Arrêt nº 126195 de Conseil du Contentieux des Etrangers - IXE Kamer, 25 juin 2014

ConférencierJ. Camu
Date de Résolution25 juin 2014
SourceConseil du Contentieux des Etrangers - IXE Kamer
PaysRussie

nr. 126 195 van 25 juni 201 in de zaak RvV X / IX

In zake: X

Gekozen woonplaats: X

tegen:

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel e Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding.

DE WND. VOORZITTER VAN DE IXE KAMER,

Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Russische nationaliteit te zijn, op 7 maart 2014 heef ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de beslissin van de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie e Armoedebestrijding, van 30 januari 2014 waarbij de aanvraag om machtiging tot verblijf op basis va artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf,

de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ongegrond verklaard wordt. De bestreden beslissin werd aan verzoekster betekend op 5 februari 2014. Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 198 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering va vreemdelingen. Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier. Gelet op de beschikking van 18 april 2014, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 8 mei 2014. Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken J. CAMU. Gehoord de opmerkingen van advocaat O. TODTS, die loco advocaat S. SAROLEA verschijnt voor d verzoekende partij en van advocaat L. BRACKE, die loco advocaat E. MATTERNE verschijnt voor d verwerende partij. WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:

  1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak Op 22 februari 2011 diende verzoekster een asielaanvraag in bij de Belgische autoriteiten. Op 24 mei 2011 nam de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen een beslissing to weigering van de vluchtelingenstatus en tot weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. Tegen di beslissing diende verzoekster op 24 juni 2011 een beroep in bij de Raad voo Vreemdelingenbetwistingen (hierna verkort de Raad). RvV X - Pagina 1 Op 8 augustus 2011 diende verzoekster een aanvraag om machtiging tot verblijf in op grond van artike 9ter van de vreemdelingenwet. Bij arrest nr. 67 734 van 30 september 2011 weigerde de Raad de vluchtelingenstatus en de subsidiair beschermingsstatus. Op 18 oktober 2011 werd de aanvraag om machtiging tot verblijf op grond van artikel 9ter van d vreemdelingenwet ontvankelijk verklaard. Op 29 januari 2014 stelde de ambtenaar-geneesheer een advies op. Op 30 januari 2014 werd de aanvraag om machtiging tot verblijf op grond van artikel 9ter van d vreemdelingenwet, ingediend op 8 augustus 2011, ongegrond verklaard. Dit is thans de bestreden beslissing, waarvan de motivering luidt als volgt: "Onder verwijzing naar de aanvraag om machtiging tot verblijf die op datum van 08.08.2011 bi aangetekend schrijven bij onze diensten werd ingediend door : [...] in toepassing van artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot he grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zoals vervangen doo Artikel 187 van de wet van 29 2010 houdende diverse bepalingen, aanvraag die door onze dienste ontvankelijk werd verklaard op 18.10.2011, deel ik u mee dat dit verzoek ongegrond is. Het aangehaalde medisch probleem kan niet worden weerhouden als grond om een verblijfsvergunnin te bekomen in toepassing van artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang to het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zoals vervangen doo Art 187 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen. Er worden medische elementen aangehaald voor verzoekster. De arts-adviseur evalueerde dez gegevens op 29.01.2014 (zie verslag in gesloten omslag in bijlage).

    1) kan uit het voorgelegd medische dossier niet worden afgeleid dat betrokkene lijdt aan een ziekte di een reëel risico inhoudt voor het leven of de fysieke integriteit, of

    2) kan uit het voorgelegd medische dossier niet worden afgeleid dat betrokkene lijdt aan een ziekte di een reëel risico inhoudt op een onmenselijke of vernederende behandeling wanneer er geen adequat behandeling is in het land van herkomst of het land waar de betrokkene gewoonlijk verblijft. Bijgevolg is niet bewezen dat een terugkeer naar het land van herkomst of het land waar de betrokken gewoonlijk verblijft een inbreuk uitmaakt op de Europese richtlijn 2004/83/EG, noch op het artikel 3 va het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)." 2. Onderzoek van het beroep Verzoekster voert in haar eerste en enige middel de schending aan van artikel 9ter en van artikel 62 va de vreemdelingenwet, van de artikelen 2 en 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens,

    van de artikelen 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van d bestuurshandelingen en van het zorgvuldigheidsbeginsel. Zij licht haar middel toe als volgt: "A. In rechte

    Artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 bepaalt dat de vreemdeling die op zodanige wijze lijd aan een ziekte dat deze ziekte een reëel risico inhoudt voor zijn leven of fysieke integriteit of een reëe risico inhoudt op een onmenselijke of vernederende behandeling wanneer er geen adequat behandeling is in zijn land van herkomst of het land waar hij verblijft, kan een machtiging tot verblijf i het Rijk aanvragen bij de minister of zijn gemachtigde. Volgens de voorbereidende werkzaamheden van de Wet van 15 september 1980, deze mogelijkhei betreft de "vreemdelingen die lijden aan een ziekte, waarvoor een adequate behandeling ontbreekt i het land van herkomst of verblijf, waarbij het terugsturen van de vreemdeling een reëel risico inhoudt o zijn leven of fysieke integriteit of die een reëel risico inhoudt op een onmenselijke of vernederend behandeling in zijn land van herkomst of verblijf '' (Parl. Doc., Kamer, 2005-2006, 51-2478/001, pp. 3 en 35). RvV X - Pagina 2 Deze bepaling houdt een omzetting in Belgisch recht in van artikel 15 van de richtlijn 2004/83/CE van 2 april 2004. Dit artikel bepaalt de ernstige schade die een subsidiaire bescherming rechtvaardigen. Dez schade wordt gedefinieerd als « foltering of onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffin van een verzoeker in zijn land van herkomst». In een arrest D. contre le Royaume-Uni van 2 mei 2007 (bevestigd door een arrest N. contre RoyaumeUni) heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens artikel 3 van het Europees Verdrag voor d Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden geïnterpreteerd. Dit artikel verbiedt een Staat ee vreemdeling uit te drijven, in geval van reëel risico voor zijn medische toestand, o.a. indien dit risic voortvloeit uit een gebrek aan medische behandeling in zijn land van herkomst. Het verbod tot uitdrijving voortvloeit uit artikel 3 en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Men en is absoluut. Een absoluut verbod houdt geen rekening met het gedrag van de betrokkene, of d financiële of economische situatie in het land. Wanneer er een reëel risico bestaat dat d gezondheidszorgen in het land van herkomst niet beschikbaar zijn, zodat dit tot een gevaar voor he leven van de betrokkenen inhoudt, moet er rekening met dit risico worden gehouden. De wet van 15 december 1980 en de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Men eisen een serieus risico, maar dus niet een risico dat voor 100% bestaat. Een hoog risico moet i aanmerking worden genomen, wanneer een hoog percentage personen geen toegang to gezondheidszorgen hebben. Betreffende de adequate behandeling dient er nagekeken te worden naar de mogelijke distributie van d zorgen of de mogelijkheid om een behandeling of onderzoeken op gang te zetten en naar de concret mogelijkheid voor de zieke om ervan te kunnen genieten rekening houdend met de financiële toestand,

    de afstanden, ... De Directeur van de Dienst Vreemdelingenzaken heeft naar deze voorwaarden van een effectieve e concrete toegankelijkheid verwezen in zijn verhoor voor het Parlement: « De effectieve toegankelijkhei van die infrastructuur en de materiële mogelijkheid om behandeling en medicatie te krijgen worden oo in rekening gebracht"

    (Parl. Doc., Kamer, 2005-2006, n°2478/008, page 137). In een arrest van 13 december 2011 n° 71.779, heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen d annulatie bevolen van een motivering enkel gebaseerd op de toegankelijkheid en de beschikbaarhei van de gezondheidszorgen in het land van herkomst, terwijl de eiser uitgelegd had dat zijn medisch problemen door de evenementen in zijn land van herkomst veroorzaakt werden. Er werd door de Raa vastgesteld dat het uitleg van de eiser betreffende de oorzaak van medische problemen bevestig werden door medische attesten. De Belgische autoriteit had dan ook de verplichting hierop t antwoorden (zie ook arrest n°73.765 van 23 januari 2012 - annulatie - Rwanda -medisch problemen veroorzaakt door de evenementen in het land van herkomst). De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is van mening dat de Belgische staat de verplichting had o zich uit te drukken over de gevolgen van een terugkeer naar het land van herkomst, gezien de ziekt veroorzaakt werd door wat de eiser in Algerije had moeten mee maken. De beslissing was niet correc gemotiveerd daar er enkel gesproken werd over de toegankelijkheid en de beschikbaarheid van d zorgen in het land van herkomst. Artikel 62 van de wet van 15 december 1980 eist een volledige en correcte motivering van d administratieve beslissingen. Deze motivering moet rekening houden met de elementen van het dossie in het geheel en hierop antwoorden op pertinente wijze zodat de eiseres de redenering en d draagwijdte van de akte kan begrijpen. Op basis van deze formele motiveringsplicht van bestuurshandelingen en de rechtsbeginselen va behoorlijk bestuur, moeten individuele beslissingen formele gemotiveerd, dwz dat "de motieven die d beslissing schragen in de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT