Arrêt nº 71361 de Conseil du Contentieux des Etrangers - IIde Kamer, 1 décembre 2011

ConférencierN. Moonen
Date de Résolution 1 décembre 2011
SourceConseil du Contentieux des Etrangers - IIde Kamer
PaysMaroc

nr. 71 361 van 1 december 201 in de zaak RvV X / II

In zake: X

Gekozen woonplaats: X

tegen:

de stad Mechelen, vertegenwoordigd door de burgemeester.

DE WND. VOORZITTER VAN DE IIde KAMER,

Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Marokkaanse nationaliteit te zijn, op 14 juli 2011 heef ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de beslissin van de burgemeester van de stad Mechelen tot niet-inoverwegingname van de aanvraag om machtigin tot verblijf op grond van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot he grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, van 16 juni 2011 (bijlage

2). Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 198 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering va vreemdelingen. Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 27 juli 2011 met refertenummer X. Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier. Gelet op de beschikking van 27 oktober 2011, waarbij de terechtzitting wordt bepaald o 30 november 2011. Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken N. MOONEN. Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij, bijgestaan door advocaat C. VALLET loco

advocaat O. VANKESBEECK en van advocaat S. TAELEMANS, die loco advocaat B. DE KEYSE verschijnt voor de verwerende partij. WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:

  1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak Verzoekster was in het bezit van een geldig verblijf op grond van haar paspoort met visum type C, da geldig was van 28 januari 2011 tot 14 maart 2011. Op 5 april 2011 dient verzoekster een aanvraag in om machtiging tot verblijf op grond van artikel 9bis

van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestigin en de verwijdering van vreemdelingen (hierna verkort Vreemdelingenwet). RvV X - Pagina 1 Op 16 juni 2011 neemt de burgemeester van de stad Mechelen de beslissing tot niet-inoverwegingnam van de aanvraag om machtiging tot verblijf op grond van artikel 9bis van de Vreemdelingenwet. Dit is d bestreden beslissing die luidt als volgt: "beslissing tot niet-inoverwegingneming

van een aanvraag in het kader van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende d toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. De genaamde / persoon die verklaart te heten A.J. (...) (naam en voornaam),

van Marokko nationaliteit, geboren te B.B. (...)

op (in) (...)

heeft zich op 06/04/2011 bij het gemeentebestuur aangemeld om met toepassing van artikel 9bis van d wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en d verwijdering van vreemdelingen, een aanvraag tot het bekomen van een machtiging tot verblijf van mee dan drie maanden in het Rijk in te dienen. Genoemde vreemdeling gaf te kennen te verblijven op het volgende adres:

(...) Uit de controle op 24/05/2011, 26/05/2011, 28/05/2011 blijkt echter dat deze vreemdeling niet werkelij op dit adres woont. (Politioneel verslag: Geen naam op de bel of op de brievenbus en nieman aanwezig, geen enkele reactie.) Bijgevolg kan de aanvraag in het kader van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffend de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, niet i overweging worden genomen. (...)" 2. Onderzoek van het beroep 2.1. Verzoekster voert in een eerste middel de schending aan van de artikelen 2 en 3 van de wet van 2 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen. Verzoekster meent dat dez artikelen werden geschonden daar "er een gebrek (is) aan afdoende motivering daar de beslissing gee antwoord geeft waarom de argumenten door verzoekster aangebracht in haar verzoek, werde afgewezen." Verzoekster zet haar middel verder als volgt uiteen: "De kwestieuze beslissing dd 16.06.2011 dient gemotiveerd te worden, hetgeen impliceert dat uit d motivering uitdrukkelijk moet blijken waarom aan het verzoek tot verblijf van meer dan drie maande geen gevolg wordt gegeven én waarom de door verzoekster ingeroepen argumenten ter staving va haar verzoek werden afgewezen. (L OPDEBEEK & A. COOLSAET, " Formele motivering va bestuurshandelingen" , DIE KEURE, 1999, p268) Hierbij moet de motivering dus slaan op de door verzoekster ingeroepen argumenten. De aangevochte beslissing tot niet-inoverwegingneming stelt echter nergens in zijn motivering waarom de doo verzoekster aangebrachte argumenten worden afgewezen. Géén enkel door verzoekster in haa verzoek dd 05.04.2011 aangebracht argument ter staving van haar verzoek, wordt gemotiveer beantwoord. De opgave van haar verblijfsadres in haar verzoek, is slechts een administratief onderdee van haar verzoek én is op zich niet het argument(en) ter staving van haar verzoek tot verblijf van mee dan 3 maanden." 2.2. Het wordt niet betwist dat verzoekster een aanvraag om machtiging tot verblijf indiende bij de sta Mechelen op grond van artikel 9bis van de Vreemdelingenwet. Dit artikel luidt als volgt:


" § 1. In buitengewone omstandigheden en op voorwaarde dat de vreemdeling over ee identiteitsdocument beschikt, kan de machtiging tot verblijf worden aangevraagd bij de burgemeeste van de plaats waar hij verblijft. Deze maakt ze over aan de minister of aan diens gemachtigde. Indien d minister of diens gemachtigde de machtiging tot verblijf toekent, zal de machtiging tot verblijf in België

worden afgegeven. (...)" Uit dit artikel blijkt aldus dat verzoekster haar aanvraag in buitengewone omstandigheden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT