10 DECEMBER 2017. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 21 november 2017 betreffende de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, de artikelen 15, 33, § 1, derde lid, en 86, § 1;

Gelet op de wet van 12 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, artikel 12bis, § 2;

Op de voordracht van de Minister van Financiën,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Het bij dit besluit gevoegde reglement van de Nationale Bank van België van 21 november 2017 betreffende de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme wordt goedgekeurd.

Art. 2. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 december 2017.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Financiën,

J. VAN OVERTVELDT

Bijlage bij het koninklijk besluit van 10 december 2017 tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 21 november 2017 betreffende de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme

Reglement van de Nationale Bank van België betreffende de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme

De Nationale Bank van België,

Gelet op de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, de artikelen 15, 33, § 1, derde lid, en 86, § 1;

Gelet op de wet van 12 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, artikel 12bis, § 2,

Besluit :

TITEL 1. - Algemene bepalingen

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder :

  1. "de wet" : de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten;

  2. "de Bank" : de Nationale Bank van België;

  3. "onderworpen financiële instelling" : een onderworpen entiteit als bedoeld in artikel 2;

  4. "AMLCO" : de persoon/personen die is/zijn aangewezen met toepassing van artikel 9, § 2, van de wet;

  5. "occasionele verrichting" : een verrichting als bedoeld in artikel 21, § 1, 2°, a) of b), van de wet;

  6. "atypische verrichting" : een verrichting die niet strookt met de kenmerken van de cliënt, met het doel en de aard van de zakelijke relatie of van de betrokken verrichting, of met het risicoprofiel van de cliënt, en die hierdoor verband zou kunnen houden met het witwassen van geld of de financiering van terrorisme;

  7. "genummerde rekening of overeenkomst" : een rekening of overeenkomst waarvan de omschrijving de identiteit van de cliënt niet vermeldt of die door de onderworpen financiële instelling in haar databank is geregistreerd zonder vermelding van die identiteit;

  8. "professionele tegenpartij" : een cliënt die een professionele cliënt is in de zin van artikel 2, eerste lid, 28°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, zoals verduidelijkt in deel I, eerste lid, van bijlage A bij het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot bepaling van nadere regels tot omzetting van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten, of die een in aanmerking komende tegenpartij is in de zin van artikel 2, eerste lid, 30°, van voornoemde wet van 2 augustus 2002, zoals verduidelijkt in artikel 3, § 1, eerste lid, van voornoemd koninklijk besluit van 3 juni 2007;

    Voor het overige hebben de in dit reglement gebruikte termen dezelfde betekenis als in de wet.

    HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

    Art. 2. Dit reglement is van toepassing op de onderworpen entiteiten als bedoeld in artikel 5, § 1, 4° tot 10°, van de wet.

    TITEL 2. - Algemene risicobeoordeling en risicoclassificatie

    HOOFDSTUK 1. - Risicobeoordeling door de onderworpen financiële instellingen

    Art. 3. De in artikel 16 van de wet bedoelde algemene risicobeoordeling voldoet aan de volgende vereisten :

  9. ze wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de AMLCO en goedgekeurd door de effectieve leiding;

  10. ze heeft betrekking op alle activiteiten van de onderworpen financiële instelling in België, alsook op de activiteiten verricht in het kader van het vrij verrichten van diensten in een andere lidstaat of in een derde land;

  11. ze is onderworpen aan een specifieke procedure die de modaliteiten ervan bepaalt, waaronder de modaliteiten voor de in artikel 17 van de wet bedoelde bijwerking ervan. De beoordeling moet worden bijgewerkt telkens er zich een gebeurtenis voordoet die een significante invloed kan hebben op één of meerdere risico's. Daarenboven verifieert de AMLCO minstens jaarlijks of de risicobeoordeling nog actueel is en vermeldt hij zijn bevindingen, en desgevallend de te verrichten bijwerkingen, in het verslag bedoeld in artikel 7.

    Art. 4. De onderworpen financiële instellingen stellen verschillende risicocategorieën vast, waaraan zij geschikte waakzaamheidsmaatregelen koppelen.

    Ze stellen deze risicocategorieën vast op basis van de in artikel 16 van de wet bedoelde algemene risicobeoordeling en van objectieve risicocriteria die onderling coherent gecombineerd zijn.

    Voorts zien ze erop toe dat deze risicocategorieën hen in staat stellen om rekening te houden met :

  12. de gevallen van hoog risico die zijn geïdentificeerd met toepassing van artikel 19, § 2, van de wet en, ten minste, met de gevallen bedoeld in de artikelen 37 tot 41 van de wet;

  13. in voorkomend geval, de gevallen van laag risico die zijn geïdentificeerd met toepassing van artikel 19, § 2, tweede lid, van de wet.

    Art. 5. De onderworpen financiële instellingen leggen schriftelijk, op papier of via een elektronische informatiedrager vast op welke wijze de WG/FT-risico's die ze met toepassing van artikel 16 van de wet hebben geïdentificeerd en beoordeeld, in aanmerking worden genomen in het kader van de gedragslijnen, waaronder het in titel 3 van dit reglement bedoelde cliëntacceptatiebeleid, van de procedures en van de internecontrolemaatregelen die ze vaststellen in overeenstemming met artikel 8 van de wet. Ze houden dit geschrift ter beschikking van de Bank, teneinde te voldoen aan de vereiste van artikel 17, tweede lid, van de wet.

    HOOFDSTUK 2. - Risicobeoordeling op groepsniveau

    Art. 6. § 1. De onderworpen financiële instellingen die gevestigd zijn in een andere lidstaat of in een derde land, of die dochterondernemingen hebben die onderworpen financiële instellingen in België zijn, nemen gepaste maatregelen om te verzekeren dat deze bijkantoren en dochterondernemingen, elk voor wat hen betreft, een algemene risicobeoordeling verrichten van de WG/FT-risico's waaraan zij in hun land van vestiging zijn blootgesteld, en deze algemene risicobeoordeling aan hen overmaken.

    § 2. De onderworpen financiële instellingen bedoeld in artikel 5, § 1, 6°, a) tot c), en 7°, a) tot d), van de wet, waken erover dat er eveneens een algemene risicobeoordeling wordt verricht van de WG/FT-risico's die verbonden zijn aan de activiteiten die zij uitoefenen in een andere lidstaat of in een derde land via één of meerdere personen die daar zijn gevestigd en die de betrokken instelling daar vertegenwoordigen.

    TITEL 3. - Organisatie en interne controle

    HOOFDSTUK 1. - Organisatie en interne controle binnen de onderworpen financiële...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT