Décision judiciaire de Raad van State, 21 octobre 2004

Date de Résolution21 octobre 2004
JuridictionUDN
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE

A R R E S T nr. 136.533 van 21 oktober 2004 in de zaak A. 122.284/VII-26.889

In zake :

  1. XXX,

  2. XXX, wonende te B.,

    G.straat 108 tegen : de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Binnenlandse Zaken.

    DE VOORZITTER VAN DE VIIe KAMER,

    Gezien het verzoekschrift dat XXX en XXX, beide van XXX nationaliteit, op 17 mei 2002 hebben ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging te vorderen van de beslissing van de Minister van Binnenlandse Zaken van 15 april 2002 waarbij de aanvraag om machtiging tot verblijf, op grond van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, onontvankelijk wordt verklaard, aan de verzoekende partijen ter kennis gebracht op 22 april 2002;

    Gezien het beroep tot nietigverklaring;

    Gelet op de beschikking van 18 juni 2002 waarbij aan de verzoekende partijen het voordeel van de kosteloze rechtspleging wordt verleend;

    Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op de artikelen 17 en 18;

    Gelet op artikel 7 van het koninklijk besluit van 9 juli 2000 houdende bijzondere procedureregeling inzake geschillen over beslissingen betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

    Gelet op het administratief dossier en gezien de nota van de verwerende partij;

    Gezien het voorlopig advies opgemaakt door Eerste Auditeur- afdelingshoofd H. VERHULST, op grond van artikel 7, §2 van het hoger genoemde koninklijk besluit;Gelet op de kennisgeving van dit voorlopig advies aan de partijen;

    Gelet op de beschikking van 30 juni 2004 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 7 september 2004;

    Gehoord het verslag van Kamervoorzitter M.-R. BRACKE;

    Gehoord de opmerkingen van Advocaat C. VAN CUTSEM, die, loco Advocaat C. GODDET, verschijnt voor de verzoekende partijen, en van Advocaat G. COOLSAET, die, loco Advocaat E. MATTERNE, verschijnt voor de verwerende partij;

    Gehoord het eensluidend advies van Eerste Auditeur-afdelingshoofd H. VERHULST;

    Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

  3. Overwegende dat de voornaamste gegevens van de zaak als volgt kunnen worden samengevat :

    1.1.

    De verzoekende partijen kwamen België binnen op 8 december 1998 en verklaarden zich op 9 december 1998 vluchteling.

    1.2.

    Op 15 maart 1999 nam de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT