopvang en de vergunning voor gezinsopvang bevatten" vervangen door de woorden "De vergunning bevat";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 6. In artikel 6 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 juli 2016, 7 juli 2017 en 21 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
" § 1. De organisator heeft de integriteit en het beleidsvoerend vermogen om op een rechtmatige manier, rekening houdend met de geldende normen en waarden, kwaliteitsvolle en duurzame kinderopvang te organiseren.
De naleving van de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, blijkt uit de manier waarop de volgende aspecten in de vergunde werking aanwezig zijn:
1° duidelijk leiderschap, met een gestructureerde werkomgeving waar de bevoegdheden en verantwoordelijkheden duidelijk worden toebedeeld en waarbij de organisator ervoor zorgt dat alle medewerkers minstens de geïntegreerde aanpak, vermeld in punt 2°, kennen en toepassen;
2° een geïntegreerde aanpak van al de volgende thema's:
-
infrastructuur, minstens de ruimte, bestemd voor kinderopvang, de uitrusting en de inrichting ervan;
-
veiligheid en gezondheid, met inbegrip van specifieke brandveiligheidsvoorschriften voor kinderopvanglocaties, met behoud van de toepassing van de federale basisnormen voor de brandveiligheid van gebouwen;
-
omgang met de kinderen en de gezinnen, waaronder minstens:
1) respect voor integriteit en niet-discriminatie;
2) pedagogisch beleid met het oog op het stimuleren van de ontwikkeling van elk kind op lichamelijk, cognitief, sociaal, emotioneel, communicatief, creatief en moreel vlak, en met het oog op het waarborgen van het welbevinden en de betrokkenheid van elk kind;
3) betrokkenheid en participatie van de gezinnen;
4) huishoudelijk reglement en schriftelijke overeenkomst;
5) inlichtingenfiche en aanwezigheidsregister;
-
personen werkzaam in de kinderopvanglocatie, minstens met betrekking tot:
1) de verantwoordelijke, zoals zijn kwalificatie en zijn actieve kennis van de Nederlandse taal;
2) de kinderbegeleider, zoals zijn kwalificatie, het aantal kinderbegeleiders in verhouding tot het aantal tegelijk aanwezige kinderen en voor minstens een van de kinderbegeleiders de actieve kennis van de Nederlandse taal;
3) andere personen met regelmatig direct contact;
-
organisatorisch management van de kinderopvanglocatie, minstens het medewerkersbeleid, de algemene en financiële werking, de leefgroepindeling en de klachtenbehandeling;
-
samenwerking met het agentschap, het lokaal loket kinderopvang en het lokaal bestuur;
3° een reflectieve, proactieve en reactieve houding met het oog op een voortdurende verbetering van de eigen werking, rekening houdend met de feedback en input van gezinnen, medewerkers en relevante expertise van externe organisaties;
4° een innovatieve houding, waarbij er oog is voor vernieuwing, rekening houdend met ontwikkelingen in de omgeving, de samenleving en de regelgeving;
5° doeltreffende communicatie en transparantie, waarbij erop gelet wordt dat de nodige en correcte informatie tijdig en duidelijk bij de juiste mensen terechtkomt, waaronder de personen die werken in de kinderopvanglocatie en de gezinnen van de opgevangen kinderen;
6° samenwerking en transparante communicatie met het agentschap, het lokaal bestuur, het lokaal loket kinderopvang en andere lokale partners.
De organisator zorgt voor ondersteuning voor zichzelf en voor zijn medewerkers voor alle voorwaarden als vermeld in het eerste en tweede lid.
De organisator kan de naleving van alle voorwaarden als vermeld in het eerste, tweede en derde lid aantonen op basis van onder meer documentatie.";
2° paragraaf 2 en 3 worden opgeheven;
3° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt:
" § 4. De organisator controleert bij de aanstelling van elke nieuwe verantwoordelijke en kinderbegeleider...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI