15 MAART 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, betreffende de lonen (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, betreffende de lonen.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 maart 2022.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

P.-Y. DERMAGNE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven

Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2020

Lonen (Overeenkomst geregistreerd op 18 maart 2021 onder het nummer 163734/CO/202.01)

"Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering."

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven.

§ 2. Met "bedienden" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld.

HOOFDSTUK II. - Loonschalen

Art. 2. § 1. De sociale partners sluiten zich aan bij de doelstelling van de kaderrichtlijn 2000/78 zoals die werd omgezet in Belgisch recht in de antidiscriminatiewet van 10 mei 2007 die elke vorm van discriminatie verbiedt op grond van leeftijd, geslacht, ras, filosofische overtuiging, enzovoort.

§ 2. Tevens is ook de gelijke beloning van mannen en vrouwen voor een gelijke of gelijkwaardige arbeid vervat in de richtlijn 2006/54/EG en verder uitgewerkt in de Resolutie van het Europees Parlement van 24 mei 2012 met aanbevelingen aan de Commissie betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke of gelijkwaardige arbeid (2011/2285(INI)).

§ 3. De sociale partners verwoorden ook nadrukkelijk de wil dat de omzetting van de leeftijdsbarema's sociaal neutraal en kostenneutraal dient te zijn; tevens plaatsen zij de omzetting van de leeftijdsbarema's van de sector binnen de traditie van goed sociaal overleg in de sector, waarbij gestreefd wordt naar de grootst mogelijke rechtszekerheid voor alle betrokken werknemers en werkgevers.

§ 4. Het is van collectief belang dat er transparante en objectieve loonschalen bestaan die paritair overlegd zijn, temeer de minimum baremalonen veelal de reële lonen zijn voor de werknemers in de sector.

§ 5. Daarom kiezen de sociale partners ervoor een sectoraal verloningsmechanisme te hanteren dat is gebaseerd op twee pijlers; met name de functie/functie-inhoud enerzijds en de opgebouwde ervaring anderzijds.

§ 6. Loongroei wordt bepaald door een systeem van progressie in de loonschaal op basis van opgebouwde ervaring.

Sectorloonschalen geven de contouren aan van de minimumgroei en kunnen op bedrijfsvlak gepersonaliseerd/gedifferentieerd worden. De minimumgroei in loon die op sectorvlak voorzien wordt, beloont enerzijds de loyaliteit aan de onderneming en anderzijds de opgedane ervaring en/of de ervaringsgroei.

§ 7. Sociale partners refereren naar het arrest Cadman waarin het Europees Hof oordeelt dat het loonsysteem rekening houdt met de lengte van het dienstverband, waarvan vaststaat dat het disproportioneel nadeliger is voor vrouwen dan voor mannen. Niettemin herhaalt het Hof de bestaande jurisprudentie (in het bijzonder arrest Danfoss, C-109/889) dat zegt dat beloning gebaseerd op ervaring een objectief gerechtvaardigd systeem is en daarbij het gebruik van de duur van het dienstverband een aangewezen middel is. (De werkgever hoeft het gebruik van dit beloningssysteem niet speciaal te rechtvaardigen, tenzij de werknemer bewijs aandraagt dat dit beloningssysteem onrechtvaardig is.)

§ 8. De sociale partners zijn van mening dat de Europese discriminatieverboden in geen geval een sociale achteruitgang tot gevolg hebben.

De loonschalen hebben tot doel alle werknemers gelijk(waardig) te behandelen en ongelijke behandeling op basis van directe en indirecte persoonskenmerken te voorkomen.

De sociale partners uit de sector willen voorkomen dat er met betrekking tot het loon van de werknemers andere discriminaties situaties zouden ontstaan die ook tegen het discriminatieverbod indruisen en die negatief kunnen uitpakken op de arbeidssituatie van vrouwen, jongeren, deeltijdsen, werkzoekenden op de arbeidsmarkt, enz.

§ 9. Gezien de specifieke karakteristieken van de sector (een sector met een groter aandeel aan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT