10 APRIL 2022. - Koninklijk besluit nr. 56 met betrekking tot de teruggaaf inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf en aan niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Inleiding

Dit ontwerp van koninklijk besluit vervangt het koninklijk besluit nr. 56 van 9 december 2009 met betrekking tot de teruggaaf inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf - Belgisch Staatsblad van 17 december 2009, ed. 2 (hierna: "koninklijk besluit nr. 56 van 17 december 2009").

De vervanging vloeit voort uit de nood om de bestaande procedure voor de teruggaaf inzake btw aan belastingplichtigen die niet gevestigd zijn in de Gemeenschap, te moderniseren.

Op basis van artikel 170 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "de btw-richtlijn") hebben niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen het recht om een verzoek tot teruggaaf in te dienen van de btw geheven op de aan hen geleverde goederen of verleende diensten.

De voorwaarden en de procedure waaronder deze belastingplichtigen dit recht kunnen uitoefenen, worden geregeld door de dertiende Richtlijn 86/560/EEG van de Raad van 17 november 1986 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet op het grondgebied van de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen, de zogenaamde "dertiende richtlijn".

In tegenstelling tot de meer recentere Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn (hierna: "Richtlijn 2008/9/EG"), voorziet deze dertiende richtlijn slechts in een minimumharmonisering met een aantal bindende definities en principes, zoals met name het feit dat de teruggaaf niet mag worden verleend onder gunstiger voorwaarden dan die welke voor belastingplichtigen uit de Gemeenschap gelden.

De beleidsruimte voor de lidstaten is aldus sterk afgenomen sinds de goedkeuring en inwerkingtreding van de Richtlijn 2008/9/EG, dat een volledig geharmoniseerd kader vastlegt voor de teruggaaf aan in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf gevestigde belastingplichtigen.

Om beter tegemoet te komen aan deze juridische verplichting vervat in de dertiende richtlijn, alsook omwille van de verwachte significante toename van dergelijke verzoeken door de gevolgen van Brexit, en vanuit het streven naar een efficiëntere werking binnen de betrokken diensten, is beslist om de procedures voor de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen gelijk te schakelen met deze voor de in een andere lidstaat dan België gevestigde belastingplichtigen, alsook om over te schakelen naar een digitale procedure.

Om deze gelijkschakeling te bewerkstelligen zal het koninklijk besluit nr. 56 van 17 december 2009 worden aangevuld met de nieuwe procedures van toepassing op de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen.

Rekening houdend met de talrijke wijzigingen aan het koninklijk besluit nr. 56 van 17 december 2009 die de invoering van deze nieuwe bepalingen zou hebben meegebracht, werd ervoor gekozen om dat koninklijk besluit te vervangen in plaats van te wijzigen.

De noodzakelijke wijzigingen van artikel 9 van koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde en artikel 6 van koninklijk besluit nr. 31 van 2 april 2002 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de handelingen verricht door niet in België gevestigde belastingplichtigen zullen door een afzonderlijk koninklijk besluit worden aangebracht.

Tot slot wordt in herinnering gebracht dat de teruggaaf aan in een andere lidstaat dan in de lidstaat van teruggaaf gevestigde belastingplichtigen eveneens beheerst wordt door de bepalingen van hoofdstuk XII van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde.

Met betrekking tot de uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden van de inzameling van de gegevens in dit koninklijk besluit betreft, kan dan ook worden verwezen naar de doeleinden vermeldt in artikel 55 van de voormelde verordening.

Er werd rekening gehouden met de opmerkingen gemaakt door de gegevensbeschermingsautoriteit in hun advies nr. 243/2021 uitgereikt op 17 december 2021 en met de opmerkingen gemaakt door de Raad van State in hun advies nr. 70.968/3 van 8 maart 2022, met uitzondering van zijn opmerkingen onder punten 13.2 en 14.

Bespreking van de artikelen

Onderhavig koninklijk besluit omvat vier hoofdstukken.

Het eerste hoofdstuk (artikelen 1 en 2) omvat een aantal algemeen geldende bepalingen.

In de twee volgende hoofdstukken worden de regelgeving en de specifieke toepassingsregels behandeld. Ter zake wordt er een onderscheid gemaakt naargelang de belastingplichtige die verzoekt om teruggaaf in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf is gevestigd (hoofdstuk 2) dan wel niet in de Gemeenschap is gevestigd (hoofdstuk 3, artikelen 29 tot en met 47).

Binnen hoofdstuk 2 wordt daarenboven een onderscheid gemaakt al naargelang België de lidstaat van teruggaaf is (afdeling 1, artikelen 3 tot en met 22) dan wel de lidstaat van vestiging (afdeling 2, artikelen 23 tot en met 28).

Het laatste hoofdstuk (artikelen 48 tot en met 50) omvat inzonderheid de slotbepalingen.

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikelen 1 en 2

Artikel 1 bepaalt dat dit koninklijk besluit de omzetting vormt van:

- Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn en;

- Richtlijn 86/560/EEG van de Raad van 17 november 1986 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet op het grondgebied van de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen.

Artikel 2 van dit ontwerp neemt artikel 1 van koninklijk besluit nr. 56 van 17 december 2009 over, dat de definities bepaalt van de belangrijkste begrippen die geregeld voorkomen in de tekst van dit koninklijk besluit.

Met het oog op de invoering van de procedures voor de teruggaaf aan niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen in het nieuwe hoofdstuk 3 in dit koninklijk besluit, wordt in artikel 2 een nieuw punt 2° ingevoegd dat de definitie bevat van een niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige.

Ook worden de bestaande definities in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 56 van 17 december 2009 aangepast om rekening te houden met de uitbreiding van het personele toepassingsgebied van het koninklijk besluit nr. 56 naar de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen.

HOOFDSTUK 2. - Teruggaaf inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf

Hoofdstuk 2 van dit ontwerp heeft voortaan betrekking op de teruggaaf inzake btw aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf.

Afdeling 1. - België is de lidstaat van teruggaaf

De artikelen 3 tot en met 22 van dit ontwerp nemen de artikelen 2 tot en met 21 inhoudelijk grotendeels ongewijzigd over, met uitzondering van artikel 7, tweede lid, oud, artikel 12, tweede lid, oud, en artikel 22, oud, die worden geschrapt. Wel is er van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal legistieke en taalkundige verbeteringen aan te brengen.

Artikelen 3 en 4

Artikelen 3 en 4 van het ontwerp bepalen welke in een andere lidstaat dan België gevestigde belastingplichtigen recht op teruggaaf hebben, de voorwaarden en de omvang van het recht op teruggaaf, alsook de uitsluitingen van dit recht.

De regeling van teruggaaf is van toepassing op elke niet in België maar in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtige die gedurende het tijdvak waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft, geen enkele handeling heeft verricht die geacht wordt in België plaats te vinden met uitzondering van:

  1. vervoer en daarmee samenhangende diensten die vrijgesteld zijn krachtens de artikelen 39 tot en met 42 van het Wetboek;

  2. de leveringen van goederen of diensten waarvan de medecontractant de btw is verschuldigd krachtens artikel 51, § 2, van het Wetboek;

  3. leveringen van goederen of diensten waarvoor de belastingplichtige gebruikmaakt van één van de bijzondere regelingen bedoeld in titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 3 of 4, van de Richtlijn 2006/112/EG.

    De in punt c) bedoelde uitzondering op de algemene regel dat de betrokken belastingplichtige geen uitgaande handelingen mag verrichten die plaatsvinden in België tijdens het tijdvak waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft, werd toegevoegd in het kader van de omzetting in Belgisch recht van enerzijds deel 2 van Richtlijn (EU) 2017/2455 van de Raad van 5 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG en Richtlijn 2009/132/EG wat betreft bepaalde btw-verplichtingen voor diensten en afstandsverkopen van goederen en anderzijds van Richtlijn (EU) 2019/1995 van de Raad van 21 november 2019 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de bepalingen inzake afstandsverkopen en bepaalde binnenlandse leveringen van goederen, bij artikel 32 van het koninklijk besluit van 29 juni 2021 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1,4, 7, 10, 22, 24, 31, 41, 44 en 56 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde (Belgisch Staatsblad van 1 juli 2021, ed. 1). Het betreft handelingen (leveringen van goederen of diensten)...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT