15 JULI 2018. - Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Civiele veiligheid

Afdeling 1. - Wijzigingen van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid

Art. 2. In de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, wordt een artikel 7/1 ingevoegd, luidende:

"Art. 7/1. § 1. De gemeenten beschikken, overeenkomstig de door de Koning bepaalde voorwaarden en normen, over voldoende bluswatervoorraden met het oog op het blussen van branden door de operationele diensten van de civiele veiligheid en het organiseren van oefeningen voor deze diensten.

§ 2. De gemeenten inventariseren de bluswatervoorraden en brengen de adequate signalisatie aan om het vinden, de toegang en het gebruik van de bluswatervoorraden te vergemakkelijken.

§ 3. De gemeenten voorzien in het nazicht en het onderhoud van de bluswatervoorraden. Zij zorgen ervoor dat er voldoende hydranten en afsluiters op het waterleidingnet worden aangebracht en dat deze steeds gemakkelijk bereikbaar en bruikbaar zijn. De gemeenten zorgen ervoor dat de watervergaarbakken van de openbare instellingen en de natuurlijke waterwinplaatsen van het openbaar domein steeds gemakkelijk bereikbaar en bruikbaar zijn. De Koning bepaalt de nadere regels inzake het nazicht, het onderhoud en de signalisatie van de bluswatervoorraden.".

Art. 3. In artikel 8 van dezelfde wet wordt de bepaling onder 5° opgeheven.

Art. 4. In artikel 12 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 21 december 2013 en 6 januari 2014, worden het derde, het vierde en het vijfde lid opgeheven.

Art. 5. In artikel 17, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. de bepaling onder 2° wordt aangevuld met de woorden "en artikel 23, §§ 2 en 3";

  2. de bepaling onder 10° wordt vervangen als volgt:

    "10° artikelen 167 en 172, tweede tot zesde lid".

    Art. 6. In dezelfde wet wordt een artikel 23/1 ingevoegd, luidende:

    "Art. 23/1. Elk jaar stelt de zone een activiteitenrapport op, dit wil zeggen een samenvatting van de activiteiten van de dienst gedurende het voorbije jaar met minstens de statistieken van de interventies en de informatie inzake de organisatie van de zone.

    De Koning bepaalt de statistieken en de informatie die in het activiteitenrapport moeten opgenomen worden.

    Dit rapport wordt aan de minister bezorgd tegen 30 april van het jaar dat volgt op het jaar waarop de activiteiten betrekking hebben.".

    Art. 7. In artikel 36, eerste lid, van dezelfde wet, worden de woorden "en in het geval vermeld in artikel 41" ingevoegd tussen het woord "gevallen" en het woord "geschiedt".

    Art. 8. In artikel 39, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 9 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. de woorden "de gemeentehuizen van de gemeenten" worden vervangen door de woorden "alle posten";

  4. de woorden "en op de website van de gemeenten van de zone" worden opgeheven.

    Art. 9. In artikel 41, enig lid, van dezelfde wet, wordt de volgende zin vóór de laatste zin toegevoegd:

    De oproeping geschiedt ten minste twee kalenderdagen vóór de dag van de vergadering.

    Art. 10. Artikel 61 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 november 2017, wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "In afwijking van het tweede lid worden de beslissingen van het college genomen bij volstrekte meerderheid van de stemmen en bij geheime stemming wanneer het, bij delegatie, de bevoegdheden van de raad uitoefent die het voorwerp zijn van een geheime stemming zoals bedoeld in artikel 54.".

    Art. 11. In titel III, hoofdstuk 1, van dezelfde wet, wordt een afdeling V ingevoegd, luidende "Afdeling V. Het bureau van vrijwilligers".

    Art. 12. In afdeling V, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 66/1 ingevoegd, luidende:

    "Art. 66/1. Binnen elke hulpverleningszone die vrijwillige personeelsleden heeft, wordt een bureau van vrijwilligers gecreëerd.".

    Art. 13. In dezelfde afdeling V wordt een artikel 66/2 ingevoegd, luidende:

    "Art. 66/2. § 1. Het bureau van vrijwilligers wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de kaders van het vrijwillig personeel aanwezig in de zone en naar evenredigheid, rekening houdend met de kandidaturen.

    § 2. De zoneraad legt het maximumaantal leden van het bureau van vrijwilligers vast, per kader van het vrijwillig personeel.

    Indien er meer kandidaturen zijn dan het door de zoneraad vastgelegde maximumaantal, worden er verkiezingen georganiseerd.

    § 3. De leden van het bureau van vrijwilligers worden aangesteld voor 4 jaar.

    § 4. De leden van het bureau die lid zijn van het vrijwillig personeel, duiden in hun midden de voorzitter van het bureau aan."

    § 5. De voorzitter van de raad en de zonecommandant maken van rechtswege deel uit van het bureau van vrijwilligers.".

    Art. 14. In dezelfde afdeling V wordt een artikel 66/3 ingevoegd, luidende:

    "Art. 66/3. De raad legt het huishoudelijk reglement van het bureau vast, op voorstel van deze.".

    Art. 15. In dezelfde afdeling V wordt een artikel 66/4 ingevoegd, luidende:

    "Art. 66/4. Het bureau van de vrijwilligers heeft tot doel:

    - kandidaat vrijwillige brandweerlui aan te trekken, te informeren, begeleiden en adviseren;

    - zonale rekruteringsinitiatieven te ondersteunen;

    - de vrijwillige operationele personeelsleden vertrouwd te maken met en te binden aan de zonale organisatie;

    - ervoor te zorgen dat binnen de zonale organisatie rekening wordt gehouden met de bijzonderheden van het voluntariaat.

    Daartoe kan het bureau:

  5. de zonecommandant adviseren hetzij op eigen initiatief, hetzij op vraag van de zonecommandant over specifieke onderwerpen die een impact hebben op de vrijwillige operationele personeelsleden;

  6. de vrijwillige operationele personeelsleden adviseren en begeleiden in de verschillende aspecten verbonden aan hun bijzonderheden als vrijwilliger.".

    Art. 16. In artikel 68, § 3, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  7. in het zesde lid wordt het woord "beroep" vervangen door het woord "vernietigingsberoep";

  8. er wordt tussen het negende en tiende lid een lid ingevoegd, luidende:

    "In geval van een vernietiging van de beslissing van de gouverneur, neemt deze laatste een nieuwe beslissing binnen een termijn van 20 dagen die begint te lopen vanaf de dag die volgt op de dag van de kennisgeving.";

  9. in het tiende lid, dat het elfde lid wordt, worden de woorden "De beslissing aangaande het beroep" vervangen door de woorden "Het verwerpen van het beroep of het geval bedoeld in het negende lid".

    Art. 17. In artikel 85 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  10. in het tweede lid worden de woorden "die bevoegdheden voor de opdrachten die betrekking hebben op het dagelijks beheer van de zone" vervangen door de woorden "de uitoefening van zijn bevoegdheden bedoeld in het eerste lid";

  11. tussen het tweede en het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

    "De raad kan de uitoefening van zijn bevoegdheden bedoeld in het eerste lid delegeren aan de zonecommandant of aan een ander personeelslid van de zone voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag de drempel niet overschrijdt die vastgelegd werd voor de opdrachten die vastgesteld worden op eenvoudige aangenomen factuur.

    De raad kan de uitoefening van zijn bevoegdheden bedoeld in het eerste lid delegeren aan het college, voor uitgaven die onder de buitengewone begroting vallen wanneer de waarde van de opdracht lager is dan het door de Koning vastgelegde bedrag.".

    Art. 18. Artikel 112 wordt aangevuld met een lid luidende als volgt:

    "De raad bepaalt in het huishoudelijk reglement door wie en hoe de zonale stukken die niet bedoeld zijn door het eerste lid, noch door artikel 49, ondertekend of medeondertekend moeten worden wanneer dit nodig blijkt. Wanneer de raad de bepaling ter zake niet bepaald heeft, is het eerste lid hierop van toepassing.".

    Art. 19. In artikel 114 van dezelfde wet wordt het woord "hernieuwbare" opgeheven.

    Art. 20. Artikel 115, tweede lid, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:

    "Na afloop van elke termijn van zes jaar gaat een evaluatiecommissie over tot de globale evaluatie van de zonecommandant. In afwijking van artikel 114 kan de raad het mandaat van de zonecommandant één keer verlengen voor een tweede periode van zes jaar na niet-bindend, gemotiveerd advies van het college en op basis van deze globale evaluatie.".

    Art. 21. In artikel 124, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 9 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  12. de woorden "in elk gemeentehuis van de gemeenten" worden vervangen door de woorden "alle posten";

  13. de woorden "en op de website van de gemeenten van de zone" worden opgeheven.

    Art. 22. In artikel 126, § 1, van dezelfde wet, worden de woorden "van de wet van 19 april 2014 tot vaststelling van bepaalde aspecten van de arbeidstijd van de operationele beroepsleden van de hulpverleningszones en van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp en tot wijziging van de wet van 15 mai 2007 betrefende de civiele veiligheid en" ingevoegd tussen de woorden "de bepalingen" en de woorden "van deze wet of".

    Art. 23. In dezelfde wet wordt een artikel 156/1 ingevoegd, luidende:

    "Art. 156/1. De door de Koning aangewezen ambtenaar kan in het kader van het eventueel opleggen van een tuchtsanctie, overgaan tot het uitvoeren van een alcohol- of drugtest bij de leden van de Civiele Bescherming onder de hierna bepaalde voorwaarden.

    Het vrijwillig of het beroepspersoneelslid van de Civiele Bescherming dat tijdens de dienst kennelijke tekenen vertoont van onder invloed van alcohol te zijn, onderwerpt zich op vraag van zijn hiërarchische meerdere...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT