17 OKTOBER 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanstelling van de gemachtigde ambtenaar bevoegd om kennis te nemen van beroepen ingediend tegen de administratieve geldboetes die werden opgelegd in uitvoering van artikel 214ter van de Brusselse Huisvestingscode
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Gelet op de Ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, en in het bijzonder artikel 214ter ;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 houdende vaststelling van haar werking en tot vaststelling van de ondertekening van de akten van de Regering en zijn verschillende wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 juli 2019 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2019 houdende uitvoering van de ordonnantie van 21 december 2018 tot wijziging van de Brusselse Huisvestingscode om de strijd tegen discriminatie bij de toegang tot huisvesting te versterken, en in het bijzonder artikel 3 van dit besluit;
Gelet op de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest, en in het bijzonder artikel 2, § 3 van deze ordonnantie;
Overwegende dat dit besluit geen rechten noch verplichtingen schept die natuurlijke personen kunnen treffen; dat het evaluatieverslag bedoeld in het artikel 2, § 1, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 derhalve niet moet worden opgesteld;
Overwegende dat de ordonnantie van 21 december 2018 een artikel 214bis invoert waarbij de Gewestelijke Inspectiedienst van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel de opdracht krijgt toevertrouwd om de naleving van de verplichtingen die bedoeld zijn in of krachtens artikelen 194, 200bis en 200ter, §§ 1 en 3, te controleren;
Overwegende dat de leidend ambtenaar van de Gewestelijke Inspectiedienst over de mogelijkheid beschikt om de overtreder een administratieve geldboete op te leggen bij gebrek aan een vervolging door de Procureur des Konings binnen de termijn die door de Regering werd opgelegd; dat door de overtreder een schorsend beroep tegen de beslissing van de leidend ambtenaar kan worden ingediend bij de Regering of de gemachtigd ambtenaar;
Overwegende dat de Directeur-generaal van Brussel Huisvesting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, om redenen van efficiëntie, wordt aangewezen om kennis te nemen van deze beroepen
Op voorstel van de...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI