12 JANUARI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten betreffende het zorgouderschap en het ouderschapsverlof

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol);

Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 28 juni 2022;

Gelet op het protocol van onderhandeling nr. 556 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten van 13 juli 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 31 augustus 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 3 oktober 2022;

Overwegende dat het advies van de Raad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn is gegeven en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;

Gelet op advies 72.482/2 van de Raad van State, gegeven op 30 november 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de Minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel VIII.I.1 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2005, wordt aangevuld met de bepalingen onder 3° en 4°, luidende:

"3° "pleegkind": het kind waarvoor het personeelslid of zijn echtgeno(o)t(e) in het raam van de pleegzorg is aangesteld door de rechtbank, door een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg of door de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming;

  1. "langdurige pleegzorg": pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij dezelfde pleegouder of dezelfde pleegouders zal verblijven en waarbij het kind als deel uitmakend van dat gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het gezin, de pleegouder of pleegouders zijn/hun verblijfplaats heeft/hebben, is ingeschreven.".

    Art. 2. In artikel VIII.IV.7, § 1, eerste lid, RPPol, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1. de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt:

      "3° een persoon opgenomen met het oog op zijn adoptie of met het oog op de uitoefening van een pleegvoogdij;";

    2. er wordt een bepaling onder 4° ingevoegd, luidende:

      "4° een pleegkind dat op dat ogenblik in het gezin van het personeelslid is opgenomen overeenkomstig artikel VIII.I.1, 3°. ".

      Art. 3. Artikel VIII.VII.1 RPPol, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 november 2004, wordt vervangen als volgt:

      "Art. VIII.VII.1. Aan het personeelslid in dienstactiviteit, met uitzondering van de aspirant, wordt bij de geboorte of bij de adoptie van zijn kind, een ouderschapsverlof toegestaan dat kan genomen worden:

      - hetzij gedurende een periode van drie maanden als voltijds verlof. Op vraag van het personeelslid kan deze periode worden opgesplitst in maanden;

      - hetzij gedurende een periode van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT