15 DECEMBER 2022. - Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de uitvoering van het decreet van 17 maart 2022 betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed

De Regering van de Franse Gemeenschap,

Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, artikel 20, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 17 maart 2022 betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed, de artikelen 6, eerste lid, 13, 17, § § 1 en 5, 20 en 26;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 september 2019 houdende regeling van haar werking;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 september 2020 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het ministerieel besluit van 17 november 2014 tot verlening van delegatie aan de Administrateur-generaal van Cultuur om uitvoervergunningen voor cultuurgoederen te verlenen buiten het douanegebied van de Europese Unie;

Gelet op de gendertest uitgevoerd op 23 mei 2022 met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016 houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 juni 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 1 juli 2022;

Gelet op het advies van de Kamer van overleg van het cultureel erfgoed, gegeven op 25 augustus 2022;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 72.407/4, gegeven op 28 november 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de Gegevensbeschermingsautoriteit in haar advies nr. 183/2022 van 9 september 2022 heeft geoordeeld dat artikel 22 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 8 van het EVRM en artikel 6.3 van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG), vereist niet dat voor elke gegevensverwerking een specifieke norm voor alle betrokkenen geldt; bij gebreke van een specifiek risico voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen kan de voorzienbaarheid van een verwerking van persoonsgegevens die noodzakelijk is voor de vervulling van een opdracht van algemeen belang worden gewaarborgd door de norm die deze opdracht aan de verantwoordelijke voor de verwerking en de AVG toewijst;

Overwegende dat de norm die de opdracht van algemeen belang die het voorwerp uitmaakt van dit besluit, het decreet van 17 maart 2022, aan de Gegevensbeschermingsautoriteit is voorgelegd; dat deze in haar advies nr. 222/2021, uitgebracht op 3 december 2021, heeft overwogen:

- dat het decreet de verschillende procedures voldoende duidelijk en nauwkeurig bepaalt, zodat de betrokkenen bij lezing van de bepalingen kunnen zien welke gegevensverwerkingen in het kader van deze procedures moeten worden uitgevoerd;

- dat de voor de uitvoering van het decreet noodzakelijke gegevensverwerking slechts in zeer beperkte mate inbreuk maakt op de rechten en vrijheden van de betrokkenen;

- dat de doeleinden van de inventaris, alsmede de categorieën van gegevens die erin zijn opgenomen, in het decreet moesten worden gespecificeerd - wat is gebeurd;

Overwegende dat aangezien dit besluit geen aanvullend normatief kader voor gegevensverwerking bevat, en daartoe ook niet verplicht was; dat derhalve geen aanvullend advies van de gegevensbeschermingsautoriteit noodzakelijk was;

Overwegende dat dit besluit het aan de administratie overlaat om formulieren op te stellen en praktische procedures voor de indiening van verzoeken vast te stellen; dat het niet gaat om wettelijk bekrachtigde normatieve bepalingen, maar om praktische uitvoeringsprocedures die bedoeld zijn om verzoekers te helpen en de behandeling van verzoeken te vergemakkelijken; dat het regelgevende karakter van deze delegaties derhalve niet vaststaat;

Op de voordracht van de minister van Cultuur;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. decreet: het decreet van 17 maart 2022 betreffende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed;

  2. delegatiebesluit : het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 september 2020 houdende delegatie van bevoegdheden en handtekeningen aan algemene ambtenaren en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;

  3. minister: het lid van de regering dat verantwoordelijk is voor het cultureel erfgoed;

  4. Administratie: de Directie Cultureel Erfgoed van de Algemene Administratie van Cultuur;

  5. indeling: de beschermingsmaatregel bedoeld in artikel 3 van het decreet;

  6. inschrijving: de beschermingsmaatregel bedoeld in artikel 9 van het decreet;

  7. wegneming van de indeling: de beslissing om de indeling te beëindigen;

  8. schrapping van de inschrijving: de beslissing tot beëindiging van de inschrijving;

  9. intra-muros verplaatsing: elke verplaatsing van een goed binnen het gebouw waarin het zich bevindt;

  10. extramurale beweging: elke verplaatsing van een voorwerp buiten het gebouw waarin het zich bevindt;

  11. onderhoud en instandhouding: alle regelmatige preventieve instandhoudingswerkzaamheden, met inbegrip van de daarvoor noodzakelijke handelingen.

    De in artikel 27 van het decreet bedoelde ambtenaren zijn die van de Directie Cultureel Erfgoed.

    HOOFDSTUK 2. - Indelings- en lijstprocedures

    Art. 2. § 1. De beslissing tot inleiding van een indelings- of inschrijvingsprocedure wordt genomen door de minister of zijn afgevaardigde:

  12. op eigen initiatief of op voorstel van de administratie;

  13. op verzoek van een in § 2 bedoelde persoon.

    § 2. Aanvragen om indeling of inschrijving worden bij de administratie ingediend met behulp van het door haar verstrekte formulier.

    De aanvraag kan worden ingediend:

  14. door een lid van de Commissie;

  15. door de eigenaar van het goed;

  16. door het college van de gemeente op het grondgebied waarvan het goed is gelegen;

  17. door ten minste vijfhonderd meerderjarige ondertekenaars woonachtig in het Franse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

    § 3. Ontvankelijke verzoeken om indeling worden onderworpen aan het voorafgaande advies van de Commissie, behalve in dringende gevallen die onverenigbaar zijn met de termijnen voor voorlegging aan de Commissie.

    Na verificatie van hun ontvankelijkheid worden zij door de administratie op de agenda geplaatst van de volgende zitting van de Commissie die gewijd is aan de bescherming van het roerend cultureel erfgoed.

    Behalve in geval van met redenen omklede spoed worden de aanvragen door de Commissie behandeld in de volgorde van ontvangst.

    Verzoeken die niet door de Commissie konden worden behandeld, worden automatisch overgedragen naar de agenda van de volgende vergadering.

    § 4 Voorstellen van de administratie om de indelingsprocedure in te leiden, kunnen vooraf voor advies aan de Commissie worden voorgelegd.

    § 5. Verzoeken en voorstellen tot inleiding van de inschrijvingsprocedure worden rechtstreeks door de administratie behandeld of geformuleerd, zonder voorafgaand advies van de Commissie.

    § 6. De beslissing tot inleiding van de procedure wordt door de administratie meegedeeld:

  18. aan de aanvrager;

  19. indien ze positief is, aan de houder en de vermoedelijke eigenaar van het goed indien deze laatste niet de verzoeker is.

    Indien de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT