17 SEPTEMBER 2021. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het bedrag en de toekenningsvoorwaarden van de vergoedingen, toelagen en voordelen van de personeelsleden van het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken die de Vlaamse Regering in het buitenland vertegenwoordigen

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en § 3, vervangen bij de wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;

- het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.23;

- het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, artikel VII 91, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 en 30 april 2021.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 13 oktober 2020;

- De Vlaamse minister bevoegd voor begroting heeft akkoord gegeven op 12 november 2020;

- Het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest heeft protocol nr. 396.1267 gesloten op 2 juli 2021;

- Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 9 juli 2021 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

- Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

- Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, BESTUURSZAKEN, INBURGERING EN GELIJKE KANSEN BESLUIT:

TITEL 1. - Algemene bepalingen en toepassingsgebied

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. departement: het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken, vermeld in artikel 20, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

  2. vertegenwoordiger: het uitgezonden personeelslid van het departement dat de Vlaamse Regering in het buitenland of bij de permanente vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie vertegenwoordigt.

  3. adjunct-vertegenwoordiger: het uitgezonden personeelslid van het departement dat functioneert onder het gezag en de leiding van de vertegenwoordiger;

  4. gezin: de partner en een of meer kinderen ten laste;

  5. hoofdbestuur: de diensten van het departement in Brussel;

  6. humane redenen:

    1. palliatieve zorgen verstrekken;

    2. bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid;

    3. ouderschapsverlof;

  7. kind ten laste: het kind voor wie gezinsbijslag als vermeld in artikel VII 109septies en octies van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wordt toegekend;

  8. partner: de persoon die met de vertegenwoordiger of adjunct-vertegenwoordiger op de post samenwoont en die onder een van de volgende categorieën ressorteert:

    1. de echtgenoot of echtgenote;

    2. de samenwonende conform artikel 1475 tot en met 1479 van het Burgerlijk Wetboek met wie er geen huwelijksbeletsel is conform artikel 143 tot en met 164 van het Burgerlijk Wetboek;

    3. de samenwonende in een land waar het samenlevingsverband wettelijk geregeld is en met wie er geen huwelijksbeletsel is conform artikel 143 tot en met 164 van het Burgerlijk Wetboek;

    4. de samenwonende in een land waar het samenlevingsverband niet wettelijk geregeld is, maar met wie de vertegenwoordiger of adjunct-vertegenwoordiger een samenlevingscontract heeft gesloten en met wie er geen huwelijksbeletsel conform artikel 143 tot en met 164 van het Burgerlijk Wetboek;

  9. post: de diplomatieke of consulaire zending of permanente vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie, zowel in België als in het buitenland, waaraan de vertegenwoordiger of adjunct-vertegenwoordiger is toegevoegd;

  10. rotatie: periodieke mutatie tussen twee posten en van en naar het hoofdbestuur;

  11. standplaats: de vaste plaats van tewerkstelling.

    Art. 2. De bedragen, vermeld in dit besluit, tegen 100%, volgen de evolutie van het gezondheidsindexcijfer conform artikel VII 9 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

    HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

    Afdeling 1. - Algemeen

    Art. 3. Dit besluit is van toepassing op de statutaire en contractuele vertegenwoordigers en de statutaire en contractuele adjunct-vertegenwoordigers.

    De bepalingen die krachtens dit besluit van toepassing zijn op de vertegenwoordigers zijn ook van toepassing op de adjunct-vertegenwoordigers, tenzij het anders bepaald is.

    Afdeling 2. - Specifieke categorieën

    Art. 4. De vertegenwoordiger met standplaats bij het hoofdbestuur heeft geen recht op de vergoedingen en de toelagen, vermeld in artikel 11, 13, 14, 16, 17, tweede lid, 1° tot en met 5°, artikel 19, 20, 26 tot en met 52.

    Art. 5. De vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering bij de permanente vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie heeft geen recht op de vergoedingen en toelagen, vermeld in artikel 11, 13, 14, 16, 17, tweede lid, 1° tot en met 5°, artikel 19, 20, 26 tot en met 52.

    TITEL 2. - Vergoedingen, toelagen en voordelen

    HOOFDSTUK 1. - De postvergoeding

    Afdeling 1. - Definitie

    Art. 6. Er wordt een postvergoeding toegekend aan de vertegenwoordigers op een post om de kosten te vergoeden als die niet vergoed worden door een andere vergoeding die beantwoordt aan een specifieke doelstelling, die verbonden zijn aan:

  12. de uitoefening van de functie van vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering en meer bepaald het representatieve karakter van die functie;

  13. specifieke functies die de vertegenwoordiger in zijn loopbaan gedurende regelmatige intervallen moet uitoefenen, zowel in België als in het buitenland;

  14. de regelmatige verplichte rotatie van de ene post naar de andere.

    Afdeling 2. - Bestanddelen

    Art. 7. De postvergoeding is samengesteld uit de volgende forfaitaire elementen:

  15. mobiliteit;

  16. standplaats;

  17. passieve representatie;

  18. verwijdering;

  19. hardship.

    De bijlage bij dit besluit is gevoegd bevat een niet-limitatieve lijst van kosten die vergoed worden door de postvergoeding.

    Afdeling 3. - Basisbedragen

    Art. 8. Als basisbedragen gelden de bedragen zoals die periodiek vastgesteld zijn door de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor de diplomatieke medewerkers die de enige diplomatieke medewerkers zijn van het posthoofd, zijnde categorie DM3 voor de vertegenwoordigers en categorie DM4 voor de adjunct-vertegenwoordigers.

    De basisbedragen worden aangevuld met verschillende toeslagen naargelang de gezinssamenstelling van de vertegenwoordiger.

    Er is een verhoging door de gezinssamenstelling als vermeld in het tweede lid, als aan volgende voorwaarden is voldaan:

  20. de vertegenwoordiger is getrouwd is of woont wettelijk samen, op voorwaarde dat de partner minstens acht maanden per kalenderjaar of gedurende een evenredig berekende periode als de vertegenwoordiger niet voor een volledig jaar is aangesteld, bij hem op de post verblijft. De vertegenwoordiger van wie de partner zelf een postvergoeding van het departement krijgt, komt niet in aanmerking voor die toeslag;

  21. de vertegenwoordiger heeft kinderen voor wie hij ambtshalve gezinsbijslag ontvangt.

    Aanpassingen van de basisbedragen, de rangen van verwijdering en hardship en levensduurtecoëfficiënten worden toegepast met ingang van de datum, zoals vastgesteld door de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

    Aanpassingen van postvergoedingen gaan in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de gezinssituatie van de vertegenwoordiger wijzigt of op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de administratieve akte die de administratieve positie van de vertegenwoordiger wijzigt, wordt ondertekend.

    In het vijfde lid wordt verstaan onder wijziging:

  22. wijzigingen in de aanwezigheid van de partner op de post;

  23. wijziging van het aantal kinderen ten laste.

    Afdeling 4. - Levensduurtecoëfficiënt

    Art. 9. De levensduurtecoëfficiënt is de mathematische weergave van de vergelijking van de levensduurte voor uitgezonden personeel in de plaats waar een buitenlandse post gelokaliseerd is, met de levensduurte in België, zoals periodiek vastgesteld door de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De coëfficiënt houdt rekening met wisselkoersschommelingen.

    Afdeling 5. - Berekening van de postvergoeding

    Onderafdeling 1. - Mobiliteit

    Art. 10. Er wordt een mobiliteitsvergoeding toegekend aan alle vertegenwoordigers op een post die in het kader van een diplomatieke loopbaan verplicht zijn te roteren.

    De mobiliteitsvergoeding wordt vermenigvuldigd met de levensduurtecoëfficiënt die geldt voor de post.

    De mobiliteitsvergoeding wordt verhoogd met 25% voor vertegenwoordigers die op de post vergezeld zijn van hun partner.

    Onderafdeling 2. - Standplaats

    Art. 11. Er wordt een standplaatsvergoeding toegekend aan alle vertegenwoordigers op een post in het buitenland omdat ze daar hun functies moeten uitoefenen.

    De standplaatsvergoeding wordt vermenigvuldigd met de levensduurtecoëfficiënt die geldt voor de post.

    De standplaatsvergoeding wordt verhoogd met 25% voor vertegenwoordigers die op de post vergezeld zijn van hun partner.

    Onderafdeling 3. - Passieve representatie

    Art. 12. Er wordt een passieve representatievergoeding toegekend aan alle vertegenwoordigers op een post om hen toe te laten het representatieve aspect van hun functie te vervullen.

    De passieve representatievergoeding wordt vermenigvuldigd met de levensduurtecoëfficiënt die geldt voor de post.

    De passieve representatievergoeding wordt verhoogd met 25% voor vertegenwoordigers die op de post vergezeld zijn van hun partner.

    Onderafdeling 4. - Verwijdering

    Art. 13. De vergoeding voor verwijdering dekt de kosten van verwijdering die niet of niet volledig gedekt worden door de andere forfaitaire vergoedingen. De voormelde kostendekking wordt berekend in verhouding tot de afstand, bereikbaarheid, reisduur, mogelijkheden tot verplaatsingen en kostprijs van verplaatsingen.

    Voor vertegenwoordigers die op de post vergezeld zijn van hun partner, wordt de vergoeding...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT