11 FEBRUARI 2021. - Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van het decreet van 3 december 2020 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur en tot opheffing van het decreet van 9 juli 2015 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur

De Waalse Regering,

Gelet op het decreet van 3 december 2020 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur en tot opheffing van het decreet van 9 februari 2015 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur, inzonderheid op de artikelen 2, § 2, 3, 4°, c, 4, § § 2 en 5, 5, § 2, lid 1, 7, § 1, lid 1, en § 2, 10, 12, 15, lid 5, 17, lid 4, 18, lid 2, en 19, § 4;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 9 juli 2015 betreffende de subsidies die verleend worden voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 10 juni 1999 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 16 juli 2020;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 september 2020;

Gelet op het advies van de "Union des villes et communes de Wallonie" (Unie van de Waalse steden en gemeenten), gegeven op 25 november 2020;

Gelet op het advies van de "Association des provinces wallonnes" (Vereniging van de Waalse provincies), gegeven op 18 november 2020;

Gelet op het verslag van 8 oktober 2020, opgesteld overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;

Gelet op advies nr. 68.544/4 van de Raad van State, gegeven op 13 januari 2021 overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de "Association des établissements sportifs" (Vereniging van de sportinrichtingen), gegeven op 16 november 2020;

Gelet op het advies van de "Association interfédéral du sport francophone" (Franstalige Interfederale sportvereniging), gegeven op 13 november 2020;

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor sportinfrastructuur,

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 127 ervan.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. de Minister: de Minister bevoegd voor sportinfrastructuur;

  2. de Administratie: de Directie Sportinfrastructuur van het Departement Lokale Infrastructuur van de Waalse Overheidsdienst, Mobiliteit en Infrastructuur

  3. het decreet van 3 december 2020 : het decreet van 3 december 2020 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur en tot opheffing van het decreet van 25 februari 1999 houdende toekenning van subsidies voor bepaalde investeringen inzake sportinfrastructuur;

  4. de wijksportinfrastructuur: elke openluchtsportinfrastructuur, met uitzondering van niet-sportieve spelmodules, die gratis ter beschikking van de gebruikers wordt gesteld en voor iedereen toegankelijk is, en waarvoor een door een plaatselijke overheidsinstantie gevalideerd en gecontroleerd sociaal animatieprogramma voor de bewoners van de wijk bestaat, en waarvan de uitvoering door een gebruikersraad wordt verzekerd.

    Art. 3. § 1. De in artikel 2, § 2, 1°, van het decreet van 3 december 2020 bedoelde investeringen zijn:

  5. de bouw, uitbreiding, renovatie en aankoop van de volgende sportinfrastructuur:

    1. de openluchtsportvelden, met inbegrip van openluchtsportinfrastructuur die aan de in artikel 2, 4°, bedoelde voorwaarden niet voldoet;

    2. de zwembaden;

    3. de sportzalen;

    4. de wijksportinfrastructuur;

  6. de bouw, uitbreiding, renovatie en aankoop van gebouwen die noodzakelijk zijn voor het gebruik van de in 1° bedoelde infrastructuur, teneinde deze functioneel te maken:

    1. de kleedkamers alsook de desbetreffende sanitaire installaties en voorzieningen;

    2. de materiaalruimtes;

    3. de technische en administratieve lokalen;

    4. de vergader-, les- en perszalen;

    5. de medische en sportlokalen, met inbegrip van de lokalen bestemd voor dopingbestrijding;

    6. de lokalen gewijd aan topsporters;

    7. het onthaal en de balie voor ticketverkoop;

    8. de conciërgedienst;

    9. de cafetaria;

    10. de tribunes en staanplaatsen;

    11. de uitrusting en apparatuur voor de beveiliging van de infrastructuur;

  7. de bouw, uitbreiding en renovatie van de directe omgeving die strikt noodzakelijk zijn voor het goede gebruik van de in 1° en 2° bedoelde infrastructuur :

    1. de toegangen;

    2. de parkeerterreinen;

    3. de verlichting :

    4. de omheiningen;

  8. de aankoop van de eerste sportuitrusting en van het onderhoudsmateriaal die noodzakelijk zijn voor de werking van de onder de punten 1° en 2° bedoelde infrastructuur;

  9. de realisatie van technische installaties in verband met veiligheid, informatie en toegankelijkheid van de gebruikers.

    § 2. De investeringen bedoeld in § 1, 1°, 2° en 5°, zijn bestemd voor de beoefening van sport. In geval van gemengd gebruik van de infrastructuur waarvoor subsidie wordt aangevraagd, wordt bij de vaststelling van het subsidiebedrag rekening gehouden met de werkelijke bezettingsgraad van de infrastructuur voor sportbeoefening, die niet lager mag zijn dan vijfenzeventig procent.

    Art. 4. § 1. De in artikel 3, 4°, c), van het decreet van 3 december 2020 bedoelde gebruikersraad heeft tot taak advies uit te brengen aan de inrichtende macht over de organisatie en de ontwikkeling van het activiteitenprogramma van de schoolsportinfrastructuur.

    Naast de infrastructuurbeheerder wordt de gebruikersraad vertegenwoordigd door één vertegenwoordiger per sportgroep die gebruik maakt van de schoolsportinfrastructuur.

    De gebruikersraad komt ten minste tweemaal per jaar bijeen, zodra de werken waarvoor de subsidie is verleend, zijn voltooid.

    De notulen van de door de gebruikersraad uitgebrachte adviezen worden binnen dertig dagen na de vergadering aan de Administratie toegezonden. In deze notulen moet het gebruik van de schoolinfrastructuur door sportgroepen buiten de schooluren worden vermeld voor een periode van ten minste vijftien jaar vanaf de datum van toekenning van de subsidie.

    § 2. De in artikel 2, 4°, bedoelde gebruikersraad heeft tot taak advies uit te brengen aan de begunstigde van de subsidie over het sociaal animatieprogramma bestemd voor de inwoners van de wijk.

    Hij bestaat uit vertegenwoordigers van de wijk die door de buurtbewoners zijn aangewezen, vertegenwoordigers van de plaatselijke overheidsinstantie die het sociaal animatieprogramma heeft gevalideerd en uit de infrastructuurbeheerder.

    De gebruikersraad komt ten minste tweemaal per jaar bijeen, zodra de werken waarvoor de subsidie is verleend, zijn voltooid.

    De Minister bepaalt de modaliteiten voor de aanwijzing van de vertegenwoordigers van de wijk.

    De notulen van de door de gebruikersraad uitgebrachte adviezen worden binnen dertig dagen na de vergadering aan de Administratie toegezonden. In deze notulen moet het gebruik van de infrastructuur onder de in artikel 2, 4°, bedoelde voorwaarden worden vermeld voor een periode van ten minste vijftien jaar vanaf de datum van toekenning van de subsidie.

    Art. 5. De prioriteringscriteria bedoeld in de artikelen 8, § 1, en 9, § 1, van het decreet van 3 december 2020 zijn :

  10. de mate van urgentie met betrekking tot sport-, veiligheids- of gezondheidsnormen;

  11. de volledigheid van het regionale territoriale netwerk;

  12. de aanduiding van het project als prioriteit voor de betrokken sportfederatie(s).

    Deze criteria worden elk kwartaal geanalyseerd voor elk dossier dat ter goedkeuring aan de Minister wordt voorgelegd, indien de beschikbare begrotingsmiddelen dit vereisen.

    Art. 6. In ieder stadium van de procedure vastgesteld bij het decreet van 3 december 2020 worden de aanvragen en dossiers elektronisch bij de Administratie ingediend.

    HOOFDSTUK II. - Subsidiëringsmodaliteiten

    Afdeling 1. - Indiening van de subsidieaanvraag

    Art. 7. De subsidieaanvraag ter beoordeling van de ontvankelijkheid van het dossier wordt bij de Administratie ingediend aan de hand van het standaardformulier en de bijlagen, bestaande uit de volgende documenten:

  13. de beslissing van het besluitvormingsorgaan van de aanvrager van de subsidie;

  14. de standaardbijlagen in verband met de naleving van de ontvankelijkheidscriteria, vermeld in artikel 6 van het decreet 3 december...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT