14 JANUARI 2021. - Ministerieel besluit over de projectoproep voor het jaar 2021 voor de uitvoering van archeologisch syntheseonderzoek

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 10.1.1, eerste lid, 3°, en tweede lid;

- het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, artikel 10.3.3, 10.3.5, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018, en 10.3.8.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 18 november 2020;

- Er is op 11 december 2020 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Het advies is niet meegedeeld binnen die termijn. Daarom wordt artikel 84, § 4, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toegepast.

DE VLAAMSE MINISTER VAN FINANCIEN EN BEGROTING, WONEN EN ONROEREND ERFGOED BESLUIT:

Artikel 1. De projectoproep voor het jaar 2021 heeft archeologisch syntheseonderzoek als thema voor projectsubsidieaanvragen voor de module onderzoek.

Het archeologisch syntheseonderzoek, vermeld in het eerste lid, omvat uitwerkend onderzoek en syntheseonderzoek van archeologisch erfgoed dat in Vlaanderen onderzocht is via archeologische ingrepen in de bodem, namelijk via waarderend booronderzoek, proefsleuven en proefputten, opgravingen, werfbegeleiding of toevalsvondsten in het kader van preventief archeologisch onderzoek dat is uitgevoerd in toepassing van het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, naar de principes van het Europees verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed, opgemaakt in La Valletta op 16 januari 1992.

Art. 2. Voor de projectoproep voor het jaar 2021 bedraagt de projectsubsidie 90 % van de totale subsidieerbare projectkosten. Per project wordt maximaal 200.000 euro toegekend

Art. 3. Het project heeft een duur van maximaal 450 dagen. Het project wordt opgestart binnen negentig dagen nadat de projectsubsidie is toegekend.

Art. 4. § 1. De criteria, vermeld in artikel 10.3.8, eerste lid, van het Onroerend-erfgoedbesluit van 16 mei 2014, worden als volgt verduidelijkt:

  1. het participatieve karakter van het project en de bijdrage van het project aan de vergroting van het maatschappelijke draagvlak voor de erfgoedzorg en de uitstraling bij de beoogde doelgroep(en):

    1. het project brengt samenwerkingsverbanden tot stand tussen de verschillende geledingen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT