Décision judiciaire de Raad van State, 14 novembre 2003

Date de Résolution14 novembre 2003
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE.

A R R E S T nr. 125.349 van 14 november 2003 in de zaak A. 108.626/XIV-6049.

In zake :

XXX, die woonplaats kiest bij advocaat J-C. DEVILLE, kantoor houdende te 4800 VERVIERS,

Rue Bidaut 1 tegen : de Belgische Staat, vertegenwoordigd door :

  1. de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen,

  2. de minister van Binnenlandse Zaken.

    DE Wnd. VOORZITTER VAN DE XIVe KAMER,

    Gezien het verzoekschrift dat XXX, van Joegoslavische nationaliteit, op 12 juli 2001 heeft ingediend om de vernietiging te vorderen van de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van 12 juni 2001 tot bevestiging van de beslissing van de minister van Binnenlandse Zaken van 3 oktober 2000 tot weigering van verblijf, met bevel om het grondgebied van het Rijk te verlaten, aan de verzoekende partij ter kennis gebracht op 12 juni 2001;

    Gezien het verzoekschrift dat de verzoekende partij op dezelfde dag heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging te vorderen van dezelfde beslissing;

    Gelet op de beschikking van 5 september 2001 waarbij aan de verzoekende partij het voordeel van de kosteloze rechtspleging wordt verleend;

    Gelet op artikel 26 van het koninklijk besluit van 9 juli 2000 houdende bijzondere procedureregeling inzake geschillen over beslissingen betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

    Gezien het verslag opgemaakt door eerste auditeur-afdelingshoofd H. VERHULST, op grond van artikel 26 van voormeld koninklijk besluit;

    Gelet op de beschikking van 26 maart 2003 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 4 juni 2003;Gehoord het verslag van staatsraad C. ADAMS;

    Gehoord de opmerkingen van advocaat C. HALKIN, die loco advocaat J.-C. DEVILLE verschijnt voor de verzoekende partij, van adjunct-adviseur K. DEBERGH, die verschijnt voor de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen en van advocaat E. MATTERNE, die verschijnt voor de minister van Binnenlandse Zaken;

    Gehoord het eensluidend advies van auditeur M. STERCK;

    Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

  3. Overwegende dat de verzoekende partij België binnenkomt op 28 augustus 2000 en zich vluchteling verklaart op 30 augustus 2000; dat op 3 oktober 2000 de minister van Binnenlandse Zaken beslist tot weigering van verblijf, met bevel om het grondgebied van het Rijk te verlaten; dat op 12 juni 2001 de commissaris- generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen deze beslissing bevestigt; dat dit de thans bestreden beslissing is, die als volgt luidt: "Betrokkene werd verhoord op 4 december 2000 op de zetel van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT