10 SEPTEMBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de regels om subsidies te verlenen voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op milieu, klimaat of biodiversiteit

Rechtsgronden

Dit besluit is gebaseerd op:

- het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 9, eerste lid, 1° en 5°, en tweede lid, artikel 10, § 1, eerste lid, 1° en 4°, en § 3.

Vormvereisten

De volgende vormvereisten zijn vervuld:

- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 17 juni 2021;

- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 12 juli 2021;

- De adviesaanvraag is op 19 juli 2021 bij de Raad van State ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is geen advies verstrekt binnen de gestelde termijn. Daarom wordt artikel 84, § 4, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toegepast.

Initiatiefnemer

Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.

Na beraadslaging,

DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. Beheerovereenkomst: een overeenkomst die conform het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017, gesloten is;

  2. beschikbare begrotingskredieten: een bedrag van 6.000.000,00 euro, dat vanuit het relanceprovisie-artikel CB0-1CBG2AH-PR naar het begrotingsartikel KB0-1KDH2BB-WT0 is herverdeeld;

  3. bevoegde entiteit: het Departement Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 26 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

  4. ecologisch beheerd grasland: de landbouwpercelen waarop grasland op een ecologische wijze wordt beheerd als vermeld in artikel 12;

  5. effectieve organische koolstof: de koolstof die aanwezig is in vers organisch materiaal, dat voor een groot gedeelte door bodemmicro-organismen wordt gebruikt als voedselbron en dat één jaar na toediening nog in de bodem aanwezig is;

  6. gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014: gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden;

  7. graskruidenmengsel: een mengsel dat bestaat uit minstens twee soorten gras en in totaal minstens vijf vlinderbloemigen en kruiden, waarvan minstens twee kruiden en minstens één vlinderbloemige. De vlinderbloemigen en kruiden vormen tezamen minstens 25% van het gewichtspercentage van het mengsel;

  8. landbouwer: de landbouwer, vermeld in artikel 4, lid 1, a), van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, die een actieve landbouwer is conform artikel 9 van de voormelde verordening, met uitsluiting van:

    1. de diensten en agentschappen die afhangen van het Vlaamse Gewest;

    2. de besturen, de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die in het Vlaamse Gewest belast zijn met taken van openbaar nut;

    3. de erkende terreinbeherende natuurverenigingen, vermeld in artikel 2, 16°, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;

  9. landbouwperceel: een perceel dat aan al de volgende voorwaarden voldoet:

    1. het bestaat uit een aaneengesloten stuk grond dat door een landbouwer is aangegeven en dat niet meer dan één enkele gewasgroep omvat;

    2. het is als subsidiabel beschouwd conform artikel 32, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad;

    3. het ligt in het Vlaamse Gewest;

  10. milieu-, klimaat- en biodiversiteitsvriendelijke teelten:

    1. de eiwitteelten voor de lokale eiwitvoorziening, vermeld in artikel 13, § 1;

    2. de teelten met voordelen voor het milieu, de biodiversiteit of het klimaat, vermeld in artikel 13, § 2;

    3. de faunavriendelijke hoofdteelten, vermeld in artikel 13, § 3;

  11. precisielandbouw: landbouw waarbij op basis van data die verzameld wordt via onder andere gps en sensoren, beslissingen worden genomen met slimme software;

  12. precisielandbouw via automatische gps-aansturing: het plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermingsmiddelen of bemesting, of beide, via een machine die automatisch wordt aangestuurd door een satellietplaatsbepalingssysteem, met uitzondering van precisielandbouw via RTK-gps;

  13. precisielandbouw via RTK-gps-aansturing: het plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermingsmiddelen of bemesting, of beide, via een machine die automatisch wordt aangestuurd door een Real-Time-Kinematic- satellietplaatsbepalingssysteem;

  14. productief kruidenrijk grasland: landbouwpercelen waarop een graskruidenmengsel dat bestaat uit grassen, vlinderbloemigen en kruiden, wordt ingezaaid als hoofdteelt als vermeld in artikel 11;

  15. verzamelaanvraag: de verzamelaanvraag, vermeld in artikel 11 van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014, en artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid;

  16. Vlaams Klimaatfonds: het Vlaams Klimaatfonds, opgericht bij artikel 14 van het decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012.

    HOOFDSTUK 2. - Maatregelen

    Art. 2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de bevoegde entiteit een subsidie toekennen aan landbouwers die zich ertoe verbinden een of meer van de volgende maatregelen toe te passen:

  17. de inzaai van productief kruidenrijk grasland;

  18. ecologisch beheerd grasland;

  19. de inzaai van milieu-, klimaat- en biodiversiteitsvriendelijke teelten:

    1. de inzaai van eiwitteelten;

    2. de inzaai van eenjarige teelten die een specifieke bijdrage leveren aan het milieu, de biodiversiteit en het klimaat;

    3. de inzaai van faunavriendelijke hoofdteelten;

  20. precisielandbouw:

    1. precisielandbouw via automatische gps-aansturing;

    2. precisielandbouw via automatische RTK-gps-aansturing;

    3. precisielandbouw door opmaak van een taakkaart en plaatsspecifieke bekalking;

  21. het verhogen van het effectieve organische koolstofgehalte van bouwland via het teeltplan.

    De verbintenis wordt aangegaan per landbouwperceel.

    In afwijking van het tweede lid, wordt de verbintenis voor de maatregelen, vermeld in het eerste lid, 4°, a) en b), en 5°, aangegaan voor het totale areaal subsidiabele hoofdteelten van het bedrijf.

    Op een landbouwperceel kan voor verschillende maatregelen een verbintenis afgesloten worden, op voorwaarde dat de combineerbaarheid is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd. De subsidies zijn volledig of gedeeltelijk cumuleerbaar conform de voormelde bijlage.

    Art. 3. De subsidie, vermeld in artikel 2 van dit besluit, wordt verleend, na akkoord van de Europese Commissie, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in 1.1.5.1. van de richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (2014/C 204/01).

    Er kunnen pas subsidies worden toegekend na goedkeuring van de steunmaatregel door de Europese Commissie.

    Art. 4. Landbouwers kunnen een subsidie als vermeld in artikel 2, eerste lid, krijgen als ze een verbintenis aangaan voor een maatregel als vermeld in artikel 2, eerste lid, voor de duur van één jaar met als startdatum 1 januari 2022.

    De verbintenis, vermeld in artikel 2, kan alleen worden aangegaan door een actieve landbouwer.

    De verbintenis, vermeld in artikel 2, kan uitsluitend betrekking hebben op landbouwpercelen die in het Vlaamse Gewest liggen.

    De volgende landbouwpercelen komen niet in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 2:

  22. landbouwpercelen waarvoor al een subsidie wordt verleend in hetzelfde jaar en waarbij voor die subsidie een of meer gelijkaardige voorwaarden gelden;

  23. landbouwpercelen waarop wettelijke verplichtingen van toepassing zijn die de uitvoering van een of meer gelijkaardige voorwaarden vereisen die minstens zo ver gaan als de voorwaarden, vermeld in dit besluit.

    Art. 5. Een verbintenis voor een maatregel als vermeld in artikel 2, eerste lid, is op hetzelfde landbouwperceel combineerbaar met een verbintenis voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT