17 OKTOBER 2021. - Koninklijk besluit tot invoeging van de bijlagen 6/1 en 18/1 in het Koninklijk Besluit van 23 maart 2017 houdende de werking van het Centraal Register Solvabiliteit en tot wijziging van artikel 1 van het koninklijk besluit van 27 maart 2017 houdende de bepaling van het bedrag van de retributie, evenals de voorwaarden en de modaliteiten van de inning ervan in het kader van het Centraal Register Solvabiliteit

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft betrekking op de wijziging van twee koninklijke besluiten, namelijk:

- het koninklijk besluit van 23 maart 2017 houdende de werking van Centraal Register Solvabiliteit;

- het koninklijk besluit van 27 maart 2017 houdende de bepaling van het bedrag van de retributie, evenals de voorwaarden en de modaliteiten van de inning ervan in het kader van het Centraal Register Solvabiliteit.

Het betreft een ontwerp van wijzigingsbesluit dat volgt op de wet van 21 maart 2021 tot wijziging van boek XX van het Wetboek van economisch recht, alsook van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, en dat voorziet in de invoering van een voorbereidend akkoord (artikel XX.39/1) bij het bewerkstelligen van hetzij een minnelijk akkoord in de zin van artikel XX.64 van het WER, hetzij een collectief akkoord/een reorganisatieplan in de zin van de artikelen XX.70 tot XX.78 van het WER. Dat voorbereidend akkoord heeft verschillende gevolgen voor het Centraal Register Solvabiliteit (hierna `het register'), bijvoorbeeld de aanstelling van een gerechtsmandataris.

Artikelsgewijze bespreking

Artikel 1

Met de invoering van die nieuwe procedure van het voorbereidend akkoord dienen nieuwe bijlagen (6/1 en 18/1) te worden ingevoegd, aangezien dat voorbereidend akkoord een weerslag heeft op zowel het schrijfrecht als op het recht tot raadpleging van het register.

Artikel 2

Dit artikel bepaalt het bedrag van de retributie die door de verzoeker is betaald voor het beheer van het dossier van het voorbereidend akkoord. Bij de daaropvolgende procedure van gerechtelijke reorganisatie is de retributie, bedoeld in 5°, geen tweede keer verschuldigd.

Artikel 3

Dit artikel behoeft geen bijzondere commentaar.

Artikel 4

Dit artikel behoeft geen bijzondere commentaar.

Ik heb de eer te zijn,

Sire,

Van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,

De Minister van Justitie,

V. VAN QUICKENBORNE

17 OKTOBER 2021. - Koninklijk besluit tot invoeging van de bijlagen 6/1 en 18/1 in het koninklijk besluit van 23 maart 2017 houdende de werking van het centraal register solvabiliteit en tot wijziging van artikel 1 van het koninklijk besluit van 27 maart 2017 houdende de bepaling van het bedrag van de retributie, evenals de voorwaarden en de modaliteiten van de inning ervan in het kader van het centraal register solvabiliteit

FILIP, Koning der Belgen,

Aan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT