15 APRIL 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende steun aan de ondernemingen van de sectoren van de discotheken, de restaurants en cafés en sommige van hun leveranciers, de evenementen, de cultuur, het toerisme en de sport in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen, de artikelen 28 en 30;

Gelet op artikel 2, § 3, 5°, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 22 maart 2021;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 maart 2021;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 14 april 2021;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 14 april 2021;

Gelet op de spoedeisendheid, gemotiveerd door het feit dat de COVID-19-gezondheidscrisis aanzienlijke economische gevolgen heeft voor veel ondernemingen;

Dat deze context de omzet van de ondernemingen van de sectoren van de toeristische logies, de discotheken, de restaurants en cafés en sommige van hun leveranciers, de evenementen, de cultuur, het toerisme en de sport sterk vermindert; dat deze vaste kosten moeten blijven dragen en vaak hebben moeten investeren om aan de gezondheidsvoorschriften te voldoen; dat als gevolg daarvan een aanzienlijk deel van deze ondernemingen momenteel in een zeer slechte financiële positie verkeert en, voor sommige, zelfs op de rand van het faillissement; dat deze ondernemingen veel personeel in dienst hebben; dat de ineenstorting van deze economische sector negatieve gevolgen zou hebben voor andere verwante sectoren;

Dat het om deze verschillende redenen gepast is om deze ondernemingen onverwijld opnieuw financieel te steunen en hun zo snel mogelijk steun uit te keren; dat de spoedeisendheid gerechtvaardigd is;

Gelet op advies 69.148/1 van de Raad van State, gegeven op 7 april 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister van Economie,

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. minister : de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;

  2. de-minimisverordening : de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, bekend gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie L352 van 24 december 2013;

  3. KBO : de Kruispuntbank van Ondernemingen;

  4. BEW : Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.

    Art. 2. De minister verleent steun aan de ondernemingen van de sectoren van de discotheken, de restaurants en cafés en hun voornaamste leveranciers, de evenementen, de cultuur, het toerisme en de sport onder de voorwaarden bepaald in dit besluit, voor hun inkomensverlies in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19.

    De gezondheidscrisis COVID-19 wordt erkend als een buitengewone gebeurtenis, als bedoeld in artikel 28 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen.

    De steun wordt verleend onder de voorwaarden bedoeld in de de-minimisverordening. De steun bedraagt maximaal 200.000 euro, rekening houdend met de andere onder de de-minimisverordening of andere de-minimisverordeningen vallende steun die de onderneming gedurende de twee voorafgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar heeft ontvangen.

    De in dit besluit vastgestelde steunvoorwaarden zijn van toepassing onverminderd de in de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen vastgestelde voorwaarden.

    HOOFDSTUK 2. - Algemene steunvoorwaarden

    Art. 3. De begunstigde :

  5. is ingeschreven in de KBO op 31 december 2020;

  6. heeft, op 31 december 2020, een vestigingseenheid ingeschreven in de KBO op het grondgebied van het Gewest, oefent er een economische activiteit uit en beschikt er over personele middelen en eigen goederen die specifiek voor hem bestemd zijn;

  7. geniet de btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen bedoeld in artikel 56bis van het Btw-Wetboek niet;

  8. leeft zijn verplichtingen inzake de bekendmaking van zijn jaarrekeningen en zijn sociale balans bij de Nationale Bank van België na;

  9. heeft een of meer van de premies bedoeld in de volgende besluiten niet genoten :

    1. het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/42 van 18 juni 2020 betreffende de toekenning van een premie voor de creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk getroffen door COVID-19-crisis;

    2. het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 oktober 2020 treffende de steun tot vergoeding van de creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken;

    3. het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 december 2020 betreffende steun tot vergoeding van exploitanten van taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur die getroffen zijn door de maatregelen die werden genomen om de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken.

    Art. 4. De begunstigde heeft in 2019 een omzet verwezenlijkt die hoger is dan de bedragen opgenomen in de volgende tabel, berekend in functie van het aantal actieve vestigingseenheden in het Gewest waarvan de begindatum in de KBO 1 januari 2020 voorafgaat :

    Nombre d'unités d'établissement Chiffre d'affaires 2019 Aantal vestigingseenheden Omzet 2019 1 25.000 euros 1 25.000 euro 2 35.000 euros 2 35.000 euro 3 45.000 euros 3 45.000 euro 4 55.000 euros 4 55.000 euro 5 et plus 65.000 euros 5 en meer 65.000 euro

    Voor de begunstigden ingeschreven in de KBO in 2019 worden de in aanmerking genomen bedragen, op basis van de bedragen opgenomen in de tabel bedoeld in het eerste lid, berekend als volgt :

    omzet 2019 * aantal dagen te tellen vanaf de datum van inschrijving in de KBO tot en met 31 december 2019

    365

    De eerste en tweede leden zijn niet van toepassing op de begunstigden ingeschreven in de KBO vanaf 1 oktober 2019.

    Art. 5. De omzet bedoeld in de artikelen 4, 10, 12 en 14, wordt bepaald op basis van de gegevens aangegeven door de begunstigde bij de btw en waarvoor de FOD Financiën de ontvangst heeft bevestigd ten laatste op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit.

    Het percentage van het omzetverlies bedoeld in de artikelen 10 en 14 wordt berekend als volgt :

    (omzet verwezenlijkt tussen 1 oktober 2019 en 31 december 2019 - omzet verwezenlijkt tussen 1 oktober 2020 en 31 december 2020) / omzet verwezenlijkt tussen 1 oktober 2019 en 31 december 2019.

    Het percentage van het omzetverlies bedoeld in artikel 12 wordt berekend als volgt :

    (omzet verwezenlijkt tussen 1 april 2019 en 31 december 2019 - omzet verwezenlijkt tussen 1 april 2020 en 31 december 2020) / omzet verwezenlijkt tussen 1 april 2019 en 31 december 2019.

    Art. 6. Het aantal voltijdsequivalenten bedoeld in de artikelen 10, 12 en 14, wordt bepaald op basis van het gemiddelde aantal werknemers in voltijdsequivalenten in de sociale balans van de begunstigde afgesloten op 31 december 2019 of een eerdere datum in 2019, bekendgemaakt bij de Nationale Bank van België, overeenkomstig de wettelijke verplichtingen.

    ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT