17 DECEMBER 2021. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan de vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven
De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing,
Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, artikel 6, § 8;
Gelet op het ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan de vreemdelingen die legaal op het grondgebied van het Rijk verblijven;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 januari 2021;
Gelet op het advies nr. 68.958/2 van de Raad van State, gegeven op 29 maart 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 21 mei 2021;
Overwegende het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, artikel 31, 14° en 15° ;
Overwegende het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, aangenomen door de Raad van de Europese Unie op 30 januari 2020 (hierna het terugtrekkingsakkoord);
Overwegende dat er twee nieuwe kaarttypes gecreëerd werden voor de begunstigden van het terugtrekkingsakkoord, namelijk:
- de verblijfskaart voor de begunstigden van het terugtrekkingsakkoord, met een geldigheidsduur van vijf jaar, bedoeld in artikel 31, 14°, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en opgemaakt overeenkomstig met model in bijlage 53 van dit besluit,
- de duurzame verblijfskaart voor de begunstigden van het terugtrekkingsakkoord, met een geldigheidsduur van tien jaar, bedoeld in artikel 31, 15°, van hetzelfde koninklijk besluit van 8 oktober 1981 en opgemaakt overeenkomstig bijlage 54 van dit besluit.
Overwegende voorts dat sommige begunstigden van het terugtrekkingsakkoord, overeenkomstig artikel 69terdecies van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI