16 MAART 2021. - Wet houdende instemming met het Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU. - Euratom - Addendum (1)

_______

Nota

(1) Zie Belgisch Staatsblad van 23/03/2021 (Blz. 23752)

Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 311, derde alinea,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106bis,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het stelsel van eigen middelen van de Unie moet de zekerheid bieden dat de middelen toereikend zijn voor een geordende ontwikkeling van het beleid van de Unie, zonder dat daarbij de noodzaak van een strakke begrotingsdiscipline uit het oog wordt verloren. De ontwikkeling van het stelsel van eigen middelen kan en moet tevens zoveel mogelijk bijdragen tot de ontwikkeling van beleidsinitiatieven van de Unie.

(2) Met het Verdrag van Lissabon zijn wijzigingen aangebracht in de bepalingen met betrekking tot het stelsel van eigen middelen van de Unie, die de afschaffing van een bestaande categorie eigen middelen en de vaststelling van een nieuwe categorie mogelijk maken.

(3) De Europese Raad van 7 en 8 februari 2013 heeft een beroep gedaan op de Raad om te blijven voortwerken aan het voorstel van de Commissie voor een nieuwe bron eigen middelen op basis van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) om die zo eenvoudig en transparant mogelijk te maken, het verband met het Uniebeleid inzake btw en de feitelijke btw-inkomsten te versterken en een gelijke behandeling van de belastingbetalers in alle lidstaten te waarborgen.

(4) In juni 2017 heeft de Commissie een discussienota aangenomen over de toekomst van de EU-financiën. De Commissie stelde een reeks opties voor om de eigen middelen zichtbaarder aan Uniebeleidslijnen te koppelen, met name aan de eengemaakte markt en aan duurzame groei. Volgens deze nota moet bij de invoering van nieuwe eigen middelen aandacht worden besteed aan de transparantie, eenvoud en stabiliteit ervan, aan de samenhang met de beleidsdoelstellingen van de Unie, aan het effect ervan op het concurrentievermogen en op duurzame groei, en aan de billijke verdeling ervan onder de lidstaten.

(5) Het bestaande systeem om de eigen middelen op basis van de btw vast te stellen, is door de Rekenkamer, het Europees Parlement en de lidstaten herhaaldelijk bekritiseerd als te ingewikkeld. De Europese Raad van 17 tot en met 21 juli 2020 heeft daarom geconcludeerd dat de berekening van dat eigen middel moet worden vereenvoudigd.

(6) Om de financieringsinstrumenten van de Unie beter op haar beleidsprioriteiten af te stemmen, om de rol van de algemene begroting van de Unie ("de Uniebegroting") voor de werking van de eengemaakte markt beter tot uiting te brengen, om de doelstellingen van het Uniebeleid beter te ondersteunen en om de op het bruto nationaal inkomen (bni) gebaseerde bijdragen van de lidstaten aan de jaarlijkse begroting van de Unie te verlagen, heeft de Europese Raad van 17 tot en met 21 juli 2020 geconcludeerd dat de Unie de komende jaren zou streven naar een hervorming van het stelsel van eigen middelen en nieuwe eigen middelen zou invoeren.

(7) Als eerste stap moet een nieuwe categorie eigen middelen worden ingevoerd in de vorm van een nationale bijdrage berekend op grond van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval. Overeenkomstig de Europese strategie voor kunststoffen kan de Uniebegroting vervuiling door kunststof verpakkingsafval helpen terugdringen. Een categorie eigen middelen in de vorm van nationale bijdragen die evenredig zijn aan de hoeveelheid niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval in elke lidstaat, zal voor een prikkel zorgen om het verbruik van kunststoffen voor eenmalig gebruik terug te dringen, recycling stimuleren en de circulaire economie bevorderen. Tegelijkertijd zal het lidstaten vrij staan om, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, de meest geschikte maatregelen te nemen om die doelstellingen te behalen. Om een overdreven regressief effect op de nationale bijdragen te voorkomen, moet een aanpassingsmechanisme met een jaarlijkse forfaitaire verlaging worden toegepast op de bijdragen van lidstaten met in 2017 een bni per hoofd van de bevolking onder het EU-gemiddelde. Deze vermindering moet overeenstemmen met 3,8 kilogram vermenigvuldigd met de bevolking in 2017 van de betrokken lidstaten.

(8) De Europese Raad van 17 tot en met 21 juli 2020 heeft opgemerkt dat de Commissie, als basis voor aanvullende eigen middelen, in de loop van het eerste halfjaar van 2021 voorstellen zal doen voor een koolstofgrenscorrectiemechanisme en voor een heffing op digitale diensten, met de bedoeling dat die uiterlijk op 1 januari 2023 worden ingevoerd. De Europese Raad heeft de Commissie verzocht met een herzien voorstel komen voor het EU-emissiehandelssysteem, waarbij dat systeem mogelijkerwijs wordt uitgebreid tot de lucht- en zeevaartsectoren. Tot slot stelde de Europese Raad dat de Unie onder het meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027 ("MFK 2021-2027") zal werken aan de invoering van andere eigen middelen, waaronder mogelijk een belasting op financiële transacties.

(9) De Europese Raad van 17 tot en met 21 juli 2020 heeft geconcludeerd dat de algemene doelstellingen van eenvoud, transparantie en billijkheid, met inbegrip van een eerlijke lastenverdeling, als leidraad voor de eigenmiddelenregelingen moeten dienen. Tevens is zij tot de conclusie gekomen dat Denemarken, Nederland, Oostenrijk en Zweden, alsmede, in het kader van de steun voor herstel en veerkracht, Duitsland, forfaitaire correcties moeten kunnen toepassen op hun jaarlijkse op het bni gebaseerde bijdragen voor de periode 2021-2027.

(10) De lidstaten moeten 25 % van de door hen geïnde bedragen aan traditionele eigen middelen inhouden als inningskosten.

(11) De integratie van het Europees Ontwikkelingsfonds in de Uniebegroting moet vergezeld gaan van een verhoging van de in dit besluit vastgestelde maxima van de eigen middelen. Een voldoende marge tussen de betalingen en het maximum van de eigen middelen is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de Unie - onder alle omstandigheden - haar financiële verplichtingen kan nakomen, zelfs in tijden van economische neergang.

(12) Een voldoende marge moet worden gehandhaafd onder de maxima voor de eigen middelen voor de Unie opdat zij al haar financiële verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bepaald jaar kan nakomen. Het totale bedrag van de eigen middelen die aan de Unie worden toegewezen ter dekking van de jaarlijkse betalingskredieten, mag niet hoger liggen dan 1,40 % van de som van de bni's van alle lidstaten. Het totale jaarlijkse bedrag aan in de Uniebegroting opgenomen vastleggingskredieten mag niet hoger liggen dan 1,46 % van de som van de bni's van alle lidstaten.

(13) Om het bedrag aan financiële middelen die ter beschikking van de Unie worden gesteld ongewijzigd te houden, is het passend de maxima van de eigen middelen voor betalings- en vastleggingskredieten uitgedrukt als een percentage van het bni aan te passen indien Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) significante veranderingen van het bni-peil meebrengt.

(14) De economische impact van de COVID-19-crisis onderstreept het belang van het waarborgen dat de Unie voldoende financiële capaciteit heeft om economische schokken op te vangen. De Unie moet zichzelf de middelen verschaffen om haar doelstellingen te verwezenlijken. Financiële middelen op uitzonderlijke schaal zijn nodig om de gevolgen van de COVID-19-crisis te bestrijden zonder de druk op de financiën van de lidstaten te vergroten, nu hun begrotingen reeds onder enorme druk staan als gevolg van de financiering van de nationale economische en sociale maatregelen in verband met de crisis. Daarom moet een uitzonderlijke respons op Unieniveau plaatsvinden. Om die reden is het passend aan de Commissie op uitzonderlijke grond een tijdelijke machtiging te verlenen om namens de Unie op de kapitaalmarkten leningen aan te gaan tot maximaal 750 miljard EUR in prijzen van 2018 van de geleende middelen. Van dat bedrag zou maximaal 360 miljard EUR in prijzen van 2018 uitsluitend worden gebruikt voor het verstrekken van leningen en maximaal 390 miljard EUR in prijzen van 2018 van de geleende middelen worden gebruikt voor uitgaven, in beide gevallen enkel ter bestrijding van de gevolgen van de COVID-19-crisis.

(15) Deze uitzonderlijke respons moet de gevolgen van de COVID-19-crisis bestrijden en herhaling van de crisis voorkomen. Daarom moet de steun in de tijd worden beperkt en moet het grootste deel van de financiering onmiddellijk na de crisis worden verstrekt, wat betekent dat de juridische verbintenissen van een met deze extra middelen gefinancierd programma uiterlijk op 31 december 2023 moeten worden aangegaan. De goedkeuring van betalingen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit zal afhankelijk zijn van het feit of de relevante mijlpalen en streefdoelen van het herstel- en veerkrachtplan voldoende verwezenlijkt zijn, welke zullen worden beoordeeld overeenkomstig de procedure daarvoor in de verordening tot instelling van een herstel- en veerkrachtfaciliteit, waarin de conclusies van de Europese Raad van 17 tot en met 21 juli 2020 hun weerslag vinden.

(16) Om de aansprakelijkheid in verband met de voorgenomen lening van financiële middelen te dragen, is een buitengewone en tijdelijke verhoging van de maxima van de eigen middelen noodzakelijk. Daarom moeten zowel het maximum van de betalingskredieten als dat van de vastleggingskredieten worden verhoogd met 0,6 procentpunten, uitsluitend om te voldoen aan alle verplichtingen van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT