Décision judiciaire de Raad van State, 28 avril 2008

Date de Résolution28 avril 2008
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK.

A R R E S T nr. 182.454 van 28 april 2008 in de zaken A. 74.723/IX-155 en A. 74.724/IX-156.

In zake :

I + II:

Freddy VERDOODT, die woonplaats kiest bij advocaat L. GOOVAERTS, kantoor houdende te BRUSSEL,

Kerselarenlaan 118 tegen : de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, die woonplaats kiest bij advocaat P. DEVERS, kantoor houdende te Gent,

Kouter 71-72.

D E R A A D V A N S T A T E, IXe K A M E R,

Gezien het verzoekschrift dat Freddy VERDOODT op 19 juni 1997 heeft ingediend om de nietigverklaring te vorderen van het besluit van 24 april 1997 van het college van secretarissen-generaal van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap waarbij hem definitief de vermelding "onvoldoende" wordt toegekend (zaak A.74.723/IX-155);

Gezien het verzoekschrift dat Freddy VERDOODT op 19 juni 1997 heeft ingediend om de nietigverklaring te vorderen van het besluit van de secretaris-generaal van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw, genomen op 5 mei 1997, waarbij hij met ingang van 15 mei 1997 wordt afgedankt wegens beroepsongeschiktheid (zaak A.74.724/IX-156);

Gelet op het arrest nr. 68.476 van 29 september 1997 waarbij de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het bestreden besluit in de zaak zaak A.74.723/IX-155 wordt verworpen;Gezien het verzoek tot voortzetting van de rechtspleging in de zaak A.74.723/IX-155 ingediend op 5 november 1997 door de verzoekende partij;

Gelet op het arrest nr. 68.914 van 16 oktober 1997 waarbij de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het bestreden besluit in de zaak zaak A.74.724/IX-156 wordt verworpen;

Gezien het verzoek tot voortzetting van de rechtspleging in de zaak A.74.724/IX-156 ingediend op 21 november 1997 door de verzoekende partij;

Gezien de regelmatig gewisselde memories van antwoord en van wederantwoord in de twee zaken;

Gezien de verslagen opgemaakt door eerste auditeur-afdelings- hoofd W. VAN NOTEN;

Gelet op de beschikking van 20 januari 2000 in de zaak A.74.723/IX-155 die de neerlegging ter griffie van het verslag en van het dossier gelast;

Gelet op de beschikking van 8 december 1999 in de zaak A.74.724/IX-156 die de neerlegging ter griffie van het verslag en van het dossier gelast;

Gelet op de kennisgeving van de verslagen aan partijen en de verzoeken tot voortzetting door de verzoekende partij;

Gelet op de brief van de verwerende partij in de zaak A.74.723/IX-155 en de laatste memorie van de verwerende partij in de zaak A.74.724/IX-156;

Gelet op de beschikkingen van 5 maart 2008 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 21 april 2008;

Gehoord het verslag van kamervoorzitter P. LEMMENS;Gehoord de opmerkingen van advocaat R. SILLEN, die loco advocaat L. GOOVAERTS, verschijnt voor de verzoeker, en van advocaat P. DEVERS die verschijnt voor de verwerende partij;

Gehoord het grotendeels eensluidend advies van eerste auditeur- afdelingshoofd W. VAN NOTEN;

Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,

OVERWEEGT WAT VOLGT :

Over de gegevens van de zaak 1.1.

De verzoeker verklaart ambtenaar te zijn sinds 1 februari 1972.

Op het ogenblik van de bestreden beslissingen heeft hij de graad van medewerker (rang C1) bij de afdeling Management en Vorming van de administratie Land- en Tuinbouw van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

1.2.

Op 15 juni 1995 wordt van verzoekers functie een functiebeschrijving opgesteld. De functiebeschrijving vermeldt als verzoekers eerste evaluator afdelingshoofd TYVAERT en als tweede evaluator directeur- generaal VAN DER VOORDE.

Het beschrijvend evaluatieverslag over 1995, waarvan de verzoeker op 14 maart 1996 kennis krijgt, besluit met de vermelding "onvoldoende".

1.3.

Ondertussen is op 12 februari 1996 met de verzoeker een planningsgesprek gevoerd, dat leidt tot een aangepaste functiebeschrijving, die op 28 juni 1996 door de verzoeker wordt ondertekend.

Op 28 november 1996 heeft de verzoeker een opvolgingsgesprek met zijn eerste evaluator. In het verslag hiervan wordt vastgesteld dat "een ... persoonlijke doelstelling, nl. het ontwerpen en bijhouden van een register voor de opvolging van de dossiers sociale promotie ... niet (werd) uitgevoerd", dat de prestaties van de verzoeker in verband met de dossiers landbouwvorming, namelijkhet nazicht en de controle van de cursusdossiers, "sterk ondermaats" zijn, en dat "het klassement in het archief en op het bureel ... omzeggens niet of slechts zeer gebrekkig (is) bijgehouden". Het verslag vermeldt verder: "... dat betrokkene op 25 juni in slaap lag op zijn bureel. Aan betrokkene werd herhaaldelijk voorgesteld, gezien overdreven alcoholgebruik vermoedelijk een probleem vormt voor een normale werkprestatie, het aan te bevelen is hiervoor hulp te aanvaarden via het MVG. Dit werd door betrokkene afgewezen."

Het beschrijvend evaluatieverslag over 1996, dat wordt opgemaakt na een evaluatiegesprek op 16 januari 1997, besluit opnieuw met de vermelding "onvoldoende". Het verslag vermeldt wat de resultaatgebieden betreft onder meer: "Het klasseren van documenten op het bureel en in het archief laat sterk te wensen over, ook nadat er herhaaldelijk op gewezen werd.

(...) (Het) nazicht en de controle van cursussen (werd) aan betrokkene opgedragen. (...) Betrokkene heeft zich deze vereiste kennis van de regelgeving wel in zekere mate eigen gemaakt, maar de prestaties, d.w.z. het aantal behandelde dossiers is sterk ondermaats. Mogelijke factor hierbij is het vermoedelijk overdreven alcoholgebruik voor een goede werkprestatie.

Betrokkene werd op 25 juni slapend op zijn bureel aangetroffen.

(...)

Het gevraagde register voor de inschrijving en opvolging van de sociale promotie dossiers, zoals voorzien in de doelstelling werd pas op het einde van het jaar opgesteld en door een medewerker op PC gezet en bijgehouden. Deze laattijdigheid is een ernstige tekortkoming en heeft mij niet toegelaten de dossiers in de loop van het jaar systematisch op te volgen.

(...) (...) Het bijhouden van het klassement laat te wensen over."

Wat de functioneringscriteria betreft wordt vermeld dat "de kennis van de regelgeving ... niet zeer uitvoerig (is)", dat de orde "onvoldoende" is, dat de verzoeker "weinig of geen initiatief" neemt, dat hij er niet toe komt voldoende te presteren, en dat hij niet gemakkelijk medewerking verleent aan andere collega's.

Op 5 februari 1997 stelt de verzoeker beroep in bij de raad van beroep.

Ter zitting overhandigt hij aan de voorzitter van de raad van beroep een medisch verslag waaruit blijkt dat hij sedert 12 februari 1997 onder psychiatrische behandeling is ingevolge belangrijke relationele en financiële problemen sinds 1992, die hebben geleid tot depressie, alcohol- en medicatiemisbruik met problemen op het werk tot gevolg.Op 25 maart 1997 brengt de raad van beroep bij staking van stemmen een verdeeld advies uit.

Met een besluit van 24 april 1997 spreekt het college van secretarissen-generaal tegen de verzoeker definitief de vermelding "onvoldoende" uit. Dit is het bestreden besluit in de zaak A.74.723/IX-155.

1.4.

Gelet op het feit dat de verzoeker gedurende twee opeenvolgende jaren de vermelding "onvoldoende" heeft gekregen, dankt de secretaris-generaal van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw, bij een besluit van 5 mei 1997, de verzoeker met ingang van 15 mei 1997 af wegens beroepsongeschiktheid. Dit is het bestreden besluit in de zaak A.74.724/IX-156.

Over de samenvoeging van de zaken 2.

Het beroep in de zaak A.74.723/IX-155 is gericht tegen de definitieve uitspraak "onvoldoende". Het beroep in de zaak A.74.724/IX-156 is gericht tegen de afdanking wegens beroepsongeschiktheid. Overeenkomstig de artikelen XII 3, 3/, en XII 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel (Vlaams Personeelsstatuut) wordt tegen een ambtenaar die gedurende twee opeenvolgende jaren de evaluatie "onvoldoende" gekregen heeft de afdanking wegens beroepsongeschiktheid uitgesproken. De bestreden beslissing in de zaak A.74.724/IX-156 is dus mede het gevolg van de bestreden beslissing in de zaak A.74.723/IX-155. Daarenboven zijn een aantal middelen in de zaak A.74.724/IX-

156 gelijklopend met de middelen in de zaak A.74.723/IX-155.

De zaken blijken aldus samenhangend te zijn. In het belang van een goede rechtsbedeling worden ze samengevoegd.

Over de gegrondheid van de beroepen De gegrondheid van het beroep in de zaak A.74.723/IX-155.

3.1.

De verzoeker roept een eerste middel in, afgeleid uit de schending van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van debestuurshandelingen en van artikel 13 van het decreet van 23 oktober 1991 betreffende de openbaarheid van bestuursdocumenten in de diensten en instellingen van de Vlaamse regering.

De verzoeker voert aan dat voormelde bepalingen voorschrijven dat de motivering de juridische en feitelijke overwegingen moet vermelden die aan de beslissing ten grondslag liggen en dat de motivering afdoende moet zijn. Hij voert aan dat de motivering van het bestreden besluit niet meer is dan een overname van de motivering van het verslag van de evaluatoren. Aldus stapt het college van secretarissen-generaal zeer licht over het verdeeld advies van de raad van beroep heen, terwijl dit toch duidelijk de nadruk legt op de verbetering die er in de situatie van de verzoeker zou zijn opgetreden. Als enige motivatie om de overwegingen van de raad van beroep te weerleggen heeft het college gesteld dat de verbetering "pas zeer laattijdig en in het zicht van de volgende evaluatie is gebeurd en niet van aard (is) om de evaluatie te wijzigen". Op dezelfde lichtvaardige manier, aldus de verzoeker, heeft het college van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT