Décision judiciaire de Raad van State, 5 mars 2003

Date de Résolution 5 mars 2003
JuridictionSchorsing
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE

A R R E S T nr. 116.688 van 5 maart 2003 in de zaak A. 106.516/VII-23.997

In zake :

XXX, die woonplaats kiest bij advocaat M. MANDELBLAT, kantoor houdende te 1030 BRUSSEL,

  1. Reyerslaan 41, bus 8 tegen : de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken DE WND. VOORZITTER VAN DE VIIe KAMER,

    Gezien het verzoekschrift dat XXX, van XXX nationaliteit, op 27 juni 2001 heeft ingediend om de vernietiging te vorderen van de beslissing van de minister van Binnenlandse Zaken van 23 maart 2001 waarbij het verzoek tot herziening onontvankelijk wordt verklaard, aan de verzoekende partij ter kennis gebracht op 28 mei 2001;

    Gezien het verzoekschrift dat de verzoekende partij op dezelfde dag heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging te vorderen van dezelfde beslissing en het verzoekschrift waarbij voorlopige maatregelen worden gevorderd;

    Gelet op de artikelen 4 en 26 van het koninklijk besluit van 9 juli 2000 houdende bijzondere procedureregeling inzake geschillen over beslissingen betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

    Gezien het verslag opgemaakt door eerste auditeur-afdelingshoofd H. VERHULST, op grond van artikel 26 van voormeld koninklijk besluit;

    Gelet op de kennisgeving van dit verslag aan de partijen;

    Gelet op de beschikking van 10 januari 2003 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 19 februari 2003;

    Gehoord het verslag van staatsraad E. BREWAEYS;Gehoord de opmerkingen van advocaat C. DELGOUFFRE, die, loco advocaat M. MANDELBLAT, verschijnt voor de verzoekende partij, en van advocaat E. MATTERNE, die verschijnt voor de verwerende partij;

    Gehoord het andersluidend advies van eerste auditeur-afdelingshoofd H. VERHULST;

    Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

    Overwegende dat de auditeur in zijn verslag de toepassing voorstelt van artikel 26 van het hoger genoemde koninklijk besluit;

    1. Overwegende dat de voornaamste gegevens van de zaak als volgt kunnen worden samengevat :

      1.1.

      De verzoekende partij kwam België binnen op 14 september 1999 en verklaarde zich op 15 september 1999 vluchteling.

      1.2.

      Op 14 april 2000 nam de minister van Binnenlandse Zaken een beslissing tot weigering van verblijf, met bevel om het grondgebied van het Rijk te verlaten.

      1.3.

      Op 31 juli 2000 bevestigde de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen deze beslissing van de minister.

      1.4.

      De verzoekende partij huwde op 26 augustus 2000 met de Belgische onderdaan A. D. W. te A..

      1.5.

      Op 27 september 2000 diende de verzoekende partij een aanvraag tot vestiging in.

      1.6.

      Op 16 oktober 2000 werd aan de verzoekende partij een bevel om het grondgebied te verlaten ter kennis gebracht, omdat zij in het Rijk verbleef zonder geldig visum. Er werd eveneens een "attest van afneming" opgemaakt.

      1.7.

      De verzoekende partij diende op 23 oktober 2000 een verzoek...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT