Décision judiciaire de Raad van State, 5 mai 2003

Date de Résolution 5 mai 2003
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE.

A R R E S T nr. 118.988 van 5 mei 2003 in de zaak A. 76.532/X-7884.

In zake :

Simonne WAUTERS (overleden), gewoond hebbende te 3800 SINT-TRUIDEN,

Schepen Dejonghstraat 12 tegen : de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, die woonplaats kiest bij Advocaat B. STAELENS, kantoor houdende te 8000 BRUGGE,

Bevrijdingslaan 4, bus 1.

D E R A A D V A N S T A T E, Xe K A M E R,

Gezien het verzoekschrift dat Simonne WAUTERS op 28 november 1997 heeft ingediend om de vernietiging te vorderen van "het ministerieel besluit houdende bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezich- ten van 10 juli 1997, genomen door de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, in de mate dat door voornoemd besluit onder artikel 1, nr. 53, het goed, gelegen te Sint Truiden, Schepen Dejonghstraat 12-14 (kad. Sint Truiden,

1/ afdeling, sectie H, nrs. 1077G, 1077H en 1114 B) wegens zijn historische waarde als monument wordt beschermd";

Gezien de regelmatig gewisselde memories van antwoord en van wederantwoord;

Gezien het verslag opgemaakt door Eerste Auditeur E. HAESBROUCK;

Gelet op de kennisgeving van het verslag aan partijen;

Gelet op de beschikking van 10 februari 2003 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 14 maart 2003;

Gehoord het verslag van Staatsraad J. BOVIN;Gehoord de opmerkingen van Advocaat K. GOVAERTS, die verschijnt voor de rechthebbenden van verzoekster, en van Advocaat N. DECLERCQ, die verschijnt voor de verwerende partij;

Gehoord het eensluidend advies van Eerste Auditeur E. HAESBROUCK;

Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat uit het uittreksel van de registers van de akten van de burgerlijke stand van de stad Sint-Truiden blijkt dat de verzoekende partij op 22 juni 2001 is overleden; dat de verwerende partij ter terechtzitting de conclusies van het verslag van het met het onderzoek van de zaak gelaste lid van het Auditoraat bijtreedt en eveneens stelt dat het verzoekschrift tot hervatting van het geding laattijdig is aangezien het slechts werd ingediend op 26 februari 2003, d.i. ongeveer vier maanden nadat het lid van het Auditoraat bij de raadsman van verzoekende partij naar de intenties van de erfgenamen terzake had geïnformeerd, en aldus buiten de redelijke termijn die aan de erfgenamen wordt toegekend om het geding te hervatten;

Overwegende dat artikel 55, tweede lid, van het besluit van de Regent van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT