Décision judiciaire de Raad van State, 13 juillet 2001

Date de Résolution13 juillet 2001
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE.

A R R E S T nr. 97.867 van 13 juli 2001 in de zaak A. 80.664/XIV-3807.

In zake : XXX, die woonplaats kiest bij advocaat J. VERCAMMEN, J. TIMMERMANS en V. VAN den VONDER, kantoor houdende te 2800 MECHELEN,

Schuttersvest 8 tegen : de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken.

DE Wnd. VOORZITTER VAN DE XIVe KAMER,

Gezien het verzoekschrift dat XXX, van Armeense nationaliteit, op 13 oktober 1998 heeft ing- ediend om de vernietiging te vorderen van de weigering van de minister van Binnenlandse Zaken van 15 september 1998 tot in overwegingneming van een vluchtelingenverklaring met bevel om het grondgebied van het Rijk te verlaten, betekend aan verzoekster op 15 september 1998;

Gezien regelmatig gewisselde memories van antwoord en wederantwoord;

Gezien het verslag opgemaakt door eerste auditeur-afdelingshoofd H. VERHULST;

Gelet op de beschikking van 20 april 1999 die de neerlegging ter griffie van het verslag en van het dossier gelast;Gelet op de kennisgeving van het verslag aan partijen en de laatste memorie van de verzoekende partij;

Gelet op de beschikking van 10 mei 2001 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 6 juni 2001;

Gehoord het verslag van staatsraad G. DEBERSAQUES;

Gehoord de opmerkingen van advocaat T. LAMMAR die, loco advocaten J. VERCAMMEN,

J. TIMMERMANS en V. VAN den VONDER verschijnt voor verzoekster, en van advocaat E. MATTERNE die, loco advocaat C. DECORDIER verschijnt voor de verwerende partij;

Gehoord het advies van eerste auditeur- afdelingshoofd H. VERHULST;

Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

  1. Overwegende dat de voornaamste gegevens van de zaak als volgt kunnen worden samengevat:

    1.1.

    Verzoekster komt het Rijk binnen op 24 augustus 1996 en verklaart zich op 28 augustus 1996 vluchteling.

    1.2.

    Op 28 augustus 1996 neemt de minister van Binnenlandse Zaken een beslissing tot weigering van verblijf, met bevel om het grondgebied te verlaten.

    1.3.

    Op 11 oktober 1996 beslist de commissaris- generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen dat verder onderzoek noodzakelijk is en weigert op17 september 1997 verzoekster als vluchteling te erkennen.

    1.4.

    Op 18 juni 1998 beslist de Vaste Beroepscommissie voor de vluchtelingen dat verzoeksters beroep ontvankelijk doch ongegrond is. Deze beslissing is definitief.

    1.5.

    Op 20 juli 1998 dient...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT