17 NOVEMBER 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 novembre 2021.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

P.-Y. DERMAGNE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor het koetswerk

Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2021

Wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds

(Overeenkomst geregistreerd op 10 september 2021 onder het nummer 167005/CO/149.02)

In uitvoering van de artikelen 7, 21 en 22 van het nationaal akkoord 2019-2020 van 26 juni 2019 en de vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst : werkbaar werk en instroom van 12 september 2019.

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

Art. 2. De statuten van het "Sociaal Fonds voor de koetswerkondernemingen" zijn bijgevoegd in bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2021, met uitzondering van artikel 15, § 2 van de statuten dat in werking treedt op 1 januari 2021 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maand, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2022.

Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019 inzake wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds, geregistreerd onder het nummer 154736/CO/149.02 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 november 2020 (Belgisch Staatsblad van 12 januari 2021).

Art. 5. Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de leden goedgekeurde en door de voorzitter en de secretaris ondertekende notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 november 2021.

De Minister van Werk,

P.-Y. DERMAGNE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds

Statuten van het fonds

HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, opdrachten, duur

  1. Benaming

    Artikel 1. Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1967, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 maart 1968 (Belgisch Staatsblad van 5 april 1968) genaamd het "Sociaal Fonds voor de koetswerkondernemingen", verder in deze statuten het fonds genoemd.

  2. Zetel

    Art. 2. De maatschappelijke zetel van het fonds is te 1140 Brussel, Jules Bordetlaan 164 gevestigd. Hij kan, bij beslissing van het Paritair Subcomité voor het koetswerk, naar elke andere plaats in België worden overgebracht.

  3. Opdrachten

    Art. 3. Het fonds heeft als opdracht :

    3.1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren;

    3.2. de toekenning en de uitkering van aanvullende sociale voordelen te regelen en te verzekeren;

    3.3. de vakbondsvorming van de werklieden te bevorderen;

    3.4. de vorming en de informatie van de werkgevers te bevorderen;

    3.5. een deel van de werking en sommige initiatieven van de vzw EDUCAM te financieren volgens door de raad van bestuur vastgestelde regels;

    3.6. ten laste nemen van bijzondere bijdragen;

    3.7. de inning van de bijdrage voorzien voor de financiering en inrichting van een sectoraal pensioenstelsel.

  4. Duur

    Art. 4. Het fonds wordt opgericht voor onbepaalde tijd.

    HOOFDSTUK II. Toepassingsgebied

    Art. 5. Onderhavige statuten zijn van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

    Met "arbeiders" wordt bedoeld : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

    HOOFDSTUK III. - Statutaire opdrachten van het fonds

  5. Inning en invordering van de bijdragen

    Art. 6. Het fonds is gelast de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren.

  6. Toekenning en uitkering van de aanvullende vergoedingen

    2.1. Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid

    Art. 7. § 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben recht, ten laste van het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering of halve werkloosheidsuitkering erkend door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en voorzien in :

    - artikel 26, 1° - tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht;

    - artikel 28, § 1 - tijdelijke werkloosheid omwille van sluiting van de onderneming wegens jaarlijks verlof;

    - artikel 49 - tijdelijke werkloosheid omwille van technische stoornis;

    - artikel 50 - tijdelijke werkloosheid omwille van slecht weer;

    - artikel 51 - tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen;

    van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten op de vergoeding voorzien in artikel 7, § 2 van deze statuten, voor zover zij volgende voorwaarden vervullen :

    - werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;

    - op het ogenblik van de werkloosheid in dienst van de werkgever zijn.

    § 2. Het bedrag van de aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid wordt vastgesteld op :

    - 11,64 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;

    - 5,82 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering.

    Art. 8. De aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid dient te worden betaald bij jeugdvakantie en seniorenvakantie.

    2.2. Aanvullende vergoeding bij volledige werkloosheid

    Art. 9. § 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben, ten laste van het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering recht op de bij artikel 9, § 2, voorziene vergoeding, met een maximum van respectievelijk 200 dagen en 300 dagen per geval, al naargelang zij op de eerste werkloosheidsdag minder dan 45 jaar oud zijn of 45 jaar en ouder zijn, en voor zover zij volgende voorwaarden vervullen :

  7. werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de wetgeving op de werkloosheidsverzekering;

  8. door een in artikel 5 bedoelde werkgever ontslagen geweest zijn;

  9. op het ogenblik van het ontslag, ten minste vijf jaar tewerkgesteld zijn in één of meerdere ondernemingen die onder een van de volgende paritaire comités of paritaire subcomités ressorteren :

    - Paritair Comité voor de ijzernijverheid (Paritair Comité 104);

    - Paritair Comité voor non-ferro metalen (Paritair Comité 105);

    - Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (Paritair Comité 111);

    - Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie (Paritair Subcomité 149.01);

    - Paritair Subcomité voor het koetswerk (Paritair Subcomité 149.02);

    - Paritair Subcomité voor de edele metalen (Paritair Subcomité 149.03);

    - Paritair Subcomité voor de metaalhandel (Paritair Subcomité 149.04);

    - Paritair Comité voor het garagebedrijf (Paritair Comité 112);

    - Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen (Paritair Subcomité 142.01).

    § 2. Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding wordt vastgesteld op :

    - 6,54 EUR per volledige werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;

    - 3,27 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering.

    § 3. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van volledige werkloosheid aan de arbeiders, zoals beschreven in dit artikel, na en omwille van een eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever, werd op 1 juli 2015 stopgezet.

    Sinds 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen :

    - de beëindiging van de arbeidsovereenkomst is niet het gevolg van een eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever (bijvoorbeeld bij einde contract van bepaalde duur of duidelijk...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT