Décision judiciaire de Raad van State, 21 octobre 2010
Date de Résolution | 21 octobre 2010 |
Juridiction | Nietigverklaring |
Nature | Arrest |
RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Xe KAMER
A R R E S T
nr. 208.294 van 21 oktober 2010 in de zaak A. 192.336/X-14.157.
In zake : 1. Guido NIJS
-
Sylvia NIJS
-
Richard CUSTERS
-
Jacqueline TIMP
-
Roeland CAMP
-
Anne-Marie VAESEN
-
Jos VASTMANS
-
Els SWENNEN
-
Jos CROIMANS 10. Rik SCHRIJVERS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Kristien Vaes kantoor houdend te 3500 HASSELT Herkenrodesingel 4 bij wie woonplaats wordt gekozen
tegen :
-
het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Paul Aerts kantoor houdend te 9000 GENT Coupure 5 bij wie woonplaats wordt gekozen
-
de deputatie van de provincieraad van LIMBURG
Tussenkomende partij :
de v.z.w. MC Maasland Neeroeteren bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten Koen Geelen en Kris Wauters kantoor houdend te 3500 HASSELT Gouverneur Roppesingel 131 bij wie woonplaats wordt gekozen
--------------------------------------------------------------------------------------------------
X-14.157- 1/57
I. Voorwerp van het beroep
1. Het beroep, ingesteld op 11 juni 2009, strekt tot de
nietigverklaring van:
- het besluit van 17 december 2008 van de deputatie van de provincieraad van
LIMBURG houdende de definitieve vaststelling van het provinciaal ruimtelijk
uitvoeringsplan voor “een omloop met trainingsfaciliteiten voor
gemotoriseerde sporten ‘Waterloos’ te Maaseik, met het bijhorende
onteigeningsplan”;
- het besluit van 31 maart 2009 van de Vlaamse minister van Financiën,
Begroting en Ruimtelijke Ordening houdende de goedkeuring van voormeld
provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan “Waterloos” te Maaseik van de
provincie Limburg.
II. Verloop van de rechtspleging
2. Bij arrest nr. 193.287 van 14 mei 2009 is de vordering tot
schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing bij uiterst
dringende noodzakelijkheid ingewilligd.
De verwerende partijen hebben een memorie van antwoord
ingediend en de verzoekende partijen hebben een memorie van wederantwoord
ingediend.
De tussenkomende partij heeft een verzoekschrift tot
tussenkomst ingediend. De tussenkomst is toegestaan bij beschikking van
21 december 2009. De tussenkomende partij heeft een memorie ingediend.
Eerste auditeur-afdelingshoofd Frans De Buel heeft een verslag
opgesteld.
De verzoekende partijen hebben een laatste memorie ingediend.
De verwerende partijen en de tussenkomende partij hebben een verzoek tot
voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend.
X-14.157- 2/57
De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft
plaatsgevonden op 17 september 2010.
Staatsraad Johan Bovin heeft verslag uitgebracht.
Advocaat Kristien Vaes, die verschijnt voor de verzoekende
partijen, advocaat Inneke Bockstaele, die loco advocaat Paul Aerts verschijnt
voor de eerste verwerende partij, Tom Roosen, bestuurssecretaris, die verschijnt
voor de tweede verwerende partij, en advocaat Koen Geelen, die verschijnt voor
de tussenkomende partij, zijn gehoord.
Eerste auditeur-afdelingshoofd Frans De Buel heeft een met dit
arrest eensluidend advies gegeven.
Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der
talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State,
gecoördineerd op 12 januari 1973.
III. Feiten
3.1. Bij arrest nr. 170.824 van 7 mei 2007 van de Raad van State
wordt de schorsing van de tenuitvoerlegging bevolen van:
- het besluit van 19 april 2006 van de provincieraad van Limburg houdende
definitieve vaststelling van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voor een
permanente omloop met trainingsfaciliteiten voor gemotoriseerde sporten
“Waterloos” te Maaseik, met het bijhorende onteigeningsplan, en
- het besluit van 19 juni 2006 van de Vlaamse minister van Financiën en
Begroting en Ruimtelijke Ordening tot goedkeuring van bovenvermeld
provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan, met uitsluiting van de met blauwe rand
omlijnde delen van de stedenbouwkundige voorschriften.
X-14.157- 3/57
3.2. Op 14 juni 2007 beslist de deputatie van de provincieraad van
Limburg om de procedure ten gronde bij de Raad van State niet voort te zetten.
De geschorste besluiten worden met toepassing van artikel 17, § 4bis van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, juncto
artikel 15bis, § 1 van het koninklijk besluit van 5 december 1991 tot bepaling van
de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State, bij arrest nr. 175.705 van
12 oktober 2007 vernietigd.
3.3. Op 5 juli 2007 beslist de deputatie tot het volledig hernemen
van de procedure tot opmaak van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan
(hierna: PRUP). De plenaire vergadering vindt plaats op 10 september 2007.
3.4. Er wordt tevens besloten een plan-MER te laten opstellen met
betrekking tot het ontworpen PRUP “omloop voor grond gebonden
gemotoriseerde sporten” te Maaseik (Neeroeteren). De kennisgeving van het
plan-MER wordt door de dienst MER volledig verklaard op 9 oktober 2007. Het
plan-MER wordt door de dienst MER goedgekeurd op 6 maart 2008.
Inmiddels werd in opdracht van de v.z.w. MC MaaslandNeeroeteren reeds een project-MER opgemaakt, dat door de dienst MER wordt
goedgekeurd op 11 december 2006.
3.5. Bij besluit van 16 april 2008 van de deputatie van de
provincieraad van Limburg wordt het ontwerp van PRUP “een omloop met
trainingsfaciliteiten voor gemotoriseerde sporten ‘Waterloos’” te Maaseik met het
bijhorende onteigeningsplan voorlopig vastgesteld.
3.6. Het openbaar onderzoek wordt gehouden van 9 mei 2008 tot en
met 7 juli 2008. Er worden 350 bezwaarschriften ingediend.
3.7. Bij besluit van 2 juni 2008 van de Vlaamse minister van
Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening wordt het ontwerp van PRUP
gunstig geadviseerd.
X-14.157- 4/57
3.8. In zitting van 30 juni 2008 verleent de gemeenteraad van de
stad Maaseik een voorwaardelijk gunstig advies.
3.9. Op 1 oktober 2008 adviseert de provinciale commissie voor
ruimtelijke ordening (hierna: Procoro) van Limburg gunstig en worden een aantal
“aanpassingen/aanvullingen” voorgesteld.
3.10. Bij het eerste bestreden besluit van 17 december 2008 van de
deputatie van de provincieraad van Limburg wordt het PRUP “een omloop met
trainingsfaciliteiten voor gemotoriseerde sporten Waterloos” te Maaseik,
omvattende een toelichtingsnota, stedenbouwkundige voorschriften, grafische
plannen en het plan-milieueffectenrapport en het bijbehorende onteigeningsplan,
definitief vastgesteld.
3.11. Bij het tweede bestreden besluit van 31 maart 2009 van de
Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening wordt het
PRUP voor een omloop met trainingsfaciliteiten voor gemotoriseerde sporten
“Waterloos” te Maaseik van de provincie Limburg, bestaande uit twee
verordenende grafische plannen met bijbehorende stedenbouwkundige
voorschriften, een weergave van de bestaande en juridische toestand en een
bijbehorende onteigeningsplan, goedgekeurd.
3.12. Dit goedkeuringsbesluit wordt bij uittreksel bekendgemaakt in
het Belgisch Staatsblad van 14 april 2009.
IV. Ontvankelijkheid - Belang
Standpunt van de partijen
4.1. In het verzoekschrift tot nietigverklaring zetten de verzoekende
partijen met betrekking tot hun belang bij het beroep, uiteen wat volgt:
X-14.157- 5/57
“Verzoekers beschikken over een persoonlijk, rechtstreeks, griefhoudend en geoorloofd belang voor het indienen van onderhavig beroep tot vernietiging.
Verzoekers wonen allemaal in het gehucht Waterloos te Neeroeteren, nabij het motorcrosscircuit dat het plangebied uitmaakt van de bestreden beslissing. Tot aan de bestreden beslissing was dit circuit gelegen in natuurgebied. Door de inwerkingtreding van de bestreden beslissing ligt het circuit in recreatiegebied, en wordt onmiddellijke regularisatie van het circuit mogelijk gemaakt, door het afleveren van de nodige stedenbouwkundigen, door het opheffen van het exploitatieverbod dat momenteel nog geldt, en door het afwijzen van het beroep dat werd ingediend tegen de inmiddels - illegaal - afgeleverde milieuvergunning van 10 juli 2008, dan wel - achteraf - door het afleveren van een nieuwe milieuvergunning.
Dit betekent vervolgens dat de club opnieuw trainingsdagen en wedstrijden op het circuit kan laten doorgaan, en dat het circuit zal worden opengesteld voor nieuwe crossactiviteiten.
De uitbating van het circuit veroorzaakt zeer ernstige hinder voor elk van de verzoekers, meer bepaald geluidshinder, geurhinder en stofhinder. Zoals blijkt uit de bestreden beslissing zelf, ligt het woonlint Waterloos binnen een straal van 500 meter ten opzichte van het circuit (…). De verste woningen liggen nog op minder dan 1500 meter van het betrokken circuit.
Ten bewijze van de ernstige hinder die de exploitatie van het circuit veroorzaakt wordt verwezen naar volgende stukken : a) plan-MER
Zowel het project-MER bij de milieuvergunning van 10 juli 2008 als het plan-MER dat werd opgemaakt ‘in functie van’ de bestreden beslissing komen tot de vaststelling dat de omwonenden - waaronder verzoekers - door de uitbating van het circuit geconfronteerd worden met ernstige geluids- en geurhinder. Er werd op verschillende plaatsen gemeten (…) - de geluidskwaliteit bij inactiviteit van de motorcross is als goed tot zeer goed te beoordelen - tijdens activiteit worden overschrijdingen van de geluidsnormen vastgesteld van 15 dB(A) tot 30 dB(A), afhankelijk van de intensiteit van het gebruik van het circuit (oefenwedstrijd of officiële wedstrijd) en van het uitgangspunt (normen voor bestaande dan wel voor nieuwe inrichting) - voor de geurhinder komt het voorlopig MER-rapport tot de vaststelling dat negatieve tot zeer negatieve effecten worden waargenomen bij de omwonenden (Ledenweg, Waterlozeweg, Ketelstraat, Meyldersweg), die bij de overheersende windrichting -zuidwestenwind - permanent aanwezig zijn Bovendien besluiten de deskundigen van het projec(t) resp. het plan-MER :
‘De milieukwaliteitsnorm voor woongebieden, zijnde 45 dB(A) zelf, is nooit haalbaar gezien de ligging...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI