17 OKTOBER 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2019 van het bedrag van de repartitiebijdrage bedoeld in artikel 14, § 8, zestiende lid, van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, artikel 14, § 8, dertigste lid, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016;

Gelet op de adviezen (A)1923 en (A)1923bis van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas aan de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie betreffende de winstmarge van de industriële productie van elektriciteit door splijting van kernbrandstoffen door de centrales onderworpen aan de repartitiebijdrage (Doel 3, Doel 4, Tihange 2 en Tihange 3) voor het jaar 2018, gegeven op 27 juni 2019 en 14 augustus 2019;

Gelet op het voorstel E2-N-2019-000950 van de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie aan de minister bevoegd voor Energie teneinde de vaststelling van de repartitiebijdrage voor het jaar 2019 mogelijk te maken, van 29 augustus 2019;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 oktober 2019;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 15 oktober 2019;

Overwegende dat het jaarlijks minimumbedrag van de repartitiebijdrage voor het jaar 2019, zoals bedoeld in artikel 14, § 8, zestiende en zeventiende lid, van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, wordt bepaald op 177 miljoen euro;

Overwegende dat voor het jaar 2019 het driejaarlijks kredietmechanisme van de repartitiebijdrage voorzien in artikel 14, § 8, twintigste lid, van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, van toepassing is;

Overwegende dat het voornoemde artikel 14, § 8, twintigste lid bepaalt dat voor de jaren 2019, 2022 en 2025, het bedrag van de repartitiebijdrage gelijk is aan het verschil tussen enerzijds, het maximum tussen de som, voor de drie jaren van de periode, van de bedragen die overeenkomen met 38 % van de winstmarge berekend overeenkomstig de formule bedoeld in Afdeling 2 van de bijlage bij de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT