16 JULI 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, de artikelen 6bis, eerste lid, 17 § 1, eerste lid, 19, derde lid, 28, eerste lid en 2;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur;

Gelet op het advies nr. 68.155/4 van de Raad van State, gegeven op 12 november 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies nr. 69 325/4 van de Raad van State, gegeven op 1 juni 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 02 maart 2020;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 05 maart 2020;

Gelet op de gelijkekansentest van 15 januari 2020 ;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit van 15 januari 2021;

Overwegende de adviezen van het Gewestelijk Adviescomité voor de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur van 26/06/2020, 09/07/2020, 14/07/2020 en 27/07/2020 ;

Overwegende het advies van Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 16 juli 2020;

Overwegende dat het voor gebruikers van de door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vergunde diensten noodzakelijk is dat deze dienstverleners minstens kwaliteitsvoorwaarden naleven en dat ze rechtspersonen zijn die de vereiste voorwaarden inzake zedelijk gedrag of beroepsbekwaamheid vervullen;

Gelet op het feit dat het aangewezen is dat gebruik wordt gemaakt van de machtigingen waarin artikel 19, derde lid, en artikel 28 van de ordonnantie voorzien, aangezien het aantal vergunde diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur sinds 2015 is toegenomen;

Dat dit noodzakelijk is om oneerlijke mededinging te vermijden tussen de taxisector en de sector van diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, door het gebrek aan voorwaarden inzake zedelijk gedrag of beroepsbekwaamheid voor deze laatste categorie chauffeurs ongedaan te maken; dat dit ook noodzakelijk is met het oog op een kwaliteitsvolle dienstverlening door de voornoemde categorie aan de gebruikers;

Op voorstel van de minister-president belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, Promotie van het Imago van Brussel, Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang en Bezoldigd Vervoer van Personen.

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In artikel 8, § 6, eerste lid, 4° van van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur hetzelfde besluit, wordt de woorden "10 werkdagen" vervangen door de woorden "drie maanden".

Art. 2. In artikel 11 van het hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van 27 maart 2014 en van 4 april 2019, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Het in het eerste lid bedoelde bekwaamheidscertificaat is enkel geldig voor het uitoefenen van het beroep van taxichauffeur."

Art. 3. In artikel 14 van hetzelfde besluit, als gewijzigd bij besluit van 4 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. In de inleidende zin van § 1, eerste lid, worden de woorden "die de onder andere volgende vier bestanddelen omvatten" vervangen door de woorden "die in het bijzonder de volgende twee fases omvatten";

  2. In het eerste lid van § 1 worden de bepalingen onder 1) opgeheven;

  3. In het eerste lid van § 1 worden de bepalingen onder 4) opgeheven;

  4. De punten 2) en 3) worden vernummerd naar respectievelijk de punten 1) en 2);

  5. § 3 wordt vervangen door wat volgt:

    " § 3. Alleen de kandidaten die geschikt verklaard worden voor fase 1 kunnen deelnemen aan de fase 2 zoals bedoeld in § 1."

  6. in § 5 wordt het woord "zes" vervangen door het woord "twee" en worden de woorden "drie jaar" vervangen door de woorden "een jaar";

  7. het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 7, luidende:

    " § 7. De kandidaat die de in artikel 82quinquies van dit besluit bedoelde beroepsselectietesten heeft afgelegd en daarin geslaagd is, en over een geldig getuigschrift beschikt, is vrijgesteld voor de in dit artikel bedoelde testen."

    Art. 4. In artikel 16, § 6, tweede lid, van hetzelfde besluit, als gewijzigd bij besluit van 4 april 2019, wordt het woord "zes" vervangen door het woord "twee" en worden de woorden "drie jaar" vervangen door de woorden "een jaar".

    Art. 5. Artikel 22 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van 4 april 2019, wordt opgeheven.

    Art. 6. In artikel 25 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt:

    De chauffeurs zijn ertoe gehouden de Administratie op de hoogte te brengen binnen een termijn van drie maanden na het voorval, van elke in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke veroordeling ten opzichte van die persoon, door het overleggen van een uittreksel uit het strafregister afgeleverd overeenkomstig artikel 596, eerste lid van het Wetboek van strafvordering.

    Art. 7. In artikel 26, § 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van 27 maart 2014, wordt er een punt 6° toegevoegd dat luidt als volgt:

    "6° indien hij voltijdse werknemer is, een kopie van zijn arbeidsovereenkomst waarin de werkdagen en -tijden worden vastgelegd."

    Art. 8. In artikel 45, eerste lid, 2° van hetzelfde besluit worden de woorden "in dit geval moet een kopie van het aan de Administratie gerichte document zich aan boord van het voertuig bevinden;" aangevuld na de woorden "mits hij zich op de eerste werkdag volgend op de vervanging bij de dienst meldt, voor bevestiging;"

    Art. 9. In hetzelfde besluit wordt een artikel 72bis ingevoegd dat luidt als volgt:

    Art. 72bis. De definitieve intrekking van de vergunning voor het exploiteren van een taxidienst houdt een tienjarig verbod in om een nieuwe vergunning voor het exploiteren van een taxidienst of een dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur aan te vragen en te verkrijgen.

    Als de intrekking van de vergunning een rechtspersoon betreft, geldt het tienjarige verbod om een nieuwe vergunning aan te vragen en te verkrijgen ten aanzien van de zaakvoerders of bestuurders belast met het dagelijkse beheer.

    Art. 10. Artikel 76 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:

    Art. 76. De definitieve intrekking van het bekwaamheidscertificaat houdt het tienjarig verbod in om zich aan te melden voor de infosessies, de beroepsselectietesten en de examens voor het halen van het bekwaamheidscertificaat van taxichauffeur of van chauffeur van huurwagens met chauffeur.

    Art. 11. Artikel 81 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:

    Art. 81. De exploitanten zijn ertoe gehouden de Administratie op de hoogte te brengen:

    1° binnen een termijn van tien werkdagen nadat de situatie zich heeft voorgedaan en als het een rechtspersoon betreft, van elke verplaatsing van de maatschappelijke zetel of wijziging van de exploitatiezetel, elke benoeming, elk ontslag, elke uitsluiting van een bestuurder, zaakvoerder of werkende vennoot of zaakvoerder en van elke wijziging in de toekenning van de aandelen, met uitzondering van de aandelen aan toonder, aan de hand van een eensluidend verklaarde kopie van de beslissing van het bevoegde orgaan van de vennootschap en het bewijs van het neerleggen van deze beslissing ter griffie van de ondernemingsrechtbank;

    2° binnen een termijn van tien werkdagen nadat de situatie zich heeft voorgedaan en als het een natuurlijke persoon betreft, van elke wijziging van woonplaats, aan de hand van de identiteitskaart;

    3° voor de indienststelling van het voertuig, van elke verandering van voertuig, aan de hand van de in artikel 83sexies bedoelde boorddocumenten;

    4° binnen een termijn van drie maanden nadat de situatie zich heeft voorgedaan, van elke in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke veroordeling ten opzichte van zijn persoon, door het overleggen van een uittreksel uit het strafregister afgeleverd overeenkomstig artikel 596, eerste lid van het Wetboek van strafvordering;

    5° binnen de 24 uren nadat de situatie zich heeft voorgedaan, van elk verval, elk verstrijken of elke opschorting van de verzekeringspolis voor één of meer voertuigen;

    6° voor de inwerkingtreding van het contract of de wijziging ervan, van de aanwerving, de verandering van de arbeidsregeling, het door een chauffeur aangeboden of aan een chauffeur gegeven ontslag;

    7° binnen een termijn van tien werkdagen na de beslissing, van elke gerechtelijke beslissing aangaande zijn faillietverklaring of het verslag van een uitgesproken faillissement.

    De voornoemde verplichtingen moeten door de exploitant worden uitgevoerd door middel van een brief, via de elektronische post of per koerier tegen ontvangstbewijs van de Administratie. Gebeurt de in het eerste lid, 6° bedoelde mededeling buiten de kantooruren van de Administratie, dan dient een kopie van het aan de Administratie gerichte document zich aan boord van het voertuig te bevinden.

    Art. 12. In afdeling 1 van hoofdstuk I van titel III wordt een artikel 81bis ingevoegd, luidende:

    "Art. 81bis. De exploitanten mogen geen chauffeurs aanwerven of laten rijden die geen houder zijn van een geldig, door de Administratie afgeleverd bekwaamheidscertificaat en van het geschiktheidsattest, uitgereikt met toepassing van de geldende federale reglementering.

    Art. 13. De artikelen 82 en 83 van hetzelfde besluit worden vervangen door wat volgt:

    "Onderafdeling 1: Voorwaarden

    Art. 82. § 1. De chauffeurs moeten steeds voldoen aan de vereiste waarborgen inzake zedelijk gedrag en beroepsbekwaamheid.

    § 2. Om zijn zedelijk gedrag aan te tonen, moet de chauffeur:

    1. van goed gedrag en zeden zijn;

    2. in België of in het buitenland geen van de hiernavolgende in kracht...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT