14 OKTOBER 2021. - Decreet over sportethiek en tot oprichting van een waarnemingscentrum voor ethiek bij lichamelijke en sportactiviteiten, alsmede van een ethisch netwerk

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. "Regering": de Regering van de Franse Gemeenschap;

  2. "Hoge Raad": de Hoge Raad voor Sport die is opgericht bij het decreet van 20 oktober 2011 tot oprichting van de Hoge Raad voor Sport;

  3. "Decreet van 3 mei 2019": het decreet van 3 mei 2019 betreffende de in de Franse Gemeenschap georganiseerde sportbeweging;

  4. "Georganiseerde sportbeweging": alle sportfederaties, niet-competitieve sportfederaties, sportfederatie voor gehandicapten, multidisciplinaire sportverenigingen, vrijetijdssportvereniging voor gehandicapten, sportverenigingen in het hoger onderwijs en schoolsportvereniging, alsook hun kringen zoals gedefinieerd in artikel 1, 4° van het decreet van 3 mei 2019;

  5. "Sporter": een natuurlijke persoon die is aangesloten via een kring, federatie of vereniging, zoals gedefinieerd in artikel 1, 5°, van het decreet van 3 mei 2019;

  6. "Lid": een natuurlijke persoon die via een kring is aangesloten bij een federatie of vereniging, zoals omschreven in artikel 1, 6°, van het decreet van 3 mei 2019;

  7. "Scheidsrechter": een natuurlijke persoon, verbonden aan een sportfederatie of -vereniging, belast met het leiden van het verloop van een sportevenement, het toezien op de naleving van de door de sportfederatie vastgestelde reglementen en het valideren van het sportresultaat, zoals omschreven in artikel 1, 7°, van het decreet van 3 mei 2019;

  8. "administratief kaderlid": een persoon die een bestuurs-, beheers- of secretariaatsambt uitoefent, zoals omschreven in artikel 1, 9°, van het decreet van 3 mei 2019;

  9. "Sportkaderlid": een persoon die een pedagogisch, technisch of sport-organisatorisch ambt uitoefent, zoals omschreven in artikel 1, 10°, van het decreet van 3 mei 2019;

  10. "sportethiek": het geheel van positieve waarden en normen die door de georganiseerde sportbeweging, sporters, leden, scheidsrechters en sport- en bestuursbegleiders in acht moeten worden genomen in het kader van lichamelijke en sportieve activiteiten, al dan niet in wedstrijdverband. Sportethiek is enerzijds gebaseerd op goed bestuur, gendergelijkheid, fair play, scheidsrechterszaken, ethiek en duurzame ontwikkeling, en anderzijds op de bestrijding van alle vormen van misbruik, intimidatie, fraude en bedrog;

  11. "situatie van misbruik": elke situatie van fysiek geweld, lichamelijk misbruik, seksueel misbruik, psychisch misbruik of ernstige verwaarlozing waardoor de lichamelijke, psychische of emotionele ontwikkeling in gevaar wordt gebracht. Een misbruikende houding of misbruikend gedrag kan opzettelijk of onopzettelijk zijn, zoals omschreven in artikel 1, 4°, van het decreet van 12 mei 2004 betreffende de hulp aan minderjarige slachtoffers van misbruik;

  12. "Stalking": de situatie waarin zich ongewenst gedrag voordoet dat verband houdt met een van de beschermde criteria van een persoon en tot doel of gevolg heeft dat zijn waardigheid wordt aangetast en een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd, zoals gedefinieerd in artikel 3, 6°, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 december 2008 betreffende de strijd tegen bepaalde vormen van discriminatie

  13. "Beschermde criteria": nationaliteit, vermeend ras, huidskleur, afstamming of nationale of etnische afkomst, leeftijd, seksuele geaardheid, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, handicap, geslacht en de daarmee samenhangende criteria zwangerschap, bevalling en moederschap, of verder geslachtsverandering, genderidentiteit en genderexpressie, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een fysieke of genetische eigenschap, sociale herkomst of syndicale overtuiging, zoals gedefinieerd in artikel 3, 1°, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 december 2008 betreffende de strijd tegen bepaalde vormen van discriminatie;

  14. "Fair play" wordt verstaan een positieve en ethische houding of gebaar met betrekking tot de beoefening van sport op een bepaald tijdstip op een bepaalde plaats;

  15. "Waarnemingscentrum": het Waarnemingscentrum voor sportethiek bij lichamelijke en sportactiviteiten, opgericht overeenkomstig artikel 2 van dit decreet;

  16. "Lichamelijke en sportieve activiteit": elke vorm van activiteit die, door middel van al dan niet georganiseerde deelname, ten doel heeft de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot uitdrukking te brengen of te verbeteren, de sociale betrekkingen te ontwikkelen of resultaten te behalen in wedstrijdverband, op welk niveau dan ook;

  17. "Ethisch netwerk": het bij artikel 14 van dit decreet ingestelde netwerk;

  18. "Code voor sportethiek": de code als bedoeld in artikel 18 van dit decreet;

  19. "Sporthandvest": een variant van de ethische code voor de sport die specifiek is voor een bepaalde categorie actoren binnen de georganiseerde...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT