Décision judiciaire de Raad van State, 17 octobre 2002
| Date de Résolution | 17 octobre 2002 |
| Juridiction | Nietigverklaring |
| Nature | Arrest |
RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE.
A R R E S T nr. 111.644 van 17 oktober 2002 in de zaak A. 114.115/XIV-7652
In zake :
XXX, die woonplaats kiest bij advocaat F. LANDUYT, kantoor houdende te 8730 BEERNEM,
Bloemendalestraat 147 tegen : de Belgische Staat, vertegenwoordigd door :
-
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen,
-
de minister van Binnenlandse Zaken.
DE Wnd. VOORZITTER VAN DE XIVe KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat XXX, van Slowaakse nationaliteit, op 10 december 2001 heeft ingediend om de vernietiging te vorderen van de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van 8 november 2001 tot bevestiging van de beslissing van de minister van Binnenlandse Zaken van 25 september 2001 tot weigering van verblijf, met bevel om het grondgebied van het Rijk te verlaten;
Gezien het verzoekschrift dat de verzoekende partij op dezelfde dag heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging te vorderen van dezelfde beslissing;
Gelet op de beschikking van 28 januari 2002 waarbij aan de verzoekende partij het voordeel van de kosteloze rechtspleging wordt verleend;
Gelet op artikel 26 van het koninklijk besluit van 9 juli 2000 houdende bijzondere procedureregeling inzake geschillen over beslissingen betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
Gezien het verslag opgemaakt door eerste auditeur-afdelingshoofd H. VERHULST, op grond van artikel 26 van voormeld koninklijk besluit;
Gelet op de beschikking van 27 augustus 2002 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 18 september 2002;
Gehoord het verslag van staatsraad C. ADAMS;Gehoord de opmerkingen van advocaat F. LANDUYT, die verschijnt voor de verzoekende partij, van adjunct-adviseur Ch. LECHAT, die verschijnt voor de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, en van advocaat E. MATTERNE, die verschijnt voor de minister van Binnenlandse Zaken;
Gehoord het eensluidend advies van eerste auditeur-afdelingshoofd H. VERHULST;
Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
-
1.1.
Overwegende dat de verzoekende partij België binnenkomt op 16 september 2001 en zich vluchteling verklaart op 18 september 2001; dat op 25 september 2001 de minister van Binnenlandse Zaken beslist tot weigering van verblijf, met bevel om het grondgebied te verlaten; dat op 8 november 2001 de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen deze beslissing bevestigt; dat dit de thans bestreden beslissing is;
1.2.
Overwegende dat de bestreden beslissing als volgt is gemotiveerd;
"U, een Slovaaks staatsburger van Rom-origine, verklaart in Slovakije problemen te hebben gekend met afpersers. U heeft op 12 september 2001 het land verlaten en bent op 14 september 2001 in België aangekomen, waar u op 14 september 2001 asiel aanvroeg. Uw man vroeg op 18 september 2001 ook in België asiel aan.
U verklaart dat in januari 2001 vier mannen aanklopten aan uw appartement en eisten dat u hen beschermingsgeld zou betalen. U moest maandelijks bijna heel uw sociale uitkering afstaan aan de afpersers, waardoor het onmogelijk werd om financieel rond te komen. Op een keer werd uw man buiten uw...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI