Schadevergoeding tot herstel (Raad van State)
6 resultaten voor Schadevergoeding tot herstel (Raad van State)
-
Vonnis van Raad van State, 20 de Enero de 2022
De milieuvergunning van 15 oktober 2015 werd vernietigd, waardoor de exploitatie vanaf 15 oktober 2015 zonder geldige milieuvergunning heeft plaatsgehad, waarbij te dezen kan worden opgemerkt dat het om een vierde nietigverklaring van de beslissing in beroep over dezelfde milieuvergunningsaanvraag gaat. De onwettigheid blijkt dus uit het vernietigingsarrest.
-
Vonnis van Raad van State, 16 de Diciembre de 2021
Om met toepassing van art. 11bis van de RvS-wet een schadevergoeding tot herstel te kunnen verkrijgen moet aan drie voorwaarden worden voldaan: - er dient allereerst te worden aangetoond dat sprake is van een vastgestelde onwettigheid door een arrest van de RvS; dit kan niet enkel blijken uit de vernietiging van een aangevochten akte, reglement of stilzwijgend afwijzende beslissing; - deze...
-
Vonnis van Raad van State, 12 de Marzo de 2019
In art. 19 van de RvS wordt niet verwezen naar het te dezen relevante art. 11bis van de RvS-wet.
-
Vonnis van Raad van State, 9 de Octubre de 2018
Volgens de verwerende partij is de 'benoeming' die verzoeker bestrijdt een onbestaande rechtshandeling, aangezien in het adjunct-mandaat van eerste auditeur-afdelingshoofd niet is benoemd, maar aangewezen. Geen der partijen is geschaad in haar mogelijkheden tot eis of verweer en het zou van een overdreven formalisme getuigen, zijdens de Raad, om dan enige afkeuring over de gebruikte terminologie...
-
Vonnis van Raad van State, 8 de Diciembre de 2016
Alle verzoekende partijen waren tevens verzoeker.p. in het beroep dat aanleiding heeft gegeven tot arrest van de RvS nr. 231.137, waarin hun belang werd aanvaard. De verw.p. toont niet aan dat zij in het voorliggend geding niet over het rechtens vereiste belang zouden beschikken. Door de vernietigde beslissing werd de eerste verzoeker.p. geraakt in haar statutaire doelstellingen. Er valt niet in...
-
Vonnis van Raad van State, 7 de Julio de 2016
Het verzoekschrift werd elektronisch ingediend. Overeenkomstig art. 85bis, § 5, tweede lid, van algemeen procedurereglement wordt het geacht ondertekend te zijn door de registratiehouder die het neerlegde.