11 MAART 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2020, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2020, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 maart 2021.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

P.-Y. DERMAGNE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector

Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2020

Statuut van de vakbondsafvaardiging

(Overeenkomst geregistreerd op 28 juli 2020 onder het nummer 159670/CO/337)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendenpersoneel, die vallen onder de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector.

§ 2. In afwijking van paragraaf 1 van deze bepaling worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze overeenkomst, de werkgevers en het personeel van de ondernemingen die op de datum van de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst, reeds beschikken over een vakbondsafvaardigirig waarvan het statuut ten minste gelijkwaardig is aan datgene van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK II. - Algemene principes

Art. 2. De werkgeversorganisaties en de vakorganisaties vertegenwoordigd in het Aanvullend Paritair Comité voor de non-profitsector verklaren dat de essentiële principes betreffende de bevoegdheid en de werkingsmodaliteiten van de vakbondsafvaardigingen van het personeel van de ondernemingen worden bepaald door deze overeenkomst.

Art. 3. De werknemers erkennen de noodzaak van een wettig gezag van de werkgevers en zij voeren hun werk plichtsgetrouw uit. De werkgevers eerbiedigen de waardigheid van de werknemers en zij behandelen hen rechtvaardig. Zij verbinden zich ertoe hun vrijheid van vereniging noch de vrije ontplooiing van hun organisatie in de onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks te hinderen.

Art. 4. De werkgeversorganisaties verbinden er zich toe hun aangesloten leden aan te bevelen, geen enkele druk op het personeel uit te oefenen om hen te beletten zich bij een vakbond aan te sluiten.

De vakorganisaties verbinden zich ertoe om, met naleving van de vrijheid van vereniging, hun leden aan te bevelen om in de ondernemingen, de praktijken van paritaire betrekkingen conform de geest van deze overeenkomst na te leven.

Art. 5. De ondertekenende organisaties verbinden zich ertoe :

1) respectievelijk de werkgevers en de vakbondsafgevaardigden te verzoeken om in alle omstandigheden te getuigen van de geest van rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening die aan de basis ligt van de goede sociale verhoudingen in de onderneming;

2) erop toe te zien dat dezelfde personen de sociale wetgeving naleven, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement naleven en gezamenlijke inspanningen doen om te zorgen voor de naleving ervan.

Art. 6. De vakorganisaties verbinden zich ertoe, eventueel door een beroep te doen op een verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het paritair comité, rekening houdend met het aantal aangesloten leden, onderling overeen te komen over de aanstelling van een gemeenschappelijke vakbondsafvaardiging in de onderneming en ervoor te zorgen dat de aangestelde afgevaardigden of de kandidaten bij de verkiezingen gekozen worden in overeenstemming met de representativiteit waarover zij bij het uitoefenen van hun functies moeten beschikken alsook voor hun bekwaamheid.

HOOFDSTUK III. - Oprichting

Art. 7. Enkel de in artikel 2 bedoelde erkende vakorganisaties hebben het recht kandidaten voor de aanstelling van de vakbondsafvaardiging voor te dragen.

Art. 8. § 1. Een vakbondsafvaardiging kan worden opgericht in elke onderneming die een bepaald tewerkstellingsvolume bereikt en waar de werknemers erom verzoeken overeenkomstig de hiernavolgende alinea's :

  1. de onderneming stelt gemiddeld minstens 15 natuurlijke personen te werk, berekend over de twee kwartalen die voorafgaan aan de aanvraag. Dit aantal zal op gemiddeld 12 natuurlijke personen worden gebracht op 1 januari 2025 na een evaluatie van deze overeenkomst;

    en

  2. ten minste 50 pct. van het personeel dat is tewerkgesteld in de onderneming - met uitzondering van de perso(o)n(en) die door werkgever zijn aangesteld hem ze te vertegenwoordigen- vraagt om de oprichting van een vakbondsafvaardiging.

    Deze voorwaarde kan worden gecontroleerd in overeenkomstig artikel 10.

    § 2. In deze overeenkomst moet worden verstaan onder "onderneming" : de technische bedrijfseenheid in de zin van de wet van 20 december 1948 houdende de organisatie van het bedrijfsleven.

    Art. 9. De aanvraag tot oprichting van een vakbondsafvaardiging moet gebeuren via het model in bijlage :

    - hetzij een lijst van namen en handtekeningen van personen die vragen te worden vertegenwoordigd door een vakbondsafvaardiging;

    - hetzij de individuele attesten met de namen en handtekeningen van de personen die vragen te worden vertegenwoordigd door een vakbondsafvaardiging.

    Deze aanvraag en de lijst worden per aangetekend schrijven verstuurd aan de voorzitter van het paritair comité door één van de vakorganisaties bedoeld in artikel 2. De werkgever wordt door de vakorganisaties op de hoogte gebracht dat een vraag tot oprichting van een vakbondsafvaardiging verstuurd werd.

    Als de werknemersorganisaties de bescherming tegen ontslag willen genieten, bedoeld in hoofdstuk VIII, van één of meerdere personen, voegen zij bij de aanvraag tot oprichting de lijst van de te beschermen perso(o)n(en). Deze lijsten mogen samen niet meer dan het totale aantal gewone en plaatsvervangende afgevaardigden bevatten zoals bepaald in artikel 12. Deze bescherming gaat in op de datum van de verzending aan de voorzitter van het paritair comité en eindigt op de dag dat de mandaten ingaan.

    Onmiddellijk na ontvangst brengt de voorzitter van het paritair comité per aangetekend schrijven de werkgever op de hoogte dat hij een vraag ontvangen heeft tot oprichting van een vakbondsafvaardiging binnen diens onderneming en vraagt hem :

    - om de volledige lijst van de personeelsleden die zijn tewerkgesteld tijdens de 2 trimesters die voorafgaan aan de vraag tot oprichting;

    - de volledige lijst van het personeel die is opgesteld op de datum van de vraag tot oprichting met vermelding van de perso(o)n(en) die door de werkgever zijn aangeduid om deze te vertegenwoordigen.

    De werkgever beschikt over 1 kalendermaand om te antwoorden op deze aanvraag. Deze periode treedt in werking 3 werkdagen na de datum van verzending van de aangetekende brief.

    Als de werkgever de lijsten van personeelsleden niet heeft bezorgd aan de voorzitter van het paritair comité binnen deze termijn, gaat men ervan uit dat aan de voorwaarden bedoeld in artikel 8, § 1 is...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT