Décision judiciaire de Raad van State, 9 octobre 2008

Date de Résolution 9 octobre 2008
JuridictionSchorsing
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK.

A R R E S T nr. 186.974 van 9 oktober 2008 in de zaak A. 187.946/X-13.745.

In zake :

  1. Roland DE ROUCK,

  2. Maria TINZL,

  3. Herman DE BOUW,

  4. Rita DE VOS,

  5. Guillaume VANHOUTRYVE,

  6. Louisa DE SCHUYTER,

  7. Luc COULIER,

  8. Godelieve DE SUTTER,

  9. Paul DEQUAE,

  10. Rosanne ANECA,

  11. Koenraad BOEL,

  12. Bernadette VERBEKE,

  13. Trees SANSEN,

  14. Maria MAENHOUT,

  15. Rita LEFEVERE,

  16. Wouter PRIEM, die woonplaats kiezen bij advocaten B. ROELANDTS en L. PROOT, kantoor houdende te 9000 GENT,

    Kasteellaan 141 tegen : het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, dat woonplaats kiest bij advocaat B. STAELENS, kantoor houdende te 8000 BRUGGE,

    Stockhouderskasteel,

    Gerard Davidstraat 46, bus 1.

    tussenkomende partijen :

  17. de stad BRUGGE, die woonplaats kiest bij advocaat A. LUST, kantoor houdende te 8310 BRUGGE,

    Baron Ruzettelaan 27,

  18. de n.v. MOH, die woonplaats kiest bij advocaten S. VERBIST en R. TIJS, kantoor houdende te 2000 ANTWERPEN,

    Graaf Van Hoornestraat 34.DE Wnd. VOORZITTER VAN DE Xe KAMER,

    Gezien het enig verzoekschrift dat Roland DE ROUCK, Maria TINZL, Herman DE BOUW, Rita DE VOS, Guillaume VANHOUTRYVE, Louisa DE SCHUYTER, Luc COULIER, Godelieve DE SUTTER, Paul DEQUAE,

    Rosanne ANECA, Koenraad BOEL, Bernadette VERBEKE, Trees SANSEN, Maria MAENHOUT, Rita LEFEVERE en Wouter PRIEM op 22 april 2008 hebben ingediend, en waarin zij de schorsing van de tenuitvoerlegging vorderen van het besluit van 23 november 2007 van de vice-minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening tot wijziging van het besluit van 3 juli 1942 van de secretaris-generaal houdende de rangschikking als monument van het Sint-Janshospitaal te Brugge;

    Gezien de nota van de verwerende partij;

    Gezien het verslag opgemaakt door auditeur A. VAN MINGEROET;

    Gelet op de kennisgeving van het verslag aan partijen;

    Gelet op de beschikking van 10 juli 2008 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 12 september 2008;

    Gehoord het verslag van staatsraad P. LEFRANC;

    Gehoord de opmerkingen van advocaat P. DE SMEDT, die loco advocaten B. ROELANDTS en L. PROOT verschijnt voor de verzoekende partijen, van advocaat N. DE CLERCQ, die loco advocaat B. STAELENS verschijnt voor de verwerende partij, van advocaat A. LUST, die verschijnt voor de eerste tussenkomende partij, en van advocaat S. VERBIST, die verschijnt voor de tweede tussenkomende partij;

    Gehoord het eensluidend advies van auditeur A. VAN MINGEROET;

    Gelet op de artikelen 17 en 18 en titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;OVERWEEGT WAT VOLGT :

  19. Rechtspleging

    1.1.

    Met een verzoekschrift van 10 juni 2008 heeft de stad Brugge gevraagd om in het administratief kort geding te mogen tussenkomen.

    1.2.

    Met een verzoekschrift van 11 juni 2008 heeft de n.v. MOH gevraagd om in het administratief kort geding te mogen tussenkomen.

    1.3.

    Er is grond om beide verzoeken in te willigen.

  20. De feiten

    2.1.

    Bij besluit van 3 juli 1942 werd onder meer het Sint-Janshospitaal te Brugge, kadastraal bekend sectie C, nr. 1156/d (2ha 39a 62ca) en eigendom van de commissie van Openbare Onderstand overeenkomstig de wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschapen, na advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, als monument gerangschikt om reden van haar artistieke, oudheidkundige of historische waarde.

    2.2.

    Op 7 april 2000 adviseert de afdeling ROHM-West-Vlaanderen Monumenten en Landschappen ongunstig over een aanvraag om een stedenbouwkundig attest nr. 2 voor het bouwen van een "Historiscope" binnen de als monument beschermde site van het Sint-Janshospitaal, ongunstig omdat onder meer de draagkracht "van (deze) historisch en stadslandschappelijk zeer belangrijk(e) site reeds maximaal belast is".

    Op 22 mei 2000 geeft het college van burgemeester en schepenen van de stad Brugge, na voormeld ongunstig advies en ongunstig advies van de stedelijke dienst voor monumentenzorg en stadsvernieuwing, een ongunstig stedenbouwkundig attest nr. 2 af.

    2.3.

    Het genoemde college treedt op 20 oktober 2000 de diverse ongunstige adviezen over een "princiepsaanvraag tot het bouwen van een historama op de site Oud Sint-Jan in de Mariastraat" bij.2.4.

    Begin 2006 wordt door de n.v. MOH tweemaal een princiepsaanvraag ingediend voor het oprichten van een Museum of History (M.O.H.) binnen de Sint-Janshospitaalsite.

    De afdeling ROHM-West-Vlaanderen Monumenten en Landschappen verleent op 15 maart 2006 over de eerste princiepsaanvraag een ongunstig advies onder meer omdat het te slopen koetshuis aan de Reie dat deel uitmaakt van de beschermde site "ondanks recente verbouwingen en aanpassingen nog steeds zeer beeldbepalend is op deze plaats en aldus een geschikte buffer kan vormen voor de hedendaagse nieuwbouw" en omdat haar "diensten (...) pleiten voor behoud van één van de laatste relicten van de 19de eeuwse hospitaalgebouwen langs de Reie naar ontwerp van arch. Alleweireldt, hetzij als een afzonderlijk gebouw dat niet in het project is opgenomen (erfdienstbaarheid van toegang tot Site Oud Sint-

    Jan!), hetzij als onderdeel van het M.O.H.".

    De genoemde afdeling adviseert een tweede gewijzigde princiepsaanvraag die de sloop van het koetshuis behoudt, andermaal ongunstig en wijst in een schrijven aan het college van burgemeester en schepenen van 28 maart 2006 op "twee mogelijkheden om dit knelpunt in een voor het overige positief te evalueren ontwerpdossier weg te werken"; hetzij het behoud van het koetshuis "als (a) doorgang naar Oud Sint-Jan en (b) toegang tot het MOH", hetzij een aanvraag "tot opheffing van de bescherming van het `koetshuis'" conform artikel 9 van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten (hierna: Monumentendecreet).

    2.5.

    De n.v. MOH dient vervolgens op 18 mei 2006 een verzoek in bij de minister tot opheffing van de bescherming van het koetshuis teneinde de realisatie van een nieuw "Museum of History" in Brugge mogelijk te maken. In deze aanvraag wordt gesteld dat aangezien de afbraak van het koetshuis (door de aanvrager `loods' genoemd) een essentieel gegeven is voor de inplanting en de architectuur van het museum, de beslissing over een mogelijke wijziging van dit beschermingsbesluit primordiaal is voor de verdere evolutie van dit project.

    2.6.

    Op 20 juni 2006 brengt de cel Monumenten en Landschappen West-Vlaanderen volgend ongunstig advies uit over de "aanvraag tot wijziging van het beschermingsbesluit van het Sint-Janshospitaal te Brugge, meerbepaald de opheffing van de bescherming van een loods": "De in de aanvraag bedoelde loods maakt ontegensprekelijk deel uit van het perceel 1156d dat bij B.S.G. van 3 juli 1942 in zijn totaliteit werd beschermdals monument. Indien hier wordt aangenomen dat de toenmalige bescherming enkel geldt voor `het hospitaalgebouw' (sic aanvraag) betekent dit dat niet alleen de 19de eeuwse ziekenzalen maar ook het broeder- en het zusterklooster niet als monument beschermd zijn. Dat dit niet de bedoeling was, is duidelijk uit het feit dat in het Besluit niet is aangegeven dat de bescherming enkel van toepassing is op een deel van de gebouwen, zoals in andere gevallen wel werd aangegeven (...) én er ook geen uitzonderingen worden gemaakt (...).

    De loods werd in 1863 gebouwd als onderdeel van een nieuw hospitaalcomplex dat tussen 1856 en 1864 werd opgetrokken naar ontwerp van de bekende Brugse architect Alleweireldt. Het is dus niet juist te stellen dat de loods deel uitmaakt van een aantal `parasietgebouwen', maar wel degelijk deel uitmaakt van het 19de eeuwse ziekenhuis. Wat wel als parasietgebouwen kunnen worden omschreven zijn de talrijke aanbouwsels die vanaf 1943 op de site werden opgetrokken, en dus nooit beschermd waren als monument. Het zijn hoofdzakelijk déze gebouwen die in de jaren '90 werden afgebroken in het kader van een renovatie en uitzuivering van de Sint-Jans-site.

    De aanvraag stelt verder dat `het volledige interieur van de loods werd uitgebroken'. Dit is manifest onjuist daar de bestaande balklaag op gietijzeren zuilen tot de oorspronkelijke inrichting behoort.

    Het gebouw werd wel gedeeltelijk verminkt door de bouw van een nieuwe banale straatgevel, en het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT