18 JANUARI 2018. - Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

  1. Inleidend boek. - Basisbeginselen, fundamentele rechten en definities

    1.1 Titel 1. - Basisbeginselen en fundamentele rechten

    Artikel 1. De volgende rechten en plichten zijn algemeen van toepassing :

    1. Preventiebeleid is een prioriteit. De nadruk wordt gelegd op gespecialiseerde preventie, met overleg en ter aanvulling van andere preventiestelsels die binnen de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of die van andere bevoegde overheden afhangen.

    2. De gespecialiseerde hulpverlening en de gespecialiseerde bescherming vullen de algemene maatschappelijke hulpverlening aan of kunnen die vervangen.

    3. Kinderen, jongeren en hun gezin hebben recht op preventie, gespecialiseerde hulpverlening en gespecialiseerde bescherming die in het kader van dit wetboek worden georganiseerd. Ze hebben tot doel het kind of de jongere de mogelijkheid te verschaffen om zichzelf te ontwikkelen, in het kader van gelijke kansen, met het oog op zijn toegang tot een leven waarin de menselijke waardigheid wordt geëerbiedigd.

    4. Wie deelneemt aan de toepassing van dit wetboek moet het hoger belang van het kind of van de jongere en de rechten en vrijheden die hem worden toegekend, in acht nemen.

      Tot die rechten en vrijheden behoren, deze die vermeld zijn in het internationaal verdrag inzake de rechten van het kind en in de Grondwet.

    5. Alle al dan niet erkende openbare of private diensten, bepaald in dit wetboek, met inbegrip van de maatschappelijke administratieve overheden, alsook de natuurlijke en rechtspersonen die hun medewerking verlenen aan de toepassing van dit wetboek zijn ertoe gehouden de rechten van het kind of van de jongere te eerbiedigen, zonder enige discriminatie op grond van onder meer nationaliteit, vermeend ras, huidskleur, voorgeslacht of nationale of etnische oorsprong, leeftijd, geslacht, seksuele geaardheid, godsdienstige of filosofische overtuiging, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, burgerlijke stand, geboorte, fortuin, sociale afkomst, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, lichamelijk of genetisch kenmerk van het kind of zijn ouders.

      Alle al dan niet erkende openbare of private diensten, bepaald in dit wetboek, met inbegrip van de maatschappelijke administratieve overheden en de personeelsleden van de erkende diensten, zijn er bovendien toe gehouden de door de Regering vast te stellen deontologische code na te leven.

    6. Preventie, hulpverlening en bescherming streven de volgende doelstellingen na : opvoeding, responsabilisering, emancipatie en maatschappelijke inschakeling.

    7. Hulpverlening en bescherming worden georganiseerd in het kader van dejudicialisering en subsidiariteit van verplichte hulpverlening tegenover vrijwillige hulpverlening.

    8. Hulpverlening en bescherming worden georganiseerd om zo spoedig mogelijk moeilijkheden van het gezin vanaf de jongste leeftijd van het kind te verhelpen.

    9. Elke beschermingsmaatregel ten aanzien van een kind in gevaar of van een jongere die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd, wordt door de Franse Gemeenschap in het kader van een gerechtelijke beslissing uitgevoerd.

      Minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, kunnen geenszins met meerderjarigen worden gelijkgesteld betreffende hun aansprakelijkheidsgraad en de gevolgen van hun handelingen.

    10. Hulpverlening en bescherming geschieden prioritair in de leefomgeving, waarbij de verwijdering uit deze uitzonderlijk moet zijn.

      Als het kind of de jongere wordt verwijderd, moet, behalve als dit in strijd is met zijn belang, worden gezorgd voor de eerbiediging van zijn recht persoonlijke betrekkingen en rechtstreekse contacten met zijn ouders te onderhouden, en wordt de mogelijkheid om bij zijn ouders terug te keren regelmatig geëvalueerd, om de duur van de verwijdering zoveel mogelijk te verminderen.

      Via hulpverlening en bescherming moeten ouders worden bijgestaan bij de uitoefening van hun opvoedingsrecht en -plicht.

    11. De tenlastenemingen door al dan niet erkende diensten en overheidsinstellingen beantwoorden aan erkende behoeften inzake jeugddelinquentie, hebben tot doel de jongere in de samenleving weer in te schakelen en zijn gericht op opvoeding en herstel.

    12. De erkende en openbare diensten alsook de bevoegde administratie dragen bij tot de voortdurende verbetering van de kwaliteit van preventie, hulpverlening en bescherming voor kinderen, jongeren en hun gezin, inzonderheid door de deelneming van de begunstigden, evaluatie en innovatie.

    13. Er wordt gestreefd naar de coördinatie en het overleg tussen de verschillende sectoren en instanties die bijdragen tot de toepassing van dit wetboek.

    14. De Franse Gemeenschap waarborgt de informatie alsook de opleiding tot uitoefening van het ambt en de voortgezette opleiding van het personeel van de erkende diensten en openbare diensten die bijdragen tot de toepassing van dit wetboek.

    15. De bevoegde administratie waarborgt de informatie aan alle burgers inzake preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming.

    16. Alle beslissingen die worden genomen ten aanzien van het kind of de jongere en alle inlichtingen die hem worden meegedeeld in het kader van dit wetboek, worden hem in een verstandelijke taal meegedeeld.

      1.2 Titel 2. - Definities

      Art. 2. Voor de toepassing van dit wetboek, dient te worden verstaan onder :

    17. post-institutionele begeleiding : educatieve begeleiding in de leefomgeving van de jongere, uitgevoerd na het vertrek uit de overheidsinstelling;

    18. pleegzorger : de natuurlijke persoon die vrijwillig, in het kader van een hulpverlenings- of beschermingsmaatregel, een kind of een jongere opvangt wiens moeder of vader hij niet is;

    19. bevoegde administratie : de administratie van de Franse Gemeenschap bevoegd voor preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;

    20. hulpverlening : gespecialiseerde hulpverlening in het kader van Boek III;

    21. arrondissement : elk in het Franse taalgebied gelegen gerechtelijk arrondissement en het gerechtelijk arrondissement Brussel, beperkt tot het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;

    22. deontologische commissie : deontologische commissie voor preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;

    23. gemeenschapsraad : de gemeenschapsraad voor preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;

    24. adviseur : adviseur voor hulpverlening aan de jeugd;

    25. algemeen afgevaardigde : algemeen afgevaardigde van de Franse Gemeenschap voor de rechten van het kind;

    26. directeur : directeur voor de jeugdbescherming;

    27. directeur van de overheidsinstelling : de persoon die de leiding van de overheidsinstelling heeft of de persoon aan wie hij de uitoefening van dat ambt delegeert;

    28. afdeling : de afdeling van de rechtbank van eerste aanleg zoals bepaald bij de koninklijke besluiten genomen ter uitvoering van artikel 186 van het Gerechtelijk Wetboek;

    29. kind :

      1. voor de toepassing van Boek III : de persoon die jonger dan achttien jaar is of deze die jonger dan twintig jaar is, voor wie een begeleidingsmaatregel vóór de leeftijd van achttien jaar wordt aangevraagd;

      2. voor de toepassing van Boek IV : de persoon die minder dan achttien jaar oud is;

    30. team SOS Kinderen ("équipe SOS Enfants") : team SOS Kinderen in de zin van het decreet van 12 mei 2004 betreffende de hulpverlening aan mishandelde kinderen;

    31. leefgenoten : de personen met wie het kind of de jongere affectieve of sociale banden heeft, zoals bepaald door de adviseur, de directeur of de jeugdrechtbank, in overleg met het kind of de jeugdrechtbank en zijn gezin; pleegouders zijn zonder uitzondering leefgenoten;

    32. gezin : personen met wie het kind of de jongere zich in een afstammingsband bevindt, alsook de voogd en de plaatsvervangende voogd;

    33. leidend ambtenaar : ambtenaar die de leiding van de bevoegde administratie heeft;

    34. overheidsinstelling : de overheidsinstelling voor jeugdbescherming van de Franse Gemeenschap, belast met de opvang, in een open en een gesloten regime, van jongeren die worden vervolgd wegens een feit dat als misdrijf wordt omschreven en tegen wie een maatregel tot verwijdering uit de leefomgeving wordt uitgesproken;

    35. jongere :

      1. voor de toepassing van Boek I : de persoon die minder dan achttien jaar oud is of die minder dan tweeëntwintig jaar oud is wanneer hij zich tot een krachtens artikel 142 erkende dienst richt;

      2. voor de toepassing van Boek V : de persoon die wordt vervolgd wegens een feit dat als misdrijf wordt omschreven en dat voor de leeftijd van achttien jaar wordt gepleegd;

    36. werkdag : dag buiten een zaterdag, een zondag of een feestdag;

    37. wet van 8 april 1965 : wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade;

    38. opdracht : de beslissing waarbij de adviseur voor hulpverlening aan de jeugd, de directeur van jeugdbescherming of de jeugdrechtbank een opdracht tot hulpverlening of bescherming van een kind of een jongere aan een persoon of een dienst toevertrouwt in het kader van zijn erkenning;

    39. minister : de minister bevoegd voor preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;

    40. ordonnantie van 29 april 2004 : ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 29 april 2004 inzake hulpverlening aan jongeren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

    41. personen die het ouderlijk gezag uitoefenen : vader en moeder, voogd of plaatsvervangende voogd;

    42. preventie : gespecialiseerde preventie, georganiseerd in het kader van Boek I;

    43. bescherming : gespecialiseerde bescherming, georganiseerd in het kader van de Boeken IV en V;

    44. plaatsvervangende voogd : de persoon die door de bevoegde autoriteit overeenkomstig de wet van 8 april 1965 wordt aangesteld, om bepaalde rechten waarvan de ouders of een van hen ontzet zijn, uit te oefenen, en de overeenkomstige verplichtingen na te komen;

    45. erkende dienst : de krachtens...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT