Décision judiciaire de Raad van State, 29 novembre 2002
| Date de Résolution | 29 novembre 2002 |
| Juridiction | Schorsing |
| Nature | Arrest |
RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE.
A R R E S T nr. 113.089 van 29 november 2002 in de zaak A. 116.822/XII-3447.
In zake : de BVBA EAGLE GAMES, die woonplaats kiest bij advocaat J. Stijns, kantoor houdende te Leuven,
Justus Lipsiusstraat 18-26 tegen : de STAD MECHELEN, die woonplaats kiest bij advocaat bij het Hof van Cassatie A. Houtekier, kantoor houdende te Mechelen,
Battelsesteenweg 95.
DE Wnd. VOORZITTER VAN DE XIIe KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat de BVBA Eagle Games op 14 februari 2002 heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging te vorderen van de beslissing van 10 juli 2001 om geen convenant met haar te sluiten voor de uitbating van een kansspelinrichting klasse II op het adres Hendrik Consciencestraat 19 te Mechelen;
Gezien de nota van de verwerende partij;
Gezien het verslag opgesteld door auditeur P. De Somere;
Gelet op de kennisgeving van het verslag aan partijen;Gelet op de beschikking van 6 juni 2002 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 18 juni 2002, zitting waarop de zaak wordt uitgesteld naar de zitting van 1 oktober 2002;
Gehoord het verslag van staatsraad J. Lust;
Gehoord de opmerkingen van advocaat K. Verhaeghe, die loco advocaat J. Stijns verschijnt voor verzoekster, en van advocaat Ann Houtekier, die loco advocaat bij het Hof van Cassatie A. Houtekier verschijnt voor de verwerende partij;
Gehoord het eensluidend advies van auditeur P. De Somere;
Gelet op de artikelen 17 en 18 en titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat verzoekster een speelautomatenhal uitbaat te Mechelen, Hendrik Consciencestraat 19; dat de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers de uitbating van een kansspelinrichting klasse II of speelautomatenhal onderwerpt aan een voorafgaandelijk door de kansspelcommissie uit te reiken schriftelijke vergunning klasse B en bepaalt dat zij moet gebeuren krachtens een convenant met de gemeente; dat verzoekster de stad Mechelen met brief van 29 januari 2001 om een "conventie" (lees : convenant) vraagt; dat de gemeenteraad het verzoek met beslissing van 10 juli 2001 afwijst;
Overwegende dat verwerende partij de niet-ontvankelijkheid van de vordering opwerpt, op grond van de artikelen 4 en 42 van de bij koninklijk besluit van 20 juli 1964 gecoördineerde wetten betreffende het handelsregister; dat zij uiteenzet dat verzoekster ten tijde van het instellen van de vordering...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI