Arrêt nº 62622 de Conseil du Contentieux des Etrangers - IVde Kamer, 31 mai 2011

ConférencierF. Tamborijn
Date de Résolution31 mai 2011
SourceConseil du Contentieux des Etrangers - IVde Kamer
PaysArménie

nr. 62 622 van 31 mei 201 in de zaak RvV X / IV

In zake: X

Gekozen woonplaats: X

tegen:

de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen

DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,

Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Armeense nationaliteit te zijn, op 26 februari 201 heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en d staatlozen van 26 januari 2011.

Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, he verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier van de verwerende partij.

Gelet op de beschikking van 1 april 2011 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 28 april 2011.

Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken F. TAMBORIJN.

Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat M. DIMONEKENE-VANNESTE,

en van attaché P. VERBEKE, die verschijnt voor de verwerende partij.

WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:

  1. Over de gegevens van de zaak 1.1. Verzoeker kwam op 4 mei 2010 toe op Belgisch grondgebied en diende dezelfde dag ee asielaanvraag in.

1.2. De commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen nam op 26 januari 2011 ee beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus.

Verzoeker werd hiervan per aangetekend schrijven d.d. 27 januari 2011 in kennis gesteld.

Dit vormt de bestreden beslissing welke luidt als volgt: "A. Feitenrelaas

RvV X - Pagina 1 U verklaart een Armeens staatsburger en van Armeense origine te zijn. U bent samen met een li van uw familie, A.(...) M.(...) (O.V. 6.622.573), met wie u sinds 2005 een restaurant uitbaatte o de autobaan van Erevan naar Leninakan in Ujan, naar België gevlucht. Jullie hebben dezelfd problemen gekend. U verklaart omwille van de volgende redenen uw land van herkomst te hebbe verlaten. Op 25 januari 2009 zagen u en A.(...) M.(...) dat een werknemer van een nabijgelegen restaurant, Nell genaamd, werd aangereden. U en A.(...) liepen naar het slachtoffer toe om de eerste hulp te bieden.

Twee mannen stapten uit de auto die haar had aangereden en vertrokken toen ze u en A.(...) zagen. en A.(...) hebben het slachtoffer met de wagen van A.(...) naar het ziekenhuis gebracht, waar de politi jullie is komen ophalen. Op het politiekantoor van Ashtarak hebben u en A.(...) verklaringen afgeleg betreffende het ongeval. Na twee uur in het politiekantoor te hebben doorgebracht, gingen u en A.(...)

terug naar het ziekenhuis waar jullie vernamen dat het slachtoffer overleden was. Een paar dagen n het ongeval bezochten de twee mannen die het slachtoffer aangereden hadden u en A.(...) i jullie restaurant en eisten dat jullie jullie verklaringen introkken. De volgende dag ging u samen met

A.(...) naar het politiebureau van Ashtarak om jullie verklaringen in te trekken, wat geweigerd werd. Ee paar dagen later stapten dezelfde mannen op jullie af met dezelfde eis. In twee maanden tijd zij deze mannen, soms vergezeld van anderen, ongeveer 5 à 6 keer bij jullie geweest. Iedere keer n hun bezoek bent u met A.(...) naar de politie gegaan. Ook werden u en A.(...) in die periode 2 à keer lastiggevallen door familieleden van het slachtoffer. Een politieagent had gezegd dat julli moesten bellen indien ze nog eens kwamen maar de politie is toen niet gekomen. Er volgde ee rustigere periode van een jaar. Vervolgens hebben deze mannen u en A.(...) opnieuw bedreigd opda jullie je verklaringen zouden intrekken en werden jullie geslagen. Een keer werd u voor de voete geschoten. U en A.(...) zijn ook naar de politiechef gegaan. Ook de familie van het slachtoffer bleef julli lastigvallen. Ongeveer een maand à 40 dagen voor uw vertrek uit Ujan hebben u en A.(...) een brie geschreven naar de ombudsman, A.(...) H.(...), en naar de procureur-generaal, A.(...) H.(...). Hiero kreeg u geen antwoord. Op 18 april 2010 kregen u en A.(...) een convocatie van de wijkagent V.(...) o jullie op 20 april 2010 aan te bieden bij de rechtbank als getuige. Uit schrik voor wat er jullie zo overkomen, zijn u en A.(...) op 19 april 2010 naar Irind gevlucht. Op 30 april 2010 vertrokken u en A.(...)

vanuit Irind naar België met behulp van passeurs. Op 4 mei 2010 zijn u en A.(...) in België aangekome en hebben jullie een asielaanvraag ingediend bij de bevoegde asielinstanties. In geval van ee terugkeer vreest u voor uw leven. U bent in het bezit van uw militaire boekje, uw geboorteakte en ee faxkopie van een politieconvocatie. B. Motivering

Uit uw verklaringen voor het Commissariaat-generaal blijkt dat u en A.(...) M.(...) (O.V.

6.622.573) dezelfde problemen hebben gekend en dat jullie samen naar België te zijn vertrokken.

Vooreerst dient opgemerkt te worden dat u en A.(...) M.(...) tegenstrijdige verklaringen betreffend belangrijke feiten in het asielrelaas hebben afgelegd.

Ten eerste dient opgemerkt te worden dat u en A.(...) M.(...) tegenstrijdige verklaringe hebben afgelegd betreffende de schriftelijke convocatie die u en A.(...) M.(...) opriep als getuige voo de rechtbank op 20 april 2010. Zo verklaart u dat er 1 convocatie was voor jullie twee (CGV 1 (20.10.2010), p. 16), terwijl A.(...) M.(...) verklaart dat er 1 convocatie was op zijn naam e 1 convocatie op uw naam (CGVS 1 A.(...) M.(...), p. 13 & CGVS 2 (13.12.2010) A.(...) M.(...), p. 5). Bi de confrontatie met deze tegenstrijdigheid verklaart u dat u zich niet meer kan herinneren of er sprak was van 1 of 2 convocaties (CGVS 2 (13.12.2010), p. 7-8). Deze uitspraak verklaart niet waarom tijdens het eerste gehoor voor het Commissariaat-generaal expliciet vermeld heeft dat er convocatie voor jullie beiden was, en is bijgevolg niet afdoende. Bovendien stelde A.(...),

geconfronteerd met deze tegenstrijdigheid, opnieuw dat er sprake is van 2 verschillende convocatie (CGVS 2 A.(...) M.(...), p. 5). Gezien het ontvangen van deze convocatie een essentieel feit van julli asielrelaas betreft - na het ontvangen van deze convocatie zijn jullie immers gevlucht om niet te moete verschijnen op de rechtszitting (CGVS 1, p. 12) - kan verwacht worden dat u en A.(...) hieromtren consistente verklaringen afleggen. Deze vaststelling ondermijnt de geloofwaardigheid van u asielrelaas. Ten twee dient opgemerkt te worden dat u en A.(...) tegenstrijdige verklaringen hebbe afgelegd betreffende wie jullie voor het laatst heeft aangevallen. Zo verklaart u dat u voor het laats werd lastiggevallen door familie van het slachtoffer (CGVS 1, p. 15-16), terwijl A.(...) verklaart dat julli voor het laatst zijn lastiggevallen door de twee mannen die het slachtoffer hebben aangereden (CGV 1 A.(...) M.(...), p. 12). Uw verklaring voor deze tegenstrijdigheid als zou van veel...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT