Arrêt nº 71362 de Conseil du Contentieux des Etrangers - IIde Kamer, 1 décembre 2011

ConférencierN. Moonen
Date de Résolution 1 décembre 2011
SourceConseil du Contentieux des Etrangers - IIde Kamer
PaysKosovo

nr. 71 362 van 1 december 201 in de zaak RvV X / II

In zake: X

Gekozen woonplaats: X

tegen:

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de minister van Migratie- en asielbeleid,

thans de staatssecretaris voor Migratie- en asielbeleid.

DE WND. VOORZITTER VAN DE IIde KAMER,

Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Kosovaarse nationaliteit te zijn, op 9 augustus 201 heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van d beslissing van 28 april 2011 van de gemachtigde van de staatssecretaris voor Migratie- en asielbelei waarbij de aanvraag om machtiging tot verblijf met toepassing van artikel 9ter van de wet van 1 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijderin van vreemdelingen ongegrond wordt verklaard. Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 198 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering va vreemdelingen. Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier. Gelet op de beschikking van 27 oktober 2011, waarbij de terechtzitting wordt bepaald o 30 november 2011. Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken N. MOONEN. Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij, bijgestaan door advocaat A. HAEGEMAN loco

advocaat M. VERRELST en van advocaat B. HEIRMAN, die loco advocaten E. MATTERNE en N.

LUCAS HABA verschijnt voor de verwerende partij. WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:

  1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak Op 5 juni 2009 komt verzoeker in België aan. Op 8 juli 2009 dient verzoeker een asielaanvraag in. Op 18 februari 2010 neemt de commissarisgeneraal voor de vluchtelingen en de staatlozen de beslissing tot weigering van de vluchtelingen- e subsidiaire beschermingsstatus. Tegen deze beslissing dient verzoeker beroep in bij de Raad voo Vreemdelingenbetwistingen die bij arrest nr. 43 843 op 26 mei 2010 de beslissing tot weigering van d vluchtelingen- en subsidiaire beschermingsstatus bevestigt. RvV X - Pagina 1 Op 16 juli 2010 dient verzoeker een aanvraag in om machtiging tot verblijf met toepassing van artike 9ter van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, d vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet). Op 20 oktober 2010 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris voor Migratie- en asielbeleid d beslissing waarbij de aanvraag om machtiging tot verblijf om medische redenen ontvankelijk word verklaard. Op 28 april 2011 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris voor Migratie- en asielbeleid d beslissing waarbij de aanvraag om machtiging tot verblijf om medische redenen ongegrond word verklaard, aan verzoeker ter kennis gebracht op 18 juli 2011. Dit is de bestreden beslissing waarvan d motivering luidt als volgt: "Onder verwijzing naar de aanvraag om machtiging tot verblijf die op datum van 09/06/2009 wer ingediend door:

J., S. (R.R.: 000) Bij DVZ ook gekend als S., N., (...), nationaliteit: Kosovo

nationaliteit: Servië

geboren te (...)

adres: (...)

toepassing van artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot he grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingesteld door artikel 5 va de wet van 15 september 2006 tot wijziging van de wet van 15 december 1980, aanvraag die door onz diensten ontvankelijk werd verklaard op 20/10/2010, heb ik de eer u mee te delen dat dit verzoe ongegrond is. Redenen:

Het aangehaalde medisch probleem kan niet aanvaard worden als grond om een verblijfsvergunning i toepassing van artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot he grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingesteld door artikel 5 va de wet van 15 september 2006 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 te bekomen. In het verzoekschrift voor betrokkene, J. S., worden ter staving medische attesten voorgelegd. De arts-adviseur evalueerde deze gegevens op 10.05.2011 (zie gesloten omslag in bijlage) en concludeerde da rekening houdende met de beschikbare medicatie en mogelijkheden tot behandeling in het land va herkomst, Servië, er haar inziens geen bezwaar is tegen een terugkeer naar het herkomstland. De arts-adviseur stelt dat betrokkene kan reizen. Mantelzorg is aangewezen. De arts-adviseur beslui dat, hoewel de aangehaalde medische problematieken kunnen beschouwd worden als aandoeninge die een reëel risico kunnen inhouden voor zijn leven of fysieke integriteit indien deze niet adequaa behandeld en opgevolgd worden, geen reëel risico inhouden op een onmenselijke of vernederend behandeling, gezien deze behandeling en opvolging beschikbaar zijn in Servië. Uit onze informatie, beschikbaar in het administratief dossier van DVZ, blijkt dat de medicatie, opvolgin en behandeling voor de 3 medische problematieken beschikbaar zijn in Servië. De gezondheidszorg i Servië is georganiseerd op de drie gebruikelijke niveaus (primaire, secundaire en tertiaire zorg),

verbonden op basis van een systeem van doorverwijzing. Er bestaat een verplichte ziekteverzekering die zowel werknemers, zelfstandigen, gepensioneerden al...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT