17 DECEMBER 2017. - Koninklijk besluit betreffende de billijke vergoeding van de uitvoerende kunstenaars en producenten voor de openbare uitvoering van fonogrammen of bij uitzending van fonogrammen via de omroep

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van economisch recht, artikel XI.213, tweede, derde en zesde lid, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1999 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 december 1999 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 september 1999 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbatingspunten gebruikt voor de promotie, de verkoop of de verhuur van goederen en diensten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 november 2001 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 5 november 2001 inzake de billijke vergoeding verschuldigd voor de mededeling van fonogrammen in polyvalente zalen, jeugdhuizen en culturele centra evenals bij gelegenheid van tijdelijke activiteiten binnen en buiten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 2003 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2004 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 15 december 2004 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de kappers en de schoonheidsspecialisten, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2004 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 15 december 2004 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning evenals door de organisatoren van tijdelijke activiteiten van vertoning van audiovisuele werken, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 december 2012 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 14 november 2012 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 20 oktober 2017;

Gelet op het advies 62.363/2 van de Raad van State, gegeven op 20 november 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de wetgever de wil heeft om de reglementering betreffende de billijke vergoeding meer te coördineren;

Op voordracht van de Minister van Economie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In uitvoering van de artikelen XI.212 en XI.213 van het Wetboek van economisch recht die aan de producenten van fonogrammen en aan de uitvoerende kunstenaars recht geeft op een billijke vergoeding voor de openbare uitvoering van fonogrammen of de uitzending ervan via de omroep, bepaalt dit besluit het bedrag van de genoemde vergoeding evenals de inningsmodaliteiten van de vergoeding in de volgende gevallen:

A. voor de openbare uitvoering van fonogrammen

  1. in de verkooppunten en handelsgalerijen, zoals bepaald in artikel 4;

  2. in de uitbatingspunten gebruikt voor de promotie, de verkoop of de verhuur van goederen en diensten bedoeld in artikel 5;

  3. in polyvalente zalen, jeugdhuizen en culturele centra, evenals bij gelegenheid van tijdelijke binnenactiviteiten en activiteiten in open lucht, bepaald in de artikelen 7 en 8;

  4. voor de kappers en schoonheidsspecialisten, zoals bepaald in artikel 10;

  5. voor de uitbaters van een lokaal/lokalen voor audiovisuele vertoning, evenals de organisatoren van tijdelijke activiteiten van vertoning van audiovisuele werken, zoals bepaald in artikel 11;

  6. voor de uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings, zoals gedefinieerd in artikel 12;

  7. binnen bedrijven, verenigingen en openbare diensten;

    B. voor de uitzending van fonogrammen via de omroep

    door de radio-omroepen, zoals gedefinieerd in artikel 9, met uitzondering van de schoolradio's.

    Art. 2. De billijke vergoeding is verschuldigd door de uitbater, zoals bepaald in artikel 3, 5° of door de radio-omroep, zoals bepaald in artikel 9, 2°.

    Zij wordt vooraf betaald op de door de beheersvennootschappen of hun mandataris vastgestelde vervaldagen.

    Alle tarieven vermeld in het huidige besluit zijn de tarieven zonder BTW.

    HOOFDSTUK 2. - Definities

    Afdeling 1. - Algemene definities

    Art. 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  8. fonogram: de vastlegging van de geluiden van een uitvoering of van andere geluiden, of van een weergave van geluiden anders dan in de vorm van een vastlegging, opgenomen in een cinematografisch werk of een ander audiovisueel werk;

  9. billijke vergoeding: de vergoeding verschuldigd voor elke openbare uitvoering van fonogrammen, of wat de radio-omroepen betreft, de vergoeding verschuldigd voor de uitzending van fonogrammen via de omroep;

  10. jaarlijks: de periode van 1 januari tot en met 31 december van elk kalenderjaar.

  11. beheersvennootschap: de collectieve beheersvennootschappen die de uitvoerende kunstenaars vertegenwoordigen alsook de collectieve beheersvennootschappen die de producenten van fonogrammen vertegenwoordigen, of hun mandataris die belast wordt met het innen van de billijke vergoeding;

  12. uitbater: elke natuurlijke of rechtspersoon die in om het even welke titel of hoedanigheid een plaats of lokaal of inrichting zoals bepaald in artikel 4, onder 1° en 2°, artikel 5 onder 1°, artikel 8, artikel 10 onder 2°, 4°, 5° of 6°, artikel 11 of artikel 12 uitbaat of voor wiens rekening zulks een plaats of lokaal wordt uitgebaat of die, ter gelegenheid van om het even welk evenement van tijdelijke aard, een van de activiteiten bepaald in artikel 7 uitoefent of organiseert, of de gebruiker van een zaal zoals bepaald in artikel 6, onder 1°, de organisator van tijdelijke activiteiten van vertoning van audiovisuele werken of een werkgever zoals bepaald in artikel 14, 3° ;

  13. tijdelijke openbare uitvoering van fonogrammen: een openbare uitvoering van fonogrammen in elke voor het publiek toegankelijke plaats of lokaal, ongeacht de voorwaarden die gesteld worden aan de toegang waar, ter gelegenheid van om het even welk evenement van tijdelijke aard, een van de activiteiten hernomen in artikel 4, onder 1° en 2° en artikel 5, onder 1° tijdelijk uitgeoefend wordt;

  14. seizoensgebonden activiteit of exploitatie: elke activiteit of exploitatie die meer dan drie opeenvolgende maanden in de loop van een kalenderjaar gesloten is;

  15. terras: elke plaats of lokaliteit die aan één zijde volledig open is, ongeacht de weersomstandigheden, behorende tot een inrichting zoals bepaald in artikel 8, onder 3° en artikel 12 waar gedurende een beperkte periode van het jaar maaltijden en/of dranken worden bereid en/of opgediend in open lucht, en dit zelfs gratis. De open zijde mag niet deels zijn afgesloten, bijvoorbeeld door middel van een windscherm of zonnewering. De open zijde kan aanwezig zijn aan één van de zijkanten of de bovenkant.

    Afdeling 2. - Definities van toepassing op de verkooppunten en handelsgalerijen

    Art. 4. Voor de toepasing van dit besluit wordt verstaan onder:

  16. verkooppunt: elke voor het publiek toegankelijke plaats of lokaal, ongeacht de voorwaarden die gesteld worden aan de toegang, hoofdzakelijk gebruikt voor de verkoop of aanbieding tot verkoop van materiële roerende goederen, met uitzondering van de activiteiten vermeld in andere afdelingen;

  17. handelsgalerij: voor het publiek toegankelijke plaats of lokaal die toegang verschaft tot twee of meerdere verkooppunten;

  18. netto verkoopoppervlakte: de oppervlakte van de plaatsen of lokalen zoals bepaald onder 1° en 2° hierboven waar er een openbare uitvoering van fonogrammen plaats vindt, met uitsluiting van het sanitair.

    Afdeling 3. - Definities van toepassing op uitbatingspunten gebruikt voor de promotie, de verkoop of de verhuur van goederen en diensten

    Art. 5. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  19. uitbatingspunt: elke voor het publiek toegankelijke plaats of lokaal, ongeacht de voorwaarden die gesteld worden aan de toegang, gebruikt voor de promotie, de verkoop of aanbieding tot verkoop, de verhuring of de onderverhuring, het ruilen of de aanbieding tot ruilen, de aankoop of de aanbieding tot aankoop van goederen en diensten,

    met uitsluiting van de activiteiten die hoofdzakelijk bestaan uit de verkoop of de aanbieding tot verkoop van materiële roerende goederen en meer algemeen met uitsluiting van de activiteiten vermeld in andere afdelingen;

  20. uitbatingsoppervlakte: de oppervlakte van de plaatsen of lokalen zoals bepaald onder 1° hierboven waar er een openbare uitvoering van fonogrammen plaats vindt, met uitsluiting van het sanitair, technische lokalen en op- en afritten van parkeergarages voor gemotoriseerde voertuigen;

  21. diensten: elke prestatie uitgevoerd voor derden ofwel tegen betaling, vergoeding of honoraria, ofwel gratis;

  22. beoefenaar van een vrij beroep: elke onderneming die op...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT