17 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019

VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING

Algemene inleiding

Dit besluit van de Vlaamse Regering wordt genomen ter uitvoering de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019 (hierna: de codex). Het besluit voorziet daarnaast ook in een inhoudelijk gerelateerde uitvoeringsbepaling voor artikel 8, eerste lid, van het decreet van 22 maart 2019 houdende een kader voor grote projecten en programma's.

Dit besluit komt in de plaats van:

  1. het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak (hierna: BVR begrotingscontrole);

  2. het besluit van de Vlaamse Regering van 3 februari 2006 houdende de modaliteiten tot invoering van het centraal kasbeheer voor de Vlaamse verzelfstandigde agentschappen opgericht ingevolge het decreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 (hierna: BVR CFO);

  3. het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de begroting en de boekhouding van de Vlaamse rechtspersonen (hierna: BVR begroting en boekhouding Vlaamse rechtspersonen);

  4. het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de boekhoudregels en de aanrekeningsregels die van toepassing zijn op de Vlaamse ministeries en de diensten met afzonderlijk beheer en betreffende de controle op de vastleggingskredieten (hierna: BVR begroting en boekhouding ministeries en DAB's);

  5. het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012 betreffende controle en single audit (hierna: BVR single audit);

  6. het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 betreffende de algemene regels inzake subsidiëring (hierna: BVR subsidies);

  7. het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2016 tot oprichting van de Vlaamse adviescommissie boekhoudkundige normen van toepassing op de Vlaamse ministeries, diensten met afzonderlijk beheer en Vlaamse rechtspersonen (hierna: BVR VABN);

  8. het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 betreffende de optimalisatie van het beheer van de financiële activa van de Vlaamse overheidsentiteiten (hierna: BVR financiële activa).

    Het besluit voegt de algemene regels inzake de begroting, de rapportering en de financiële operaties van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse rechtspersonen samen in één enkel uitvoeringsbesluit.

    Dit besluit beperkt er zich niet toe de voornoemde regelgeving te hernemen en te integreren, maar gaat gepaard met:

    1. een herschikking en een herschrijving van de voornoemde regelgeving, met het oog op een verbetering van haar leesbaarheid en interne consistentie.

    2. het verleggen van beleidsmatige klemtonen ten opzichte van de voornoemde regelgeving. De verhouding tot de voornoemde regelgeving wordt in dit verslag verduidelijkt, en ook de vernieuwingen ten opzichte van de voornoemde regelgeving worden opgenomen.

      Adviezen Raad van State en SERV

      De opmerkingen van de Raad van State advies 64.851/1 van 4 januari 2019 werden grotendeels verwerkt, wat hierna in dit verslag ook zal worden verduidelijkt (bij de aanhef en in de artikelsgewijze bespreking). Toch kon niet met alle opmerkingen worden ingestemd.

      Zo kan niet worden ingestemd met de zienswijze van de Raad van State over de verplichting om een boekhouding te voeren op basis van het federaal bepaalde genormaliseerd boekhoudplan (randnr. 9 van het advies). In de memorie van toelichting bij de codex werd omstandig aangegeven waarom die zienswijze niet kan worden gevolgd. Aangezien dit besluit in artikel 15 louter de rechtsgrond uit artikel 28, tweede lid, van de codex uitvoert, kan dan ook naar die omstandige motivering worden verwezen.

      Voor wat de opmerkingen in het advies over de VABN betreft (randnr. 14 m.b.t. de artikelen 64 tot en met 69 van het ontwerp zoals in eerste lezing principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 16 november 2018 (artikelen 65 tot en met 70 van voorliggend ontwerp), kan eveneens worden verwezen naar de omstandige toelichting in de memorie van toelichting bij de codex (de algemene repliek op het advies van de Raad van State vooraan en de artikelsgewijze toelichting bij artikel 70 van de codex).

      De opmerkingen van de Raad van State in het advies 65.906/1 van 7 mei 2019 werden gevolgd. Dit betekent dat zowel de aanhef werd gewijzigd alsook dat het verband werd verduidelijkt tussen artikel 37, § 2, 3° en de artikelen waarin het advies van de Inspectie van Financiën verplicht wordt opgelegd. De Raad van State verwijst in het advies enkel naar artikel 43 maar ook in andere artikelen van het besluit worden verplichte adviesaanvragen ingesteld. Om die reden zijn ook die andere artikelen vermeld in artikel 37, § 2, 3°.

      De opmerkingen van de SERV in zijn advies van 26 november 2018 gaven geen aanleiding tot een aanpassing van het ontwerp van besluit. Wel kan worden verwezen naar de toelichting bij artikel 141 aangaande de in het advies gesignaleerde vragen over het overgangsjaar 2019.

      Aanhef

      De aanhef werd aangevuld met de rechtsgronden die werden aangereikt door de Raad van State (randnrs. 3.4, 3.5 en 5 van advies 64.851/1), evenals de recente rechtsgrond in artikel 8, eerste lid, van het decreet van 22 maart 2019 houdende een kader voor grote projecten en programma's. Ook het lid waarin wordt verwezen naar het advies Raad van State werd aangevuld (randnr. 6 van advies 64.851/1), evenals de verwijzing naar het advies 65.906/1 van de Raad van State, gegeven op 7 mei 2019 (randnr. 3 van advies 65.906/1).

      Artikelsgewijze toelichting

      HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

      Artikel 1. De definities zoals opgenomen in de VCO werken allemaal door in dit besluit. Daarnaast werden slechts twee extra inhoudelijke definities opgenomen, nl. voor begrotingsakkoord en thema-overschrijdend inhoudelijk structuurelement.

    3. begrotingsakkoord

      Het begrotingsakkoord is het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, in het kader van zijn rol bij de ex ante controle van de uitvoering van de begroting. Deze definitie is vooral van belang voor de bepalingen inzake de controle door de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen (hoofdstuk 6, afdeling 1).

    4. thema-overschrijdend inhoudelijk structuurelement

      In de mate dat beleidskredieten kunnen toegewezen worden aan één specifiek inhoudelijk structuurelement (ISE), dienen de uitgaven onder het desbetreffende ISE te worden opgenomen. Wanneer het niet mogelijk is om een uitgave voorafgaandelijk toe te wijzen aan één specifiek inhoudelijk structuurelement, kan het worden opgenomen bij een thema-overschrijdend ISE. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn voor uitgaven in het kader van wetenschappelijk onderzoek, waarbij op voorhand nog niet vaststaat welk thema het voorwerp zal uitmaken.

      De beleidskredieten die onder het inhoudelijk structuurelement `thema-overschrijdend' komen te staan, moeten beperkt blijven tot een minimum. Dit betekent dat er eerst nagegaan wordt in welke mate het mogelijk is om kredieten toe te wijzen aan een specifiek ISE.

      HOOFDSTUK 2. - Begroting

      Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de entiteiten van de Vlaamse deelstaatoverheid

      Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen over de meerjarenraming en de beleids- en begrotingsinformatie

      Art. 2. Dit artikel herneemt in grote mate artikel 3 van het BVR begroting en boekhouding Vlaamse rechtspersonen.

      Het bepaalt dat de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, de indiening van de meerjarenraming voorbereidt zowel voor de Vlaamse Gemeenschap als voor de Vlaamse rechtspersonen.

      Overeenkomstig het tweede lid, kan de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse rechtspersonen wel vragen om een ontwerp van meerjarenraming op te stellen of een gerichte insteek te leveren volgens de instructies en binnen de termijn die hij bepaalt.

      Art. 3. Dit artikel is nieuw. De beleids- en begrotingstoelichtingen worden geïnitieerd als nieuwe documenten waarin de beleids- en begrotingsinformatie die voorheen in de beleidsbrieven en in de memories van toelichting per beleidsdomein opgenomen werd, meer en beter geïntegreerd wordt. Het opstellen van de beleids- en begrotingstoelichtingen vraagt een nauwe samenwerking tussen de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen regeringsbeleid, en de inhoudelijk bevoegde minister(s). De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen regeringsbeleid, staan daar hoofdzakelijk in voor het bewaken van de uniformiteit tussen de verschillende beleids- en begrotingstoelichtingen. De inhoudelijk bevoegde minister zorgt dan weer voor de sectorgebonden uitwerking. Om het betrokken proces meer te duiden en te stroomlijnen kunnen de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen regeringsbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, samen een instructie uitvaardigen.

      Onderafdeling 2. - Bepalingen over de jaarlijkse begroting

      Art. 4. Deze bepaling herneemt in grote mate artikel 5, § 1, van het BVR begrotingscontrole en artikel 4 van het BVR begroting en boekhouding Vlaamse rechtspersonen.

      Art. 5. Deze bepaling is nieuw. Ze legt aan alle aan de codex onderworpen entiteiten de verplichting op om een geüniformiseerd begrotingsplan te volgen.

      Waar de boekhouding reeds lang gevoerd wordt aan de hand van een boekhoudplan, is er nog geen soortgelijk sjabloon voor de begroting en begrotingsrapportering. Nochtans zijn er voor de begroting ook een aantal elementen waarover verplicht gerapporteerd moet worden. De internationale verplichtingen rond rapportering over overheidsschuld en vorderingensaldo zijn vervat in o.a. het ESR en COFOG. Daarnaast is met de invoering van een prestatie-geïnformeerde-begroting ook het inhoudelijk structuurelement (ISE) geïnitieerd. Het ISE zorgt voor een inhoudelijk zinvolle clustering van kredieten of deelbevoegdheden binnen een programma. Het is hét element dat de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT