15 MEI 2022. - Koninklijk besluit nr. 2bis tot vaststelling van de forfaitaire grondslagen van aanslag inzake de belasting over de toegevoegde waarde voor caféhouders en kleine caféhouders

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Dit koninklijk besluit strekt ertoe om, door middel van een nieuw genummerd koninklijk besluit 2bis, het koninklijk besluit nr. 2 van 19 december 2018, met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "koninklijk besluit nr. 2") aan te vullen, om een oplossing uit te werken voor een delicate juridische situatie die is veroorzaakt door een aantal rechtsvorderingen gericht tegen de regeling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de caféhouders en de kleine caféhouders, bedoeld in artikel 56 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "het Wetboek").

Deze rechtsvorderingen voor de afdeling geschillen van de Raad van State leiden tot rechtsonzekerheid zowel voor de administratie als voor de betrokken belastingplichtigen, met name wat de vaststelling van de maatstaf van heffing van de door die belastingplichtigen verrichte handelingen betreft.

Er moet hoe dan ook worden op gewezen dat de reglementering inzake de bijzondere regeling van forfaitaire grondslagen van aanslag geleidelijk zal verdwijnen. Artikel 10 van de wet van 27 december 2021 houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde dat artikel 56, §§ 6 en 7, van het Wetboek wijzigt, voorziet immers dat een aan de normale belastingregeling of een aan de in artikel 56bis van het Wetboek bedoelde vrijstellingsregeling van de belasting onderworpen belastingplichtige, sinds 1 januari 2022 niet meer voor die regeling kan opteren (artikel 56, § 6, eerste lid, van het Wetboek). Dat is evenzeer het geval voor de belastingplichtige die zijn economische activiteit aanvangt vanaf 1 januari 2022 (artikel 56, § 6, tweede lid, nieuw, van het Wetboek). Die regeling zal trouwens voor het geheel van de belastingplichtigen die er al aan onderworpen waren vóór 1 januari 2022 niet meer van toepassing zijn vanaf 1 januari 2028 (artikel 56, § 7, van het Wetboek).

Sinds nagenoeg veertig jaar past de administratie, overeenkomstig artikel 56, § 1, van het Wetboek, na overleg met de betrokken bedrijfsgroeperingen en per bedrijfssector, in het kader van de vereenvoudigingsregeling bedoeld in dat artikel de forfaitaire grondslagen van aanslag toe voor de toepassing van de btw (dergelijke forfaitaire grondslagen van aanslag bestaan ook inzake directe belastingen overeenkomstig artikel 342, § 1, tweede lid, van het Wetboek van inkomstenbelastingen - WIB 92).

Die forfaitaire grondslagen van aanslag worden elk jaar, na dat overleg, door de administratie gepubliceerd in twee fasen. Een eerste publicatie heeft betrekking op de voorlopige forfaitaire grondslagen van aanslag, gebaseerd op die van het voorafgaande jaar. Een tweede publicatie heeft betrekking op de definitieve grondslagen van aanslag. In voorliggend geval blijkt dat er nagenoeg systematisch geen enkel verschil is tussen de voorlopige en de definitieve grondslagen.

Recent werd een beroep tot nietigverklaring ingediend bij de afdeling administratie van de Raad van State door een federatie van caféhouders met betrekking tot de administratieve "circulaire" inzake de caféhouders (in essentie de publicatie door de administratie) voor het jaar 2020. Een vergelijkbaar beroep werd trouwens door dezelfde federatie ingesteld met betrekking tot hetzelfde forfait voor het jaar 2021.

Bij arrest nr. 251.520 van 17 september 2021, heeft de Raad van State, zonder zich uit te spreken over de grond van de zaak, voor recht gezegd dat:

- artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 (dat betrekking heeft op de beroepen met betrekking tot reglementaire besluiten) wordt miskend wanneer een circulaire, waarvan is vastgesteld dat ze reglementair van aard is, niet werd voorgelegd aan het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State (eigen vertaling);

- het bestreden besluit (de "circulaire" met betrekking tot het forfait van caféhouders en kleine caféhouders) heeft wel degelijk een reglementaire draagwijdte. Het werd evenwel niet voor advies voorgelegd aan de afdeling wetgeving van de Raad van State en bevat bovendien geen enkele rechtvaardiging van de spoedeisendheid die de tegenpartij eventueel had kunnen vrijstellen van die adviesaanvraag (eigen vertaling);

- bijgevolg, wordt de forfaitaire regeling inzake btw voor de caféhouders - jaar 2020 (F 2020/4-24) vernietigd, (...) het verzoek tot handhaving van de gevolgen van het bestreden besluit door de tegenpartij [is bovendien] niet gegrond (eigen vertaling).

Rekening houdend met het feit dat de "circulaire" reglementair van aard is, heeft de administratie die, onder handtekening van de minister van Financiën, voor advies voorgelegd aan de afdeling wetgeving van de Raad van State overeenkomstig artikel 3, § 1, van de voormelde wetten op de Raad van State.

In het advies nr. 70.713/3 van 29 december 2021, heeft de afdeling wetgeving van de Raad van State geweigerd die "circulaire" te onderzoeken, op grond van de volgende redenen:

- de forfaitaire regeling weliswaar uitgevaardigd als een circulaire, maar ze heeft een reglementair karakter;

- die werkwijze houdt een miskenning in van de voornoemde wetsbepaling, die inhoudt dat alle reglementaire besluiten in beginsel aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State moeten worden voorgelegd;

- die onwettigheid kan niet worden geremedieerd door de forfaitaire regeling, nog steeds in de vorm van een circulaire, als dusdanig aan de afdeling Wetgeving om advies voor te leggen. De afdeling Wetgeving is immers niet bevoegd om over dergelijke circulaires advies te geven, zelfs indien ze, zoals in dit geval, een regelgevend karakter vertonen;

- eerst moet de forfaitaire regeling worden omgewerkt tot een ontwerp van koninklijk besluit of eventueel een ontwerp van ministerieel besluit. Dat veronderstelt uiteraard onder meer dat voor dat ontwerpbesluit en geëigende rechtsgrond voorhanden is, die in de aanhef van dat besluit moet worden vermeld. Pas daarna kan - en moet - dat ontwerpbesluit om advies worden voorgelegd aan de afdeling Wetgeving.

Om aan deze kritiek van de Raad van State tegemoet te komen, wenste de minister van Financiën deze regeling betreffende de forfaitaire grondslagen van aanslag voor caféhouders en kleine caféhouders in een ministerieel besluit op te nemen, op basis van artikel 9 van koninklijk besluit nr. 2, dat tegelijkertijd werd gewijzigd om een dergelijk ministerieel besluit te kunnen nemen.

Over deze twee ontwerpen (ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van koninklijk besluit nr. 2 van 19 december 2018 met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake belasting over de toegevoegde waarde en ontwerp van ministerieel besluit tot vaststelling van de forfaitaire grondslagen van aanslag inzake de belasting over de toegevoegde waarde voor caféhouders en kleine caféhouders) zijn respectievelijk advies nr. 71.268/3 en advies nr. 71.271/3 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State uitgebracht, beide op 25 april 2022.

In het kader van die twee adviezen overweegt de Raad van State dat "Het regelen van de "praktische toepassingsmodaliteiten" van het koninklijk besluit nr. 2 van 19 december 2018 wat betreft de vaststelling van de forfaitaire grondslagen kan evenwel niet als een maatregel van bijkomstige of detailmatige aard worden beschouwd. Zoals blijkt uit het ontwerp van ministerieel besluit `tot vaststelling van de forfaitaire grondslagen van aanslag inzake de belasting over de toegevoegde waarde voor caféhouders en kleine caféhouders' waarover de Raad van State eveneens om advies werd gevraagd (adviesaanvraag nr. 71.271/3) wordt aldus aan de minister de bevoegdheid gegeven om te bepalen op wie de regeling van toepassing is, en wat de belastbare grondslag voor de forfaitaire belastingregeling is. Een dergelijke aangelegenheid moet evenwel in een koninklijk besluit worden geregel.". De Raad van State concludeert dat "de machtiging aan de minister om de praktische toepassingsmodaliteiten van het koninklijk besluit nr. 2 van 19 december 2018 te bepalen wat betreft de vaststelling van de forfaitaire grondslagen geen doorgang kan vinden en dat de in het voormelde ontwerp van ministerieel besluit vervatte regeling die hieraan uitvoering geeft, moet worden omgewerkt tot een ontwerp van koninklijk besluit".

Overeenkomstig deze adviezen van de Raad van State en haar rechtspraak met betrekking tot deze problematiek, maken de modaliteiten voor de berekening van de forfaitaire grondslagen voor de caféhouders en de kleine caféhouders het voorwerp uit van dit koninklijk besluit. Dit koninklijk besluit houdt voor wat de tekst ervan betreft, rekening met de zeer beperkte opmerkingen geformuleerd door de afdeling Wetgeving van de Raad van State in haar advies met nr. 71.271/3 met betrekking tot de inhoud van de tekst van het ontwerp van ministerieel besluit tot vaststelling van de forfaitaire grondslagen van aanslag inzake de belasting over de toegevoegde waarde voor caféhouders en kleine caféhouders.

De regeling opgenomen in dit koninklijk besluit is, op de paar kleine wijzigingen na om de tekst inhoudelijk in overeenstemming te brengen met het voormelde advies van de Raad van State, volledig identiek aan de tekst van het voormelde ministerieel besluit dat het voorwerp heeft uitgemaakt van het advies van de Inspectie van Financiën van 11 maart 2022, de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting van 23 maart 2022 en van het voormelde advies van de Raad van State. Om die reden wordt er aldus in de aanhef van dit besluit dan ook uitsluitend verwezen naar de betrokken adviezen en werden er geen nieuwe adviezen of akkoorden aangevraagd.

Aangezien dit besluit de omzetting in een koninklijk besluit is van de administratieve circulaire betreffende de forfaitaire regeling voor caféhouders en kleine caféhouders voor het jaar 2020 (omzendbrief F 2020/4-24), die op dezelfde wijze wordt toegepast voor de volgende jaren (2021 en 2022), zal de hiernavolgende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT