Wet tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde, de 1 décembre 2013

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 2. In artikel 58bis van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 juli 2012, worden volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in de bepaling onder 1° worden de woorden " toegevoegd vrederechter ", " toegevoegd rechter in de politierechtbank ", " en toegevoegd rechter ", " toegevoegd substituut-procureur des Konings, ", " en toegevoegd substituut-arbeidsauditeur " opgeheven;

  2. in de bepaling onder 2° worden de woorden " voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, " ingevoegd tussen de woorden " van koophandel, " en de woorden " procureur des Konings ";

  3. in de bepaling onder 3° worden de woorden " afdelingsvoorzitter of " ingevoegd tussen de woorden " mandaten van " en het woord " ondervoorzitter " en worden de woorden " ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, afdelingsprocureur, afdelingsauditeur, " ingevoegd tussen de woorden " rechtbank van koophandel " en de woorden " eerste substituut-procureur des Konings ".

    Art. 3. Artikel 59 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met drie leden, luidende :

    " De vrederechter-titularis benoemd in een kanton wordt in subsidiaire orde benoemd in elk kanton van het gerechtelijk arrondissement waarin hij krachtens de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken kan worden benoemd.

    Naargelang van de behoeften van de dienst wijst de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, en na de betrokken magistraat te hebben gehoord, een of meer vrederechters aan om dit ambt gelijktijdig in een of meer kantons van het gerechtelijk arrondissement uit te oefenen.

    De aanwijzingsbeschikking geeft de redenen van de aanwijzing op en bepaalt de nadere regels ervan. ".

    Art. 4. Artikel 60 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 juli 1994, wordt vervangen als volgt :

    " Art. 60. Er zijn politierechtbanken, bestaande uit één of meer afdelingen. Een of meer rechters oefenen er hun ambt uit in de gebiedsomschrijving bepaald in het bijvoegsel bij dit Wetboek. Een vrederechter kan bovendien tot rechter in de politierechtbank worden benoemd.

    De politierechtbanken en hun afdelingen bestaan uit een of meer kamers.

    In het gerechtelijk arrondissement Brussel worden de rechters in de politierechtbank die worden benoemd in de personeelsformatie van de Nederlandstalige politierechtbank of de politierechtbank te Halle of te Vilvoorde, in subsidiaire orde in de andere Nederlandstalige politierechtbanken te Brussel benoemd. ".

    Art. 5. In artikel 64, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, wordt het woord " gerecht " vervangen door de woorden " vredegerecht of afdeling van de politierechtbank ".

    Art. 6. Artikel 65 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 11 juli 1994, wordt vervangen als volgt

    " Art. 65. § 1. Naargelang van de behoeften van de dienst wijst de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, tijdelijk en met zijn of hun instemming, een of meer vrederechters aan om de functie uit te oefenen van rechter in de politierechtbank, of een of meer rechters in de politierechtbank om de functie uit te oefenen van vrederechter in het gerechtelijk arrondissement.

    Naargelang van de behoeften van de dienst in het gerechtelijk arrondissement Brussel wijst de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, tijdelijk een of meer werkende of plaatsvervangende rechters in de politierechtbank aan, zonder dat zijn of hun instemming vereist is maar na hem of hen te hebben gehoord, om tegelijkertijd een ambt uit te oefenen in een andere politierechtbank van het arrondissement.

    Naargelang van de behoeften van de dienst kan met instemming van de betrokkene of betrokkenen de eerste voorzitter van het hof van beroep, met inachtneming van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken en op advies van de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank een of meer rechters in de politierechtbank, of een of meer vrederechters opdragen tegelijkertijd een ambt uit te oefenen in een andere politierechtbank van het rechtsgebied of in een ander vredegerecht van het rechtsgebied gelegen in een ander arrondissement dan dat waarin hij benoemd is.

    § 2. De aanwijzings- of opdrachtbeschikking geeft de redenen van de aanwijzing of opdracht op en bepaalt de nadere regels ervan.

    De aanwijzing of de opdracht eindigt wanneer de reden ervan vervalt; voor de zaken waarover de debatten aan de gang zijn of die in beraad zijn, blijft de aanwijzing of de opdracht echter gelden tot aan het vonnis. ".

    Art. 7. Artikel 65bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 maart 2001, wordt vervangen als volgt :

    " Art. 65bis. Met uitzondering van de gerechtelijke arrondissementen Brussel en Eupen is er in elk arrondissement een voorzitter en ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank.

    Het voorzitterschap wordt afwisselend waargenomen door een vrederechter en door een rechter in de politierechtbank. De ondervoorzitter is respectievelijk vrederechter of rechter in de politierechtbank, naar gelang de voorzitter rechter in de politierechtbank dan wel vrederechter is. ".

    Art. 8. In artikel 66 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt het eerste lid vervangen als volgt :

    " De zittingen worden op de zetel of afdeling van het gerecht gehouden. Het aantal, de dagen en de duur van de gewone zittingen worden in een bijzonder reglement vastgesteld :

    1. voor de politierechtbank, door de voorzitter of ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank die de hoedanigheid heeft van politierechter, na advies van de procureur des Konings en van de stafhouder(s) van de Orde of Ordes van Advocaten van het arrondissement;

    2. voor het vredegerecht, door de voorzitter of ondervoorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank die de hoedanigheid heeft van vrederechter, na advies van de betrokken vrederechter en van de stafhouder(s) van de Orde of Ordes van Advocaten van het arrondissement.

      Het bijzonder reglement wordt publiek bekendgemaakt. ".

      Art. 9. Artikel 68 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

      " Art. 68. De voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank is belast met de algemene leiding en de organisatie van de politierechtbank.

      Hij verdeelt de zaken overeenkomstig het zaakverdelingsreglement en het bijzonder reglement van de rechtbank.

      Wanneer de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, kan hij een deel van de zaken die aan een kamer zijn toegewezen, onder de andere kamers van de afdeling verdelen.

      Onder een behoefte van de dienst kan worden begrepen de verdeling van de werklast, de onbeschikbaarheid van een rechter, een vereiste deskundigheid, de goede rechtsbedeling of andere daarmee vergelijkbare objectieve redenen.

      De voorzitter verdeelt de rechters over de afdelingen. Indien hij een rechter aan een andere afdeling toewijst, hoort hij de betrokken rechter en omkleedt hij zijn beslissing met redenen. ".

      Art. 10. Artikel 69 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 maart 2001, wordt opgeheven.

      Art. 11. Artikel 70 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, wordt opgeheven.

      Art. 12. Artikel 71 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

      " Art. 71. Naargelang van de behoeften van de dienst wijst de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank een van de plaatsvervangende rechters aan als vervanger van de vrederechter of van de rechter in de politierechtbank.

      In de aanwijzingsbeschikking wordt vermeld waarom een beroep moet worden gedaan op een plaatsvervanger en worden de nadere regels van de aanwijzing omschreven. ".

      Art. 13. In artikel 72 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 19 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    3. het eerste en tweede lid worden opgeheven;

    4. het derde lid wordt vervangen als volgt :

      " In gevallen van overmacht kan de Koning, op advies van de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank en van de procureur des Konings, de zetel van het vredegerecht tijdelijk verplaatsen naar een andere gemeente van het arrondissement. ";

    5. het vijfde lid wordt opgeheven.

      Art. 14. In artikel 72bis, eerste en tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 juli 2012, worden de woorden " voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg bedoeld in dit hoofdstuk " telkens vervangen door de woorden " voorzitter bedoeld in dit hoofdstuk ".

      Art. 15. In het tweede deel, boek I, titel I, hoofdstuk I, afdeling II, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 72ter ingevoegd, luidende :

      " Art. 72ter. Voor de politierechtbanken en de vredegerechten waarvan de zetel gevestigd is in het gerechtelijke arrondissement Eupen, worden de opdrachten van de voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank bedoeld in dit hoofdstuk, uitgeoefend door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement. ".

      Art. 16. Artikel 73, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, wordt vervangen als volgt :

      " Er is een rechtbank van eerste aanleg, een arbeidsrechtbank en een rechtbank van koophandel, waarvan de gebiedsomschrijving is vastgesteld in het bijvoegsel van dit Wetboek. ".

      Art. 17. In artikel 74 van hetzelfde Wetboek, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    6. het eerste lid wordt vervangen als volgt :

      " In ieder arrondissement is er een arrondissementsrechtbank die bestaat uit de voorzitter van de rechtbank van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT