Décision judiciaire de Raad van State, 22 novembre 2000
| Date de Résolution | 22 novembre 2000 |
| Juridiction | Schorsing |
| Nature | Arrest |
RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE.
A R R E S T nr. 90.978 van 22 november 2000 in de zaak A. 90.859/X-9476.
In zake :
Simonne ALLIET, die woonplaats kiest bij Advocaat C. DE BROUWERE, kantoor houdende te 8310 BRUGGE,
Bossuytlaan 35 tegen :
-
de gemeente ZUIENKERKE, die woonplaats kiest bij Advocaat H. DE LOOSE, kantoor houdende te 8377 ZUIENKERKE,
Weimanstraat 42,
-
het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, dat woonplaats kiest bij Advocaat Y. FRANÇOIS, kantoor houdende te 8570 VICHTE,
Wijnsbergstraat 24.
tussenkomende partij : de b.v.b.a. Algemene Loondorsondermingen VANBESIEN, die woonplaats kiest bij Advocaat B. STAELENS, kantoor houdende te 8000 BRUGGE,
Bevrijdingslaan 4, bus 1.
DE VOORZITTER VAN DE Xe KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat Simonne ALLIET op 10 april 2000 heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging te vorderen van de beslissing van 22 december 1999 van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zuienkerke waarbij aan de b.v.b.a. VANBESIEN de bouwvergunning wordt verleend tot het "uitbreiden van een bestaande loods d.m.v. een dak" op een perceel gelegen te Zuienkerke,
Oostendsesteenweg 82;Gezien de nota's van de verwerende partijen;
Gezien het verslag opgemaakt door Auditeur P. BARRA;
Gelet op de kennisgeving van het verslag aan partijen;
Gelet op de beschikking van 5 juli 2000 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 6 september 2000, datum waarop de zaak wordt uitgesteld tot de openbare terechtzitting van 20 september 2000;
Gehoord het verslag van Kamervoorzitter M. VRINTS;
Gehoord de opmerkingen van Advocaat J. BOSSUYT die, loco Advocaat C. DE BROUWERE verschijnt voor verzoekster, van Advocaat H. DE LOOSE, die ver- schijnt voor de eerste verwerende partij, van Advocaat Y. FRANÇOIS, die verschijnt voor de tweede verwerende partij, en van Advocaat N. DECLERCQ die, loco Advocaat B. STAELENS verschijnt voor de tussenkomende partij;
Gehoord het eensluidend advies van Auditeur P. BARRA;
Gelet op de artikelen 17 en 18 en titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de b.v.b.a. Algemene Loondorsondernemingen VANBESIEN met een verzoekschrift van 28 april 2000 heeft gevraagd om in het administratief kort geding te mogen tussenkomen; dat er grond is om het verzoek in te willigen;Overwegende dat de twee verwerende partijen, daarin bijgevallen door de tussenkomende partij, opwerpen dat de vordering te laat is ingesteld; dat zij in dat verband doen gelden dat verzoekster reeds op 27 oktober 1999 kennis had van de bouwaanvraag, daar zij op die dag tijdens het openbaar onderzoek bezwaar heeft ingediend, dat zij kon weten dat ongeveer drie maanden na de aanvraag een beslissing tot stand komt; dat haar raadsman alleszins op 8 februari 2000 in kennis werd gesteld van de vergunning, zodat het beroep van 10 april 2000 na de beroepstermijn dagtekent;
Overwegende dat uit de gegevens van de zaak niet blijkt, en evenmin wordt beweerd dat de vergunde bouwwerken werden aangevat vooraleer de vordering tot schorsing werd ingesteld; dat het enkele feit dat verzoekster kennis had van de aanvraag haar niet verplichtte...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI