Décision judiciaire de Raad van State, 6 mai 2008

Date de Résolution 6 mai 2008
JuridictionCassatie
Nature Beschikking

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK.

BESCHIKKING BETREFFENDE DE TOELAATBAARHEID

IN ADMINISTRATIEVE CASSATIE nr. 2681 van 6 mei 2008 in de zaak A. 187.972

In zake :

XXXXX, die woonplaats kiezenbij advocaat H. DE PONTHIERE, kantoor houdende te 8900 IEPER,

Veemarkt 5 tegen: de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken, thans de minister van Migratie- en Asielbeleid.

DE WND. VOORZITTER VAN DE VIIe KAMER,

Gezien het verzoekschrift dat XXXXX en XXXXX, beiden van onbepaalde nationaliteit, op 24 april 2008 hebben ingediend om de vernietiging te vorderen van het arrest nr. 9108 van 21 maart 2008 van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen;

Gelet op de ontvangst van het administratief dossier op 30 april 2008;

Gelet op artikel 20 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals gewijzigd door artikel 8 van de wet van 15 september 2006 tot hervorming van de Raad van State en tot oprichting van een Raad voor Vreemdelingenbetwistingen;

Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

In een enig middel wordt de schending ingeroepen van de artikelen 9, derde lid (oud) en 39/65 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (Vreemdelingenwet), van artikel 3 van het Europees Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, goedgekeurd bij wet van 13 mei 1955, van de artikelen 1, 3, 12 en 25 van het Verdrag betreffende de status van Staatloze en bijlage, ondertekend te New York op 28 september 1954 en goedgekeurd bij wet van 12 mei 1954 en van artikel 149 van de Grondwet.De verzoekende partijen stellen in een eerste onderdeel dat zij voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen hadden laten gelden dat de in eerste aanleg door de gemachtigde van de minister genomen beslissing geen gewag heeft gemaakt van het aangetekend schrijven van 17 oktober 2007 en dat die beslissing de in dat schrijven aangevoerde elementen niet in aanmerking heeft genomen, zodat het bestreden arrest niet afdoende is gemotiveerd doordat het dit middel niet heeft beantwoord.

Uit de lezing van het bestreden arrest (en meer bepaald de overweging 2.1.2) blijkt dat de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen dit middel bij zijn oordeelvorming heeft betrokken. De...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT