18 APRIL 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, voor wat betreft de harmonisatiecoëfficiënt

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Wij hebben de eer het voorliggend ontwerp van koninklijk besluit ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen. Dit ontwerp brengt technische aanpassingen aan de artikelen 46bis, 46ter, 53ter, 53quinquies en 60 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen aan ingevolge de wijzigingen die werden aangebracht in de artikelen 5, 6, 9, 9bis en 10 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen bij de wet van 15 juni 2021 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de pensioenregelingen voor werknemers en zelfstandigen, wat betreft de berekening van het proportioneel pensioen.

Commentaar van de artikelen

Artikel 1

Artikel 1 brengt een technische verbetering aan artikel 46bis van het koninklijk besluit van 22 december 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen aan om zo de verwijzing naar artikel 5, § 2, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 te specifiëren.

Artikel 2

Artikel 2 brengt acht wijzigingen aan artikel 46ter van het koninklijk besluit van 22 december 1967 aan.

De wijzigingen onder 1° en 2° zijn noodzakelijk door de toevoeging van een derde lid aan artikel 5, § 2 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 bij de wet van 15 juni 2021 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de pensioenregelingen voor werknemers en zelfstandigen, wat betreft de berekening van het proportioneel pensioen.

De wijziging onder 3° brengt een technische verbetering aan artikel 46ter, B, 1), aan om zo de verwijzing naar artikel 5, § 2, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 te specifiëren.

In hetzelfde punt B, 1), vervangt de wijziging onder 4° de verwijzing naar artikel 6, § 5, 3°, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 door die naar artikel 6, § 3, 3° van hetzelfde besluit, ingevolge de wijziging van de volgorde van de delen van de loopbaan aangebracht aan het vermelde artikel 6 bij de wet van 15 juni 2021 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de pensioenregelingen voor werknemers en zelfstandigen, wat betreft de berekening van het proportioneel pensioen.

De wijziging onder 5° past omwille van dezelfde redenen, in B, 1), vierde lid, de verwijzing naar artikel 6, § 3, 3°, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 aan door die van artikel 6, § 5, 3°, eerste lid, van hetzelfde besluit.

De wijziging onder 6° vervangt B, 2), eerste lid, om zo de verwijzingen naar artikel 5, § 2, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 aan te passen.

De wijziging onder 7° vervangt punt E, 2), a), laatste lid om zo de verwijzingen naar de artikelen 5 en 6 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 aan te passen.

Voor het overige wordt het vermelde punt E, 2), a), laatste lid uitgebreid tot de kwartalen die gelegen zijn na 2002 en vóór 2019, tot de kwartalen na 2018 en vóór 2021 en tot de kwartalen die gelegen zijn vanaf 2021.

De wijziging onder 8° past in § 1, F, tweede lid van artikel 46ter de verwijzingen naar artikel 5, § 2, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 aan ingevolge de invoeging van een derde lid aan het vermelde artikel 5, § 2, bij de wet van 15 juni 2021 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de pensioenregelingen voor werknemers en zelfstandigen, wat betreft de berekening van het proportioneel pensioen.

Artikel 3

Artikel 3 wijzigt het eerste lid van artikel 53ter van het koninklijk besluit van 22 december 1967 teneinde de verwijzingen naar de artikelen 6, § 5, 3° en 9bis, § 5, 3° te wijzigen.

Voor het overige wijzigt artikel 3 de structuur van artikel 53ter door in het eerste lid ook de jaren gelegen na 1996 en vóór 2003, de jaren gelegen na 2002 en vóór 2019, deze gelegen na 2018 en vóór 2021 en tenslotte de jaren vanaf 2021 op te nemen.

Het tweede en het derde lid worden opgeheven en in het zesde lid, dat het vierde lid wordt, wordt de verwijzing na het tweede en het derde lid geschrapt.

Artikel 4

Artikel 4 vervangt artikel 53quinquies om zo de verwijzingen naar de verschillende paragrafen van artikel 6 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 te kunnen wijzigen.

Voor het overige sluit artikel 4 de periode met de kwartalen gelegen na 2018 af met de kwartalen vóór 2021 en voegt er een nieuwe periode bij met de kwartalen gelegen vanaf 2021.

Artikel 5

Artikel 5 wijzigt artikel 60, § 4, tweede lid, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 om zo de verwijzing naar artikel 6, § 5, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 in de verwijzing naar artikel 6, § 8, van hetzelfde besluit te wijzigen.

Artikel 6

Artikel 6 legt het toepassingsgebied van dit besluit vast voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaan op 1 januari 2022, met uitzondering van de overlevingspensioenen, berekend op basis van een rustpensioen dat daadwerkelijk en voor de eerste maal ten laatste op 1 december 2021 is...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT